Manu Pintelon
‘Spanje geeft voorbeeld hoe detentie van moeders met kinderen er kan uitzien’
Drie experts vragen op Moederdag dat Belgische beleidsmakers het goede voorbeeld van Spanje zouden volgen wanneer het gaat over moeders in detentie.
“Detentiehuizen voor moeders halen kinderen uit de cel” kopte het opiniestuk dat we twee jaar geleden schreven voor Knack. Vandaag op Moederdag, twee jaar na het debat over moeders in detentie, willen we opnieuw aandacht vragen voor deze groep.
Hoewel het overgrote deel van de gedetineerdenpopulatie bestaat uit mannen, tellen we in België toch zo’n vijf procent vrouwelijke gedetineerden. Onderzoek wijst uit dat meer dan de helft van de vrouwelijke gedetineerdenpopulatie moeders zijn. Een heel klein aantal van deze moeders verblijft samen met hun kind(eren) op cel. De Basiswet betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van gedetineerden (2005), laat wettelijk toe dat een kind tot de leeftijd van drie jaar bij de moeder op cel verblijft (Art. 15.§ 1., 3°). In België is het in vier gevangenissen mogelijk om het kind bij de moeder op te sluiten, nl. in Brugge, Hasselt, Lantin en Haren. In Brugge spreken we over een aparte Moeder-Kind vleugel in de gevangenis, in Hasselt, Lantin en Haren zijn dat aparte cellen op de vrouwenafdeling.
Zodra een zwangere vrouw of moeder in detentie terechtkomt, wordt in de eerste plaats gezocht naar een oplossing buiten de gevangenis. Dat is echter niet altijd mogelijk. Denk maar aan situaties waarbij de vrouw zwanger is of geen netwerk heeft dat voor het kind kan zorgen. De beste oplossing is dan om het kind bij de moeder te houden, niet enkel om praktische overwegingen, maar ook ten voordele van een goede hechtingsbasis tussen ouder en kind.
De opsluiting in een gevangenisinstituut zorgt ervoor dat opgesloten moeders, inclusief hun kleine kinderen, nadelen ervaren. Men past zich immers aan een omgeving aan waar vrijheid en bewegingsruimte beperkt zijn en controle en een strakke structuur centraal staan.
Onderzoek toont aan dat kinderen zich soms eveneens gaan aanpassen aan deze context en die controle vervolgens gaan normaliseren. Zo beschrijven onderzoekers enkele situaties waarbij kinderen voortdurend tellen of iedereen wel in zijn cel zit of ze gaan met de armen en benen gespreid staan zoals de moeder dat moet doen tijdens een fouille. Ondanks het vele werk en de lovenswaardige initiatieven om dergelijke problemen te vermijden en detentie zo menswaardig mogelijk te maken, ontstaan verschillende problemen door het instituut an sich. Onderzoek toont aan dat mensen vaak niet beter worden van die grote gevangenissen en problemen zelfs toenemen in deze instituten.
Om die redenen ijvert Vzw De Huizen er al meer dan tien jaar voor om detentie te hervormen. Door het gebruik van detentiehuizen, waar maximum dertig personen samen hun detentie uitzitten, in een huiselijke omgeving en ingebed in de samenleving, kan ingespeeld worden op dergelijke problemen. Bovendien heeft elk huis oog voor de specifieke noden van de bewoners op vlak van begeleiding, zorg, beveiliging, daginvulling, enzovoort. Dit zou zorgen voor een zinvolle detentie in een genormaliseerde context waardoor er minder detentieschade wordt aangericht en mensen kansen en ondersteuning krijgen om opnieuw een plek in te nemen in de samenleving.
(Lees verder hieronder.)
Dergelijke aanpak zou aan gedetineerde moeders de mogelijkheid geven om hun straf uit te zitten in de samenleving, opdat zij en hun kinderen tot drie jaar er zo weinig mogelijk nefaste gevolgen van ervaren. Bovendien biedt het ook aan gedetineerde moeders de mogelijkheid om vanuit het huis een band met de samenleving te behouden en zo hun re-integratie voor te bereiden. Men kan begeleiding krijgen bij de opvoeding van het kind en organisaties in de vrije samenleving opzoeken om met het kind naartoe te gaan. Verder is zo’n huiselijke omgeving niet schadelijk voor het kind, in tegenstelling tot een gevangenis waar institutionalisering optreedt.
Unidad de Madres
Een dergelijk idee vorm geven is geen sinecure maar we vonden hiervoor inspiratie in Spanje in de ‘Unidad de Madres’. Dit is een kleinschalige, gedifferentieerde en in de samenleving verankerde aanpak. Het is er al jarenlang een ingeburgerde praktijk.
Onder het motto “Family: we may not have it all together, but together we have it all.” probeert men moeders en hun kinderen uit de gevangenis te houden. In Unidad de Madres, een huis voor 22 moeders staat een familiegerichte aanpak, de uitbouw van een sociaal netwerk en de aanwezigheid van voorzieningen die zo veel als mogelijk courante gezinspraktijken nabootsen, centraal. Wanneer een vrouw zes maanden zwanger is, kan ze vanuit de gevangenis naar het huis worden overgeplaatst en daar met haar kind(eren) verblijven tot de leeftijd van drie jaar bereikt is. Elke moeder heeft een eigen appartement met een kleine living, badkamer en slaapkamer. De appartementen zijn zodanig ingericht dat baby’s er goed verzorgd kunnen worden, peuters er kunnen rondkruipen en kleuters er kunnen spelen. Het huis heeft ook een tuin met speeltuin, twee speelkamers, een turnzaal voor de kindjes en een ballenbad. Voor de moeders is er een kleine fitnesszaal en zijn er leslokalen om bijvoorbeeld een opleiding haartooi te volgen. Het valt ons op hoe alles in het huis heel kleurrijk en goed onderhouden is. Het blijkt een strategie te zijn om waardering te creëren voor het materiaal en de omgeving.
De moeders worden maximaal gestimuleerd om hun dagbesteding buiten de muren van het huis door te brengen. Het opzoeken van naasten gebeurt ook in de vrije samenleving en bezoek wordt amper ontvangen binnen de muren van het huis.
Daarnaast zien we dat er ook heel wat begeleiding wordt voorzien voor de moeders in het huis. Vooreerst zien we dat een medisch team, waaronder verpleegsters, de moeders helpen om de kinderen te verzorgen en groot te brengen. Verder zijn er sociale hulpverleners die toezicht houden op het welzijn van de kinderen in het huis. Tenslotte draagt het bewakend personeel in principe geen uniform en krijgen zij normaliter een speciale opleiding om met moeders en hun kinderen om te gaan. Ze zetten voornamelijk in op bejegening, ze kennen de vrouwen en pogen zo weinig mogelijk tuchtmaatregelen toe te passen.
Daarnaast zien we dat er ook heel wat begeleiding wordt voorzien voor de moeders in het huis. Vooreerst zien we dat een medisch team, waaronder verpleegsters, de moeders helpt om de kinderen te verzorgen en groot te brengen. Verder zijn er sociale hulpverleners die toezicht houden op het welzijn van de kinderen in het huis. Tenslotte draagt het bewakend personeel in principe geen uniform en krijgen zij normaliter een speciale opleiding om met moeders en hun kinderen om te gaan. Ze zetten voornamelijk in op bejegening, ze kennen de vrouwen en pogen zo weinig mogelijk tuchtmaatregelen toe te passen.
Moeder-kind detentiehuizen
Hoewel elk land eigen specifieke penitentiaire ontwikkelingen kent, kunnen de voor-en nadelen van de Unidad de Madres inspirerend zijn voor Belgische evoluties. Dit bezoek leert ons opnieuw dat het belangrijk is om in te zetten op kleinschalige, gedifferentieerde en in de samenleving verankerde detentiehuizen. De pijler ‘differentiatie’ moet hier ruim worden bekeken, want we dienen het huis af te stemmen op de noden van de mensen die er hun detentietijd doorbrengen. Om die reden is het van uiterst belang om een huis te voorzien van multifunctionele ruimtes, zodat het ook andere doelstellingen kan kennen en door andere doelgroepen benut kan worden. Het is namelijk niet de bedoeling om meer moeders met kinderen op te sluiten, gewoon omdat er een huis voor bestaat. Liefst sluiten we geen moeders op. Maar als een samenleving beslist om dat toch te doen, is het wel aangewezen om aan deze doelgroep de gepaste detentieomstandigheden te bieden, in een huis, dat minder schadelijk is voor het kind en voor de moeder.
(Lees verder hieronder.)
Gelukkig kregen we die nood aan structurele verandering in de afgelopen jaren geleidelijk aan op de politieke agenda, dermate dat de huidige regering nu zelfs volop detentiehuizen aan het realiseren is. Het eerste detentiehuis opende zijn deuren in september 2022 te Kortrijk, het tweede zal deze zomer openen in Berkendael. Tegen 2025 zullen we beschikken over vijftien detentiehuizen in België. Echter werd niet gedifferentieerd volgens doelgroep, dus gelijkaardige noden en behoeften in één detentiehuis, maar volgens strafduur. Momenteel zijn de detentiehuizen voor mensen met een straf onder de drie jaar, maar dat blijkt in de praktijk een veel te diverse groep te zijn. We roepen de volgende regering daarom op om werk te maken van nieuwe detentiehuizen maar met de focus op differentiatie. Moeder-kind detentiehuizen zijn hier een goed voorbeeld van. Vervolgens kunnen we het debat voeren over ouderschap in het algemeen binnen detentie. Misschien moet ook meer aan de noden van ‘vaders en hun kinderen’ worden gedacht?
Maar vandaag brengen we eer aan het moederschap en de invloed die moeders hebben op onze samenleving. Zo verdienen alle (toekomstige) moeders een gepaste en gezonde leefomgeving, degelijke ondersteuning tijdens hun zwangerschap, na de geboorte van hun kind en gedurende de opvoeding van hun kind. Daarom is het van uiterst belang om alle moeders een waardige context te bieden, ook voor gedetineerde moeders. Moeder-kind detentiehuizen kunnen die context bieden, we zagen het met ons eigen ogen.
Manu Pintelon is criminoloog en nationaal coördinator van Vzw De Huizen en RESCALED.
An-Sofie Vanhouche is docent criminologie aan de Vrije Universiteit Brussel en lid van RESCALED.
Elieze Termote, project coördinator/onderzoekster in de twee nieuwe Belgische gevangenissen van Haren en Dendermonde en lid van Vzw De Huizen en RESCALED.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier