Bob Van den broeck
‘Onze justitie is zwaar ziek. Wat een hoeksteen van de rechtsstaat zou moeten zijn, is een krakkemikkig krukje’
‘Ik wens de federale onderhandelaars veel wijsheid en visie deze dagen. Er is veel meer aan de hand dan een pijnlijke begroting’, schrijft Bob Van den Broeck.
Ik heb me in het verleden vaak druk gemaakt om de onmenselijke toestanden in onze gevangenissen. Er komen meer drugsverslaafden buiten dan erin gaan, mensenrechten worden geschonden door een overheid die internationale veroordelingen negeert, folteringen door medegevangenen worden pas opgemerkt als ze op TikTok verschijnen, zelfmoorden bij gedetineerden liggen vele malen hoger dan elders in Europa, overbevolking aan veroordeelden, onder bemanning aan cipiers, torenhoge recidive… U kan het niet verzinnen of het kan en mag in onze gevangenissen. En de publieke opinie? Die haalt de schouders op. “De politiek, hè.”
Dat de politiek absoluut verantwoordelijk is voor de wantoestanden staat buiten kijf. Toen de laatste ministers van Justitie plannen smeedden om alle straffen onder de drie jaar uit te voeren, wilden ze vooral de onderbuik van de samenleving aanspreken. Die mensen die geloven dat een gevangenis niet hels genoeg kan zijn voor criminelen. Onder de verkiezingsslogan ‘Just is Just’ liet de politiek de onhoudbare overbevolking nog meer toenemen, negeerden ze nog meer de mensenrechten en fêteerden ze zichzelf als ‘hard voor misdaad’. Een kruik die te water gaat tot ze breekt.
En of ze brak. Ze verpulverde. ‘Just is Just’ werd meteen na de verkiezingen ‘disaster is disaster’. Vandaag raak je de gevangenis niet in onder veroordelingen van 5 jaar. En degenen die er zitten, worden massaal vervroegd naar huis gestuurd. Naar huis of bij gebrek daar aan, op straat. Weg is weg. Als hun misdaden erg genoeg zijn en er nieuwe slachtoffers vallen? Ja, dan mogen ze weer binnen. Daar zijn nu al verschillende gevallen van bekend. De overbevolking wordt bestreden door de gevangenispoort open te zetten. De onderbuik wordt nog wat gesust: zedendelinquenten en terroristen komen niet aanmerking. Daar moeten we het mee doen.
Sinds vorige week hangen de Strafuitvoeringsrechtbanken (Surb) publiek aan de alarmbel na maanden intern op deze waanzin te hebben gewezen. Hun vonnissen worden simpelweg genegeerd. Of zoals de woordvoerder van de Surb het formuleerde: “De samenleving verwacht een daadkrachtige en rechtvaardige justitie, maar aan het einde van de keten wordt de deur wagenwijd opengezet.”
De diensten Slachtofferonthaal binnen de justitiehuizen hebben vandaag de opdracht om het aan slachtoffers en nabestaanden het onmogelijke uit te leggen: “Ja, de rechter vindt na zorgvuldig wikken en wegen dat uw dader te gevaarlijk is om vrij te laten. Maar de gevangenis vindt van niet”. Merry Christmas, slachtoffers! U kent uw plaats weer binnen justitie.
Het gevangeniswezen en de politiek sturen de Strafuitvoeringsrechtbanken en hun vonnissen dus gewoon wandelen, samen met de crimineel die ze gevaarlijk achten. De manier waarop ze dat doen is volgens experts volledig in strijd met de wetgeving. Net zoals de manier waarop ze gedetineerden behandelen binnen de muren. We gaan er dus niet bepaald op vooruit.
We gaan er wel op achteruit. De uitschakeling van de Strafuitvoeringsrechtbanken wordt bijzonder wrang als u weet hoe ze er gekomen zijn. Daarvoor moeten we niet eens zo ver terug in de tijd. Het begon allemaal bij ene Marc Dutroux die ondanks vele veroordelingen en recidivegevaar door een minister van Justitie vervroegd werd vrijgelaten met een ondoordachte pennentrek. Dat veroorzaakte een terechte volkswoede en uiteindelijk een terechte hervorming binnen justitie. Door de oprichting van de Strafuitvoeringsrechtbanken, werd de bevoegdheid weggenomen bij de politiek en toevertrouwd aan magistraten die over de veiligheid van de samenleving moeten waken.
Vandaag ligt ze er dus terug, met alle risico’s die daar bij horen. En zonder de publieke verontwaardiging.
Onze justitie is zwaar ziek. Wat een hoeksteen van de rechtsstaat zou moeten zijn is een krakkemikkig krukje. We zijn er allemaal getuigen van. Het gebeurt voor onze ogen.
Ik wens de federale onderhandelaars veel wijsheid en visie deze dagen. Er is veel meer aan de hand dan een pijnlijke begroting. Een afzonderlijke minister van het Gevangeniswezen die verantwoording aflegt aan het parlement, lijkt me een goed begin.
Bob Van den Broeck is administrateur-generaal van het Agentschap van Justitie en Handhaving. In 2025 is ook lid van de Hoge Raad van Justitie en gastprofessor aan de UA.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier