Hoe vaak duiken politici op in rapporten van de Staatsveiligheid?
De Staatsveiligheid heeft deze legislatuur acht meldingsnota’s opgesteld over Belgische politieke mandatarissen die actief of passief bijdragen aan een dreiging. Dat meldt VRT NWS. Hoe vaak duiken onze politici op in rapportjes van de inlichtingendiensten?
Sinds Der Spiegel, Le Monde en Financial Times eind vorig jaar de gelekte berichten tussen oud-senator Frank Creyelman (Vlaams Belang) en een Chinese spion publiceerden, staat het thema prominent in de politieke actualiteit: hoe vaak duiken politici op in rapporten van de Staatsveiligheid?
O ironie: het was Franks broer en kamerlid Steven Creyelman (Vlaams Belang) die daarover in maart 2020 zelf nog een schriftelijke vraag stelde aan de regering. Uit het antwoord waarover De Tijd toen berichtte, bleek dat de Staatsveiligheid het jaar daarvoor 360 documenten had opgesteld waarin de naam van een of meer politieke mandatarissen voorkwam.
Ook in 2019 sloeg de Staatsveiligheid zeven keer alarm door de minister van Justitie en de premier in een meldingsnota te informeren over politici die ‘een bijdrage leverden tot de totstandkoming van een dreiging’. Sinds 2009 is de dienst verplicht om zo’n zaken te melden aan de minister van Justitie.
Van burgemeester tot Eurocommissaris
VRT NWS bracht vrijdagochtend een update van die cijfers over ‘meldingsnota’s’: sinds oktober 2020, het begin van de legislatuur, stelde de Staatsveiligheid acht keer zo’n nota’s over één of meerdere politici op: 6 in 2021, 1 in 2022 en 1 in 2023. Volgens VRT is het ‘goed mogelijk’ dat die laatste melding ging over Steven Creyelman. Niet over Frank Creyelman alleszins, want enkel vanaf het niveau burgemeester – tot en met Eurocommissaris – stelt de inlichtingendienst zo’n meldingsnota’s op.
Hoeveel namen van politici deze legislatuur in totaal opdoken in allerhande andere rapporten van de inlichtingendienst, hebben de Staatsveiligheid en het kabinet-Justitie (nog) niet vrijgegeven. Bij de militaire inlichtingendienst ADIV laat woordvoerder Bernard Vanhecke weten dat ‘in 2023 géén dossier is opgesteld in verband met Belgische politici’.
Radicale imam
‘Meldingsnota’s gaan over Belgische politieke mandatarissen waar onderzoek op gebeurt, omdat ze actief of passief bijdragen aan een dreiging’, zegt een woordvoerder van de Staatsveiligheid aan Knack. ‘Die 8 meldingsnota’s van deze legislatuur gaan hoofdzakelijk over spionage en inmenging, maar ook over extremisme –en dat kan zowel religieus als ideologisch extremisme zijn. In zo’n meldingsnota kunnen meerdere namen van politici staan. We melden dat ze opduiken in een onderzoek, het thema wordt toegelicht, en we kondigen de stappen aan die we gaan ondernemen.’
(lees verder onder de preview)
Natuurlijk duiken politici veel vaker op in allerhande andere nota’s en rapporten van de Staatsveiligheid dan in die meldingsnota’s. Bijvoorbeeld omdat er extremisten voor hun huis betogen, ze deelnemen aan een debatavond met een radicale imam, of ze uitgenodigd worden voor een buitenlandse studiereis nadat ze eerder gespot waren op ambassaderecepties van dat land. Pas wanneer ze bijdragen aan een dreiging, gaat er een meldingsnota naar de minister.
Vlaams Blok
De kwestie heeft sowieso altijd al gevoelig gelegen: mag een inlichtingendienst eigenlijk wel verkozenen des volks opvolgen, temeer daar zo’n dienst zelf toch ook werkt in opdracht van de politieke wereld?
Al in 1997 bestelde een Ecolo-parlementslid hierover een onderzoek bij het Comité I, het toezichtsorgaan van onze inlichtingendiensten. Dat kwam tot de conclusie dat de Belgische inlichtingendiensten dossiers hadden op naam van een aantal parlementsleden van Ecolo en Agalev (nu Groen!). Maar voornamelijk Vlaams Blok/Belang loopt als een rode draad doorheen de discussies van de voorbije decennia.
In 2004 zou de Staatsveiligheid haar allereerste jaarverslag ooit gaan publiceren. Maar hoewel de rapporten al gedrukt waren, werd de persconferentie erover op het allerlaatste nippertje afgeblazen. Naar verluidt lag het té gevoelig dat de Staatsveiligheid een apart hoofdstukje over Belgisch extreemrechts had voorzien, met ook informatie over het Vlaams Blok. De Staatsveiligheid noemde bovendien de vernieuwde naam ‘Vlaams Belang’ een ‘esthetische ingreep’ verwijzend naar ‘een aantal satellietorganisaties van de partij’. Ook over Front National had de Staatsveiligheid in haar eerste jaarverslag geschreven. Maar dat rapport is dus nooit officieel voorgesteld. Al lekte het inmiddels wel uit in de pers.
(lees verder onder de preview)
Compromitterende info
Twee jaar later ontdekte het Comité I tijdens een huiszoeking bij de Staatsveiligheid geheime ‘gereserveerde’ dossiers over politici. Volgens De Morgen ging het om een tweehonderdtal illegale dossiers met compromitterende informatie, bewaard in een grote afgesloten metalen kast: ‘Ze werden aangelegd op bevel van Albert Raes, die van 1977 tot 1990 administrateur-generaal was.’
Nadat de kwestie aan het licht kwam, riep toenmalig minister van Justitie Stefaan De Clerck (CD&V) de informatieplicht in het leven: voortaan moest de Staatsveiligheid het melden wanneer ze een federaal parlementslid in de gaten hield. Verder bleek destijds dat de geheime dienst vooral groene en extreemrechtse politici in de gaten hield.
Scientology
In 2013 speelde de kwestie opnieuw op. Bart Debie, voormalig Antwerps-politiecommissaris en veiligheidsadviseur van Filip Dewinter (Vlaams Belang), onthulde toen dat hij van 2007 tot 2010 informant was geweest van de Staatsveiligheid. Hij verschafte de dienst onder meer info over de buitenlandse contacten en geplande reizen van Dewinter.
Later dat jaar volgde tumult over de Scientologykerk, die contacten had gelegd in de Belgisch-Congolese gemeenschap. In een rapport dat de Staatsveiligheid daarover had opgesteld, stonden namen van enkele politici – zoals een Brussels Staatsecretaris. Volgens het Comité I had de Staatsveiligheid de politici niet geviseerd om onheuse redenen. Maar de informatieplicht was niet altijd correct nageleefd.
Wereld op zijn kop
In de nasleep van de affaire-Creyelman volgde ook hernieuwde aandacht voor de Chinese contacten van Vlaams parlementslid Filip Dewinter. In 2018 al bleek dat hij al zes jaar in verbinding stond met Shao Changchun, een Chinese spion. Het openbaar ministerie oordeelde dat er geen sprake was van strafbare feiten.
Dewinter zou via Changchun ook mondmaskers hebben laten overkomen uit China. Dat bleek uit een nota die eind december op het kernkabinet werd besproken en uitlekte in de Gazet Van Antwerpen. Sindsdien buigt de deontologische commissie van het Vlaams parlement zich over Dewinters Chinese contacten. Ze vroeg bijkomende informatie op bij de Staatsveiligheid.
Aanvankelijk leek het er even op dat het Vlaams Parlement de Staatsveiligheid zou vragen om alle parlementsleden systematisch te gaan screenen. Maar die bevoegdheid heeft de inlichtingendienst niet. Het zou ook de wereld op zijn kop zijn.
Legislatuur
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier