Kijk uit voor de knuffelcrimineel: ‘Ik zal uw verkeersboetes wel betalen’

© James Albon
Michel Vandersmissen
Michel Vandersmissen Redacteur van Knack

Criminelen die zich sympathiek maken in het gemeenschapsleven en tegelijk hun misdaadgeld witwassen: ze komen steeds vaker voor en zijn lastig te bestrijden. Maak kennis met de ‘knuffelcrimineel’.

Een tijd geleden maakte een fraudeur zich bijzonder populair in een Limburgse gemeente. Hij vertelde aan Jan en alleman dat hij zeer goede contacten had bij justitie. ‘Als je een verkeersboete hebt, breng die dan naar mij. Ik regel dat wel.’ Achteraf bleek dat de man de boetes zelf betaalde met misdaadgeld.

De Limburgse procureur des Konings Guido Vermeiren vindt dat bijzonder cynisch. ‘Het gevolg is dat de burgers daardoor hun vertrouwen verliezen in justitie, want ze leerden van die fraudeur dat daar blijkbaar van alles te ritselen valt. Omgekeerd kregen de wijkbewoners vertrouwen in de crimineel, want die regelde hun zaakjes. Dat is de wereld op zijn kop. Zulke praktijken zijn moeilijk te onderzoeken en te vervolgen, want we hebben vaak niet voldoende bewijzen.’

Hells Angels

De begrippen ‘criminele weldoeners’ en ‘knuffelcriminelen’ komen overgewaaid uit Nederland. Daar wordt het verschijnsel al een tijdje bestudeerd. Knuffelcriminelen worden er omschreven als ‘criminelen die maatschappelijk relevante activiteiten ontwikkelen met illegale gelden. Hun doel is om goodwill en vertrouwen te krijgen in hun buurt’. Een belangrijk neveneffect is dat ze op die manier een deel van hun misdaadgeld kunnen witwassen en de buurt kunnen gebruiken als dekmantel voor hun criminele bezigheden. Kortom, de Colombiaanse drugsbaron Pablo Escobar heeft school gemaakt. Hij wordt in volkswijken van Medellín nog altijd gemist voor zijn liefdadigheidswerk. Met drugsgeld stichtte hij indertijd scholen, zorgde voor huisvesting en ondersteunde sportverenigingen.

Uit het buitenland zijn nog andere en recentere tot de verbeelding sprekende voorbeelden bekend. In de Zweedse stad Göteborg ontfermden de plaatselijke Hells Angels zich enkele jaren geleden over drugsverslaafden, terwijl ze zelf aan de basis lagen van de drugsproblemen. De Hells Angels hadden bedrijven opgericht die vergund werden door het stadsbestuur om drugsverslaafden op te vangen en kregen daarvoor subsidies. Zo passeerden ze tweemaal langs de kassa: een keer door drugs te verkopen aan verslaafden, een tweede keer door die verslaafden op te vangen in een van hun centra.

In Nederland kwam aan het licht dat een aangehouden handelaar in synthetische drugs mee had betaald voor de renovatie van de kerk in Sint-Willebrord. Een wietdealer kocht en verbouwde dan weer een grote manege waar gehandicapte kinderen gratis mochten ponyrijden. Later bleek dat de man in zijn manege tegelijk een wietplantage was begonnen.

Bij een voetbalclub werden jeugdspelers ingezet als drugsrunners.

Aanzien kopen

Het zijn allemaal criminelen die zich met misdaadgeld aanzien en steun ‘kopen’ in de reguliere maatschappij. Infiltreren is misschien een groot woord, maar het komt wel in de buurt, zegt Annemie De Boye. Zij is coördinator van het Arrondissementeel Informatie- en Expertisecentrum Limburg (ARIEC). Dat is een afdeling van de federale politie die gemeentebesturen ondersteunt in hun strijd tegen de georganiseerde misdaad.

‘Mijn interesse in dit fenomeen werd gewekt door een Nederlands rapport, Ondermijning door criminele weldoeners van het wetenschappelijk bureau Bruinsma. Dat is een onderzoekscentrum dat beleidsadviezen geeft aan politie, justitie en gemeenten in Nederland. Dat bureau had ontdekt dat ruim een derde van alle gemeentebesturen hiermee geconfronteerd werd. Hoe groter de gemeente, hoe meer kans op criminele weldoeners. We vroegen ons af of dat fenomeen bij ons al was doorgedrongen.’

Dat werd snel duidelijk op een congres van Limburgse burgemeesters en korpschefs van de politie. ‘We vroegen bij handopsteking wie iets herkende in de Nederlandse cases. Tot onze grote verbazing stak de helft van de aanwezigen de hand op. Dat was voor ons een duidelijk signaal om hiermee verder te gaan.’ Alle Limburgse gemeenten werden schriftelijk ondervraagd en er volgden enkele diepte-interviews.

Sportclubs

Getuigenissen leerden dat er nauwelijks verschillen zijn tussen Nederlandse en Vlaamse knuffelcriminelen. Het Nederlandse onderzoek toont aan dat crimineel weldoenerschap het vaakst voorkomt bij sportverenigingen, en dan vooral bij voetbalclubs. Gevechtssportclubs komen op de tweede plaats. Het gaat dan om criminelen die een club overnemen of sponsoren, of locaties huren. Annemie De Boye: ‘We hoorden van een criminele motorclub die een zak cashgeld gaf aan een sportvereniging voor de huur van een lokaal. De kantine van de club gebruikten ze om drugs te dealen, met de huur werd geld witgewassen.’ Bij een andere voetbalclub werden drugs verstopt in de kleedkamers, vonden illegale pokertornooien plaats in het gehuurde lokaal en werden jeugdspelers ingezet als drugsrunners.

Op die manier, aldus Annemie De Boye, vervagen de grenzen tussen onder- en bovenwereld. Uit het Nederlands onderzoek bleek ook dat bestuurders van clubs werden omgekocht om illegale activiteiten en witwaspraktijken door de vingers te zien.

In een andere Limburgse gemeente werd een burgemeester benaderd door een cocaïne-importeur die op het hoogtepunt van de coronacrisis een grote lading mondmaskers gratis aanbood. Hij hoopte zo een goede reputatie op te bouwen. De burgemeester ging er niet op in omdat hij vermoedde dat er een luchtje aan het geld zat. Dat was een moedige, maar niet evidente beslissing, zegt procureur Vermeiren. ‘Sommige mensen zijn heel goedgelovig en dus een makkelijk slachtoffer van zulke types, maar je mag ook niet onderschatten hoe inventief en overtuigend ze kunnen zijn. Hoe kun je immers weten of het om misdaadgeld gaat? Dat is niet simpel. Ik las onlangs een gesprek met de rector van een prestigieuze Britse universiteit. Hij vertelde dat hij de indruk had dat de studies van sommige studenten betaald werden door misdaadorganisaties. De bedoeling is dat die studenten later de brains worden van zo’n organisatie. Je ziet dat met geld alles te koop is.’

Koning van de wijk

De andere categorie zijn de weldoeners die een goed doel ondersteunen. Zo was er een criminele motorbende die een toertocht organiseerde om geld in te zamelen voor de organisatie Fighters Against Cancer. In de mijnstreek zijn er nog altijd dubieuze motorbendes die ride outs houden om geld in te zamelen voor de familie van overleden kompels. Nog cynischer is het voorbeeld van de jaarlijkse motorritten voor de slachtoffers van de busramp in het Zwitserse Sierre in 2012, waar 28 doden vielen, vooral schoolkinderen. Een motorbende organiseerde een geldinzameling voor de slachtoffers en legde daar zelf een berg cash misdaadgeld bovenop. Op die manier worden twee geldstromen gemixt en wordt misdaadgeld ongemerkt witgewassen.

Onderschat niet hoe inventief en overtuigend deze criminelen kunnen zijn.

Procureur Guido Vermeiren

Ten slotte zijn er de zogenaamde ‘wijkkoningen’, zoals procureur Vermeiren ze noemt. ‘Dat zijn criminelen die zich in een wijk vestigen en daar het publieke gezag overnemen. Een beetje zoals de maffia in Italië. Wijkkoningen zijn mensen bij wie je altijd terechtkunt met een vraag, zoals een job vinden of een goedkope gsm, of iemand laten afdreigen. Dat heeft als resultaat dat burgers aan de wijkkoning loyaal worden en hem bijvoorbeeld tippen als er een politiepatrouille in de buurt is.’ Vermeiren herinnert zich de zaak van een cocaïneboer die bananen uitdeelde in zijn wijk. Achteraf bleek dat die bananen de dekmantel waren geweest van drugsleveringen via de haven van Antwerpen.

Bergen cash

Dat weldoenerschap is mogelijk dankzij de grote hoeveelheden cash waarover de knuffelcriminelen beschikken. Vermeiren: ‘Uit een onderzoek van de Europese Unie blijkt dat de criminele industrie jaarlijks goed is voor een omzet van 139 miljard euro. Een vergelijkbaar onderzoek over Nederland raamt de criminele omzet op ongeveer 16 miljard euro. Slechts 368 miljoen euro daarvan wordt in beslag genomen. De hoeveelheid cash die in het misdaadmilieu blijft hangen, is dus enorm. Dat geld gebruikt het voor de ondermijning van onze samenleving.’ Cijfers over België zijn er niet.

Vermeiren vindt het belangrijk om de strijd op te voeren. Dat is geen eenvoudige zaak. Economisch weldoenerschap is immers geen misdrijf. Geld geven aan een goed doel evenmin. Geld witwassen is dat wel, maar is vaak moeilijk te bewijzen. Onbewust drugsgeld aannemen om het wit te wassen is ook een misdrijf. ‘Dat beseffen veel Vlamingen niet goed.’

Een puur strafrechtelijke aanpak zal volgens procureur Vermeiren niet volstaan. Die moet worden aangevuld met een bestuurlijk handhavingsbeleid. ‘Dat betekent dat we de economische en sociaal verworven machtsposities van die criminele groepen moeten verstoren, bijvoorbeeld door een horecazaak te sluiten als blijkt dat die een dekmantel is voor een criminele organisatie.

Het fenomeen is moeilijk te bestrijden. Geld geven aan een goed doel is niet strafbaar.

‘Daarom zijn we samen met de provincie Limburg en het ARIEC begonnen met een sensibiliseringsactie. We vragen aan verenigingen of personen die benaderd worden door dat soort individuen om dat te melden. De samenleving moet weerbaarder worden.’ Steven Matheï (CD&V), burgemeester van Peer, is het daar helemaal mee eens. ‘Ik volg al enkele jaren het fenomeen in Nederland, omdat ik vrees dat het onze regio zal besmetten. Hetzelfde gebeurde met de drugscriminaliteit. Grensgemeenten als Peer zijn daar zeer gevoelig voor. Ik denk dat de knuffelcriminaliteit op dit ogenblik vaker voorkomt bij onze Nederlandse buren, maar dat kan snel overslaan.’

Rode vlaggen

Matheï stelde daarom een lijst op van ‘rode vlaggen’, indicatoren die kunnen wijzen op crimineel weldoenerschap. ‘Het is vaak niet evident om het te herkennen. Daarom spreek ik in mijn gemeente de verenigingen daarop aan: let op als er plots een onbekende weldoener contact opneemt. Sommige verenigingen vonden in het begin dat ik overdreef, tot die zogenaamde sponsor plots aan de haal ging met de kassa.’

Het idee van de rode vlaggen is ondertussen overgenomen door het ARIEC. Annemie De Boye: ‘Alle wijkagenten kregen hierin een opleiding, en we hebben een brochure laten maken. Het komt erop neer dat we gevoeligheid en waakzaamheid voor dat soort criminelen willen creëren.’

Op dit ogenblik is er vooral in Limburg aandacht voor het fenomeen, maar volgens Vermeiren en De Boye komen criminele weldoeners net zo goed voor in de andere provincies.

Sinds het verspreiden van de brochure kwamen er bij het ARIEC al verschillende meldingen binnen over knuffelcriminelen. ‘Cijfers hebben we nog niet’, zegt Vermeiren, ‘maar we merken wel een grotere alertheid voor het verschijnsel.’

HOE HERKEN JE EEN KNUFFELCRIMINEEL?

Wat doet vermoeden dat er een knuffelcrimineel in het spel is? De brochure van het ARIEC geeft enkele voorbeelden.

1. Er is een geldschieter die niets op papier wil zetten.

2. Een onbekende weldoener legt een grote som cash op tafel om een club in financiële moeilijkheden uit de nood te helpen.

3. Iemand doet contante betalingen aan goede doelen, spelers of bestuurscomités.

4. Iemand heeft verdachte financieringsbronnen.

5. Een bestuurder in een (sport)vereniging laat het plotseling heel breed hangen of leeft boven zijn stand.

6. Een vereniging heeft een eigen clubhuis, maar heel weinig leden.

7. Sportclubs stijgen opvallend snel in niveau.

8. Op ongebruikelijke uren staan dure auto’s bij de club geparkeerd.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content