Walter De Smedt
‘Is een werkstraf een echte straf?’
Gewezen strafrechter Walter De Smedt heeft begrip voor de vragen die gesteld worden bij de werkstraffen die zijn uitgesproken in het proces over de dood van Sanda Dia.
Op het eind van zijn opiniestuk over de uitspraak in het Reugom-proces, schrijft Hugo Lamon: “Rechters moeten niet behagen, maar wel de orde in de samenleving herstellen. Daar lijken ze in geslaagd”. Het eerste is waar, maar laat mij aan het tweede twijfelen. Als je de commentaren in de media leest is de orde niet hersteld. In tegendeel, er kwamen afgelopen weekend zelfs in verschillende steden betogingen van. Vandaar dat ik er ook wat wil aan toevoegen.
Toen de werkstraf werd ingevoerd had ik daar een grote vraag bij: is werken nu een echte straf geworden? Dat is toch wat wij iedere dag doen? Het enige wat je er als bestraffend kan aan vinden is dat je het niet gevraagd hebt en het niet betaald wordt. Een dienst aan de maatschappij omdat je er tegen gezondigd hebt. Is dat dan strafrecht of sociologie?
Nieuw is het niet. De Romeinen kenden reeds de “condemnatio ad opera publica”. Maar dat was een geheel andere benadering van het begrip werken. Dat de gedachte aan een werkstraf ten tijde van het nieuw sociaal verweer werd ingevoerd, had de achterliggende reden dat korte gevangenisstraffen een negatief effect hebben op de delinquente persoon, waardoor de wetgever op zoek ging naar alternatieven. Die vond hij in de vorm van probatie opschorting en probatie uitstel. Daardoor kon de rechter al de straf opschorten of de uitvoering er van uitstellen als de dader er mee instemde en er een aantal voorwaarden aan koppelen. Waarom moest de werkstraf er aan toegevoegd worden?
Dat de werkstraf bij ons in 2002 een “autonome straf”, een straf die zonder meer kan worden opgelegd, is geworden had niet enkel te maken met de re-integratie in de maatschappij. Politiek was het vooral een middel om te ontsnappen aan de overbevolking van de gevangenissen.
Indien het uiteindelijk bereikte gevolg van de werkstraf beter is dan een gevangenisstraf is dat natuurlijk een doorslaggevend element. Dit moet evenwel vanuit twee kanten worden bekeken. Wat is het resultaat voor diegene die als straf moet werken? En wat is het gevolg voor de gehele maatschappij? Er van uitgaande dat een straf pas een straf is indien het als dusdanig wordt ervaren, is het enige onderscheid met al wie werkt bij openbare diensten van de Staat, de gemeenten, de provincies, de gemeenschappen en de gewesten of bij stichtingen met een sociaal, wetenschappelijk of cultureel oogmerk, de niet verloning.
Hoe ervaart de gemeenschap deze vorm van bestraffing? Als het om kleine feiten gaat, het roken van een joint of een enkele winkeldiefstal, stoort niemand zich er aan. Als het gaat om een volgehouden levenswijze die duidt op een asociale instelling, een desintegratie uit wat voor de meesten een normale maatschappij is, wordt dat anders. Dan wordt de kloof tussen de éne en de andere zichtbaar.
Als je voorgaande bedenkingen toepast op de uitspraak in het Reuzegomproces is de opgelegde werkstraf voor allen niet evident. De feiten toonden een aangehouden levenswijze die geheel ontoelaatbaar is en de dood van een student tot gevolg had. Je kan hier spreken van een totaal uit de hand gelopen “traditie”, die voorgaanden heeft gekend. Dat niemand op het ogenblik van de feiten het besef had van wat er verkeerd aan was en de “doop” werd doorgezet toont een verregaande “normvervaging”.
Het is dan ook de vraag hoe je aan dit fenomeen een eind kan stellen. Is een werkstraf van driehonderd uur daarvoor voldoende? Welk signaal wordt daardoor aan de samenleving gegeven? Het antwoord vind je op de sociale media en dat is niet eenduidig. Het gaat in dezelfde richting als de toenmalige vorm van de uitgebreide minnelijke schikking door de afkoopwet. Ook hier lijkt het voor velen op een “uitgebreide schikking”.
Voor wie iedere dag moet gaan werken en met wat hij er voor betaald wordt met moeite kan rondkomen, is de gedachte dat de Reuzegommers binnenkort een beter betaalde job zullen krijgen die het verlies van enkele maanden zonder loon, wat dan wellicht familiaal zal worden bijgepast, geen straf. Voor de advocaten, de rechters of notarissen die er wellicht uit voortkomen is dat hopelijk wél het geval.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier