Lilith Roggemans

‘Grensoverschrijdend gedrag? Theatrale lippendienst volstaat niet’

Lilith Roggemans Afdelingshoofd Gendergerelateerd Geweld (Agentschap Justitie en Handhaving)

‘Het gemak waarmee dit soort verhalen waarin slachtoffers van grensoverschrijdend gedrag en misbruik niet ernstig genomen worden, vandaag nog altijd voorbij kabbelen alsof het nu eenmaal “part of the game” is, stuit mij tegen de borst’, schrijft Lilith Roggemans, die aan het hoofd staat van de dienst Gender Gerelateerd Geweld.

Als hoofd van de dienst Gender Gerelateerd Geweld waar het ‘Vlaams Meldpunt voor Grensoverschrijdend Gedrag’ en ‘de Commissie Historisch Misbruik’ onder vallen, voel ik mij geroepen om aan de alarmbel te trekken bij drie opvallende verhalen die recent in de pers zijn verschenen. Ze illustreren hoe slachtoffers van misbruik en grensoverschrijdend gedrag nog steeds niet ernstig genomen worden.

Meer nog, ze geven blijk van een volgehouden mentaliteit van willekeur in de behandeling van klachten. Het gemak waarbij dit soort verhalen voorbij kabbelen alsof het nu eenmaal “part of the game” is, stuit mij tegen de borst.

Twee van de verhalen spelen zich af bij een -jammer genoeg- oude bekende inzake misbruik: de katholieke kerk. Al decennialang raakt het instituut wereldwijd in opspraak door grootschalig misbruik van kinderen en volwassenen. Een realiteit waarvoor de paus zich onlangs nog excuseerde bij slachtoffers in ons land. Hij benadrukte daarbij de schande die misbruik over de kerk had afgeroepen, het belang van een preventieplan en een eerlijke, correcte houding ten opzichte van slachtoffers. Bovenal riep hij de Kerk op tot actie in de duidelijke woorden: “De misbruikers moeten worden veroordeeld, daarvoor is moed nodig. Degenen die misbruik plegen, moeten worden berecht, of het nu leken, priesters of bisschoppen zijn.”

Het staat in schril contrast met de gebeurtenissen in de abdij van Keizersberg waar een man meermaals werd aangerand door een pater, bij de Kerk klacht indiende en er twee jaar helemaal niks gebeurde. Tot op het moment dat er ook bij het parket klacht werd ingediend. Pas dan schoot de Kerk in actie en doekte ze de gemeenschap op. De betrokken paters werden opgedeeld en naar verschillende gemeenschappen gestuurd. Waar ze strikt worden opgevolgd in afwachting van een proces? Waar ze nieuwe feiten kunnen plegen? We hebben er het raden naar.

Begin deze maand was het opnieuw raak. Een bejaarde pater wordt voor de tweede keer in verband gebracht met grensoverschrijdend gedrag en ongewenste aanrakingen. Een confrater stelt voor om de zaak aan ta pakken via het “kerkelijk recht” in plaats van het “burgerlijk recht”. Concreet betekent dit: als de bewuste pater bereid is zijn ontslag in te dienen en te verhuizen naar een ander huis van de congregatie, konden “de zaken rustig verder opgevolgd worden”. Laat me hierover heel duidelijk zijn. Het kerkelijk recht heeft in geval van een misdrijf In België net zo veel impact als de sharia of de halacha. Geen dus.

Rest de vraag: heeft de Kerk wel geleerd uit haar verleden? Of is het verleden gedoemd zich te blijven herhalen? Ik vrees het laatste. Ook andere slachtoffers stellen vast dat meldingen binnen de Kerk niet resulteren in een krachtige aanpak met een transparante opvolging. Pas wanneer slachtoffers naar de pers stappen en zichzelf zo extra kwetsbaar maken, steekt de zorg voor het imago de kop op. Dat heeft meer weg van theatrale lippendienst dan een aanpak van het probleem.

En de Kerk is niet alleen in die willekeurige aanpak van klachten. Zelfs bij de VRT wordt op zijn zachtst gezegd, slordig omgesprongen met meldingen van grensoverschrijdend gedrag. In die mate zelfs dat ze niet worden opgenomen en ontkend. Hulpkreten blijven rustig schimmelen in een mailbox. Ik ga me niet wagen in het kluwen van de VRT-perikelen.

Maar iedere klacht acteren en opvolgen, is de kern van een goed beleid tegen grensoverschrijdend gedrag. Ook als die klacht ongeloofwaardig is of bedoeld is om iemands reputatie te beschadigen. Je creëert geen schuld door iedere klacht op te nemen en te onderzoeken, je waarborgt de veiligheid van je bedrijf. Als dat niet gebeurt, is het dode letter. De machtigste figuren buiten schot laten, is het grensoverschrijdend gedrag normaliseren.

Met het Vlaams Meldpunt voor Grensoverschrijdend Gedrag hebben we de ambitie om melders én meldpunten bij te staan. Wanneer de melder het gevoel heeft dat zijn melding geen enkel effect heeft, kan hij Vlaams Meldpunt vragen om de zaak mee op te volgen en adviezen te geven. Datzelfde extra paar ogen kan ook nuttig zijn voor een intern meldpunt dat onder druk wordt gezet om bepaalde dossiers niet op te volgen. Noem het gerust een verzekering voor een klacht.

Een correct functionerend meldpunt voor grensoverschrijdend gedrag moet even evident zijn als de verplichte verbanddoos op het werk. We bewijzen er in onze samenleving al veel lippendienst aan maar zijn er nog lang niet. We talk the talk. We don’t walk the walk.

Lilith Roggemans is Afdelingshoofd Gendergerelateerd Geweld bij het Vlaams Agentschap Justitie en Handhaving.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content