Marc Nève, ex-advocaat Dutroux: ‘Iemand levenslang opsluiten heeft geen zin’
De nieuwe megagevangenis in Haren is al verouderd nog voor ze over enkele weken opengaat, meent Marc Nève, voorzitter van de Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen (CTRG). De gewezen advocaat van Marc Dutroux pleit voor kortere straffen. Oók voor zijn oud-cliënt.
De gevangenis van Haren wordt eufemistisch ‘het gevangenisdorp’ genoemd, inclusief ‘gemeentehuis’ (het administratieve gebouw met de bezoekerslokalen) en een ‘place du village’. Die open ruimte geeft toegang tot het gemeentehuis, en de gevangenen worden er gelucht.
De Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen (CTRG), de federale instelling die het parlement en de minister van Justitie adviseert over het gevangenisbeleid, is er al twee keer op bezoek geweest. De rapporten zijn vernietigend. En nog frappanter: met geen enkele aanbeveling na het eerste bezoek werd rekening gehouden. De CTRG stelde bijvoorbeeld vast dat de wandelruimtes voor wie op strafcel zit te klein of slecht ingericht zijn. Een wandelruimte ligt op het dak van een afdeling, waar gedetineerden kunnen ‘ijsberen’ tussen zeven meter hoge betonnen muren, afgedekt met een zwaar metalen rooster. ‘Mensonwaardig’ is het verdict. De Toezichtsraad hekelde ook de ‘totale afwezigheid van een recreatieruimte’ en de veel te kleine fitnesszaal. De inspecteurs vrezen dat het activiteitenprogramma voor de gedetineerden te beperkt zal zijn.
Ik schrok van de grootte van de gevangenis van Haren. Dat is een verouderd concept. Overal in Europa streeft men naar kleinere gevangenissen.
Nog kritischer is de CTRG voor de afdeling voor vrouwelijke gedetineerden die voor of tijdens hun detentie moeder werden. Zij mogen hun kind tot drie jaar bij zich houden. Die kinderen zijn uiteraard geen gevangenen en hebben recht op de beste zorg, maar Marc Nève, voorzitter van de CTRG, vreest dat dit niet het geval zal zijn. ‘Je kunt hun speelruimte nog het best vergelijken met een kleine, grijze, betonnen doos. Volstrekt kindonvriendelijk. Toen ik directeur Jurgen Van Poecke daarop aansprak, antwoordde hij dat de betonnen vloer groen zal worden geschilderd. Hopen ze dat de kinderen dan zullen denken dat ze op gras spelen?’
In de gevangenis van Haren zal plaats zijn voor 1200 gedetineerden. Wat was uw eerste indruk?
Marc Nève: Ik schrok enorm van de grootte. Dat is een verouderd concept. Overal in Europa streeft men naar kleinere gevangenissen. Het is heel moeilijk om zo’n grote gevangenis goed te managen. Haren telt verschillende afdelingen: arresthuizen, een afdeling voor geïnterneerden, een vrouwenafdeling met of zonder kinderen enzovoort. Alle bewegingen tussen die afdelingen zullen elektronisch geregeld worden vanuit controlekamers in drie bunkers.
Hoe moeten we ons dat voorstellen?
Nève: Alle afdelingen hebben een deur die leidt naar de place du village en het gemeentehuis, waar ook bezoekruimtes zijn. Het openen en sluiten van al die deuren wordt vanuit die bunkers gesynchroniseerd. Ik kom in veel gevangenissen en ontmoet veel cipiers. Ik betwijfel of ze over voldoende kennis beschikken om die coördinatie te doen. Ze zijn daar niet voor opgeleid. Ik vrees echt voor grote problemen, zeker bij incidenten.
In uw rapport schrijft u dat sommige cellen niet beantwoorden aan internationale afspraken en normen.
Nève: Dat geldt bijvoorbeeld voor het grote aantal fixatiecellen, waar gedetineerden op een bed worden vastgebonden. In Haren is telkens één van de strafcellen per sectie ingericht als fixatiecel, terwijl fixatie alleen is toegelaten in zeer uitzonderlijke omstandigheden én onder medische controle. Ook het Europese Comité voor de preventie van foltering (CPT) verbiedt ze. Wij stellen voor om die fixatiebedden weg te halen.
U hebt ook een probleem met de zogenaamde time-outcellen.
Nève: Dat is een slecht concept dat Jurgen Van Poecke heeft meegebracht uit de gesloten instelling voor minderjarigen in Everberg. Hij was daar een tijd directeur. Die cellen zijn bedoeld om jongeren een heel korte tijd wat te laten afkoelen. In Haren zou dat niet het geval zijn. Die cellen hebben bovendien geen natuurlijk licht, wat claustrofobische aanvallen kan uitlokken. Wij vragen dat ze allemaal omgebouwd worden tot normale cellen.
Minister Vincent Van Quickenborne (Open VLD) bezocht onlangs enkele gevangenissen in Finland. Daar zijn gevangenissen kleiner en humaner. Hij was onder de indruk. Maar in Haren gebeurt net het tegenovergestelde?
Nève: Hij zou niet alleen nieuwe, kleine gevangenissen moeten openen, maar ook de oude, versleten instellingen moeten sluiten. De enige gevangenis die zeker zal worden gesloten is die in Vorst. Sint-Gillis blijft minstens tot eind volgend jaar open. Idem voor de oude gevangenis van Dendermonde. En hoe meer gevangenissen, hoe meer gevangenen. Het is een illusie dat je met meer cellen de overbevolking zult oplossen.
Onlangs trok minister Van Quickenborne naar een heavy-metalfestival om daar kandidaat-cipiers te zoeken. Dat is toch niet ernstig?
In Dendermonde wordt toch ook een nieuwe gevangenis gebouwd?
Nève: Maar wanneer zal die opengaan? Men vindt geen personeel. Van de 800 kandidaten bleven er na een eerste selectie 200 over. Onlangs trok minister Van Quickenborne naar een heavy-metalfestival om daar kandidaat-cipiers te zoeken. Dat is toch niet ernstig?
Haren rekent op 724 voltijdse personeelsleden, en ook 23 directeurs.
Nève: Het lijkt wel een Mexicaans leger. Elke afdeling zijn eigen directeur, veronderstel ik.
De 36 Belgische gevangenissen hebben in totaal liefst 153 directeurs. Is dat om sommige mensen aan een goedbetaalde job te helpen?
Nève: Dat weet ik niet. Ik was onlangs in de gevangenis van Marche-en-Famenne (ongeveer 300 gedetineerden, nvdr). Ze wordt geleid door zes of zeven directeuren, maar er waren er slechts twee actief. De rest was ziek. Dat is eigenlijk onverantwoord. Het lijkt alsof Haren al een voorschot neemt op toekomstige burn-outs van de directeuren.
Die nieuwe personeelsleden moeten allemaal worden opgeleid. Maar het opleidingsinstituut daarvoor is nog niet opgericht, terwijl de gevangenis over enkele weken opengaat.
Nève: Het Rekenhof en de Raad van State hebben daarover al vragen gesteld. Omdat er geen opleidingsinstituut is, heeft de minister gewoon beslist om de verplichte opleiding en vorming uit de aanwervingsvoorwaarden te schrappen. Het is onbegrijpelijk.
Houden de minister en het gevangeniswezen rekening met uw adviezen?
Nève: Met onze aanbevelingen na ons eerste bezoek over meer wandelruimte, de time-outcellen enzovoort is nul komma nul rekening gehouden. Ik kreeg zelfs geen ontvangstbewijs van ons eerste rapport, noch van het tweede rapport van juni. Ik weet niet of de minister of iemand op zijn kabinet onze rapporten leest. Hopelijk doen enkele parlementsleden dat wel. Ze vinden daar misschien inspiratie in om de minister parlementaire vragen te stellen. Dat verwacht ik wel.
Had u dan geen enkel persoonlijk contact met de minister over Haren?
Nève: (droog) Ik heb dat maanden geleden formeel aangevraagd, maar ik wacht nog altijd op antwoord. Hij had me bij zijn aantreden nochtans beloofd dat we elkaar regelmatig zouden spreken.
Waarom slaagt de overheid er maar niet in om de overbevolking op te lossen?
Nève: De eerste rapporten daarover dateren van de jaren tachtig. Dat is dus veertig jaar geleden. Er is te weinig politieke moed om dat aan te pakken. Welke politicus durft het aan om minder gevangenen op te sluiten? Waarom zitten zo veel drugsverslaafden in de cel? Dat is toch vooral een gezondheidsprobleem? Waarom zitten zo veel geïnterneerden in de cel, ondanks de nieuwe Forensische Psychiatrische Centra? Hun aantal is de voorbije maanden trouwens weer aan het stijgen, terwijl ons land daar al talloze keren voor veroordeeld is door Europa. Eremagistraat Henri Heimans zei ooit ‘dat het huisvuil in dit land zorgvuldiger wordt behandeld dan geïnterneerden’. Waarom worden er zo weinig alternatieve straffen gegeven?
Politici durven niet in te gaan tegen de populistische roep om een steeds strengere aanpak van wie een misdrijf pleegt? ‘Sluit ze op en gooi de sleutel weg’ is het motto.
Nève: De meeste politici en populisten hebben nog nooit een gevangenis bezocht. Ze kennen de lamentabele toestanden niet. En voor wat men niet kent, is men bang. Neem bijvoorbeeld het transitiehuis in Enghien. Dat was een privé-initiatief. Toen bekend werd dat er een kleine ‘gevangenis’ kwam, stond de gemeente in rep en roer. Onlangs werd het huis gesloten bij gebrek aan geld en een nieuwe uitbater. Maar de roepers van vroeger kwamen op straat om het huis open te houden. Politici moeten durven in te gaan tegen de publieke opinie en burgers overtuigen van het nut van een maatregel. Praat met hen, leg uit wat er gaat gebeuren. Neem hen ernstig.
Weten magistraten, rechters en procureurs wel wat zich afspeelt achter de muren van gevangenissen?
Nève: Nee. Ook over de uitvoering van de straffen is er gebrek aan kennis. Sommigen zeggen bijvoorbeeld dat straffen van minder dan drie jaar tot voor kort niet werden uitgevoerd, maar dat klopt gewoon niet. Dat waren uitzonderingen, en meestal werd dan nog in een enkelband voorzien. Dat is ook een straf, hè.
Sommige lichtere straffen niet uitvoeren was toch bedoeld om de overbevolking tegen te gaan?
Nève: Het gevolg was dat rechters strengere straffen begonnen uit te spreken. Soms omdat ze ervan uitgaan dat verdachten hun straf anders toch niet zouden hoeven uit te zitten. Sommige onderzoeksrechters gebruikten steeds vaker de voorlopige hechtenis. De redenering erachter is: ‘Jij gaat nu eerst de bak in, want we zijn er helemaal niet zeker van dat de rechtbank je streng genoeg zal straffen.’ Het gevolg is dat België in Europa aan de top staat met bijna 40 procent gevangenen die niet veroordeeld zijn maar toch al in de cel zitten. Het zou niet slecht zijn als magistraten een keer per jaar een dag zouden doorbrengen in een gevangenis. Dan ondervinden ze aan den lijve wat daar gebeurt.
Het misbruik van de preventieve hechtenis is toch een oud zeer dat al decennia bekend is?
Nève: De jongste wetgeving over preventieve hechtenis dateert van de jaren negentig. Ik schreef toen, samen met advocaat Eddy Boutmans, een artikel met als conclusie: de nieuwe wet zal niets veranderen. We hebben helaas gelijk gekregen.
Een aantal magistraten zou binnenkort twee dagen en een nacht in Haren logeren als ‘inlevingsbezoek’. Een goede zaak?
Nève: De belangstelling van magistraten daarvoor is groot, maar ze zouden ook eens een kijkje moeten nemen in de vele verouderde instellingen uit de negentiende eeuw. Ik heb hen al uitgenodigd om ook eens in Sint-Gillis te logeren. Tevergeefs.
Leidt dat gebrek aan kennis van het gevangenisleven tot ondoordachte straffen?
Nève: Magistraten zouden meer moeten weten over de echte strafuitvoering. Ik heb vaak gepleit voor het hof van assisen. Hoe vaak heb ik het Openbaar Ministerie niet horen pleiten voor een lange straf ‘want na een derde van hun straf komen ze toch vrij’? Dat ís niet zo. Vervroegd vrijkomen is een gunst, geen automatisme.
Freddy Horion zit 43 jaar in de cel, Staf Van Eyken al 50 jaar. Twintig jaar geleden zei u in een interview: ‘Niemand verdient het om levenslang opgesloten te worden.’ Blijft u daarbij?
Nève: Absoluut. De Raad van Europa heeft het ooit onderzocht. In Noord-Europese landen is de maximumstraf 17 jaar. In meer zuidelijk gelegen landen is het levenslang.
Het zou niet slecht zijn als magistraten een keer per jaar een dag zouden doorbrengen in een gevangenis. Dan weten ze wat daar gebeurt.
De doodstraf werd in België in 1996 afgeschaft. Moet ook levenslang worden afgeschaft?
Nève: Dat vind ik wel. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft al uitspraken in die zin geveld. Wanneer een straf niet langer te verantwoorden is voor een gevangene, dan móét hij of zij vrijkomen. Ik verdedigde ooit een jongeman van 20 jaar, die nu ruim 15 jaar in de cel zit. Hij werd veroordeeld voor het doden van zijn adoptiemoeder. Een complex familieverhaal. Wel, die man kán niet meer vrijkomen omdat hij niet meer zou functioneren in de samenleving. Ik sprak hem toen hij naar de gevangenis van Andenne werd overgeplaatst. Hij was in de wolken over zijn nieuwe, nette cel, waar hij een radiootje had. ‘Ik kom hier zeker niet meer uit mijn cel, want buiten maken ze te veel lawaai’, zei hij. Pure wanhoop. Hij is nog maar 40 jaar oud, maar hij ziet eruit als een man van 60. Dat is mensonwaardig. Terwijl hij een modelgevangene is die nooit problemen maakte. Wat is de zin van zo’n straf?
Michèle Martin, ex-vrouw van kindermoordenaar Marc Dutroux, kwam zopas vrij zonder voorwaarden. U was destijds zijn advocaat. Mag Dutroux ook ooit vrijkomen?
Nève: Elke gevangene moet het perspectief hebben om vrij te komen, ook Marc Dutroux. Uiteraard moet iemand als hij na zijn vrijlating verder intensief begeleid worden. Dat kost bovendien minder dan de gevangenis. Ik was advocaat van de inmiddels overleden Robert Van Oirbeek, le petit Robert zoals hij in de media werd genoemd (Van Oirbeek was in de jaren tachtig een van de meest gezochte gangsters. Hij werd veroordeeld voor gewapende overvallen en was berucht als ontsnappingskoning, nvdr). Op een bepaald moment vertelde hij mij: ‘Ik stop ermee. En als ik vrijkom, zul je nooit meer iets over mij horen.’ Ik heb toen met het parket onderhandeld over gratie. Enkele jaren later werd hij vrijgelaten, en hij heeft woord gehouden. Niemand heeft ooit nog iets van hem vernomen, hij werd helemaal vergeten door publiek en media. Hij heeft gewoon jarenlang gewerkt als chauffeur in het vervoer van gehandicapten.
Elke mens verdient een tweede kans?
Nève: Zeker. Le petit Robert is maar één voorbeeld. Er zijn veel meer voorbeelden van geslaagde vrijlatingen dan van misdadigers zoals Marc Dutroux die zogenaamd nooit meer zouden mogen vrijkomen.
Hebt u nog contact met Dutroux?
Nève: Ik heb hem niet verdedigd op zijn proces, maar na zijn veroordeling had ik nog contact met hem in de gevangenis. Dat is nu even geleden, maar een vriend van mij volgt hem goed op als advocaat.
Welke indruk maakt Dutroux als mens op u?
Nève: Sorry, dat behoort tot de vertrouwelijke relatie tussen advocaat en cliënt. Hij zit helemaal afgezonderd en heeft weinig of geen contact met andere gevangenen.
Wordt hij mensonterend behandeld?
Nève: Ik moet voorzichtig blijven met uitspraken, maar in de periode dat ik contact met hem had, vond ik het op bepaalde momenten wel mensonterend. Hoe het vandaag is, weet ik niet. De terreurverdachten die binnenkort voor assisen verschijnen, zijn ook niet tevreden over hoe ze in de gevangenis behandeld worden.
Hebben ze daarover al formeel een klacht ingediend bij de CTRG?
Nève: Ja, maar ik kan u niets vertellen over de inhoud van die klachten.
Het aantal recidivisten in Belgische gevangenissen ligt met bijna 60 procent wel heel hoog.
Nève: Hoe komt dat? Omdat ons systeem recidive bevordert. Hoe langer je in de gevangenis zit, hoe meer risico op recidive. Je krijgt meer en langer contact met andere veroordeelden, er is geen goede begeleiding of voorbereiding op de vrijlating. Ontsnappen is in principe niet strafbaar, maar wie ontsnapt, wordt meteen als bijzonder gevaarlijk individu bekeken, zowel door de politie als door de publieke opinie. Ik heb een aantal ontsnapte gedetineerden opgevolgd, die nadat ze weer waren opgepakt toch vrij snel werden vrijgelaten door de strafuitvoeringsrechtbank. En ik begrijp dat perfect.
Hoezo?
Nève: De enorme energie die ze stoppen in hun ontsnapping kunnen ze ook gebruiken als positieve energie om zich in de samenleving te re-integreren. Een van mijn cliënten werd veroordeeld voor diefstal. Hij ontsnapte in zijn onderbroek uit de gevangenis door een cipier te bedreigen met een neppistool dat hij in zijn cel uit broodkruim had gekneed. Voor die ontsnapping werd hij bij verstek veroordeeld tot nog eens vijftien jaar cel. Zeventien jaar na die veroordeling werd hij opgepakt in Nederland. De Nederlandse politie schrok er zelf van: wat moesten ze met die man doen? Ze konden hem totaal niets verwijten. Hij woonde al die jaren rustig in de buurt van Haarlem en werkte al zeventien jaar als postbode, zonder het minste probleem. Hij vertelde me dat hij al die jaren wel heel voorzichtig was geweest, en voor elk rood licht stopte om zeker geen overtreding te begaan. (lacht) Op een bepaald moment kreeg hij ruzie met zijn vriendin, en ze heeft hem uit wraak aangegeven bij de politie. De Nederlandse rechter begreep er niets van. Zeventien jaar na zijn ontsnapping moest hij in Luik weer voor het hof van assisen verschijnen. De procureur eiste een zeer zware straf. Ik heb gepleit dat hij niet meer dezelfde man was die decennia geleden een misdrijf had gepleegd. Wel, de volksjury heeft hem vrijgesproken en hij woont nu weer in Nederland. Die cliënt was een mooi voorbeeld van hoe iemand kan veranderen en zijn leven grondig kan omgooien.
Toch loopt het soms dramatisch fout. De moordenaar en verkrachter van Julie Van Espen liep vrij rond in afwachting van zijn proces in beroep voor een andere verkrachting. Hij kreeg nu levenslang.
Nève: Dat is uiteraard dramatisch. Maar die specifieke en zeer erge gevallen zijn een bijzonder kleine minderheid. Gelukkig maar. Uiterst gevaarlijke personen bestaan, maar veel minder dan men soms laat doorschemeren.
‘We moeten af van de mythe dat de overheid in staat moet zijn haar burgers totale veiligheid te garanderen.’ Een uitspraak van Marc Nève, als advocaat van Dutroux.
Nève: (lacht) Ik vind dat nog altijd een verstandige uitspraak. De overheid kán dat niet garanderen, ook al wekt ze die indruk, onder andere met de bouw van grote, dure gevangenissen.
Elke gevangene moet het perspectief hebben om vrij te komen, ook Marc Dutroux. Uiteraard met intensieve begeleiding.
U bent nu voltijds voorzitter van de Centrale Toezichtsraad Gevangeniswezen, en sinds 1979 advocaat. Hoe hebt u dat beroep zien veranderen?
Nève: Spijtig genoeg niet in positieve zin, toch niet in strafzaken. De evolutie is zelfs paradoxaal sinds de Salduz-wet (sinds 2016 hebben verdachten recht op bijstand van een advocaat bij verhoor door de politie, nvdr). Dat is een bijzonder belangrijke wet, want het is cruciaal dat een advocaat iemand van bij het eerste verhoor kan bijstaan. Maar een neveneffect van die wet is dat heel wat advocaten die weinig cliënten hebben en die geen specialist zijn in strafrecht zich voor de Salduz-lijst hebben gemeld, zodat ze worden opgeroepen zodra iemand wordt opgepakt voor verhoor. In Luik is de hoofdcommissaris van de politie komen klagen bij de stafhouder van de balie dat die ‘Salduz-advocaten’ helemaal niet tussenbeide kwamen bij een verhoor. Hij vertelde dat sommige advocaten op hun smartphone zaten te tokkelen tijdens het verhoor van hun cliënt en geen woord zeiden. Ze zijn daar dan met een opleiding voor jonge advocaten begonnen, maar ik vind het echt verontrustend hoe sommige advocaten hun beroep uitoefenen. Ook puur juridisch gaat de kwaliteit achteruit, heb ik de indruk.
U bent als Franstalige opgegroeid in Mol en spreekt perfect Nederlands. Hoe ervaart u verschillen tussen Vlamingen en Walen?
Nève: Mijn vader werkte in het Studiecentrum voor Kernenergie, en daarom zijn we naar Mol verhuisd. Na mijn studie ben ik aan de balie van Luik beland en nu woon ik op de taalgrens. Ik betreur vooral dat Luik Vlaanderen de rug toekeert. Ze denken nog altijd dat ze een onafhankelijk prinsbisdom zijn. Er is zo goed als geen belangstelling voor Vlaanderen en de Nederlandse taal. Ik heb het als advocaat vaak meegemaakt dat ik er documenten in het Nederlands moest indienen op de griffie. De verbazing! ‘Meester, hoe gaan we dat dóén? Hoe dúrft u dat?’ Ongelooflijke reacties.
Werd u raar bekeken als tweetalige advocaat?
Nève: (glimlacht) Ik werd ‘de Hollander’ genoemd omdat ik altijd met de fiets naar de rechtbank kwam.
Tot slot: als u zelf ooit in de gevangenis zou belanden, waar zou u dan willen zitten?
Nève: Goh, dat maakt mij niet uit. Het mogen er zelfs verschillende na elkaar zijn. Dan kan ik ze allemaal eens testen. (lacht)
Marc Nève
– 1953: geboren in Leuven
– 1973-1976: studie rechten in Namen en aan de UCL
– 1979: advocaat, gespecialiseerd in strafrecht aan balie van Luik
– Verdedigde o.a. Marc Dutroux, Farid ‘le Fou’ Bamouhammad, ‘Le petit Robert’ Van Oirbeek en terrorist Nizar Trabelsi
– 1991-2011: voorzitter van Avocats sans Frontières (ASF), ondervoorzitter van het Comité ter Preventie van Foltering van de Raad van Europa, voorzitter van de Commission prisons de la Ligue des droits humains’
– Sinds april 2019: voorzitter van de Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen