Geweld Antwerpse gevangenis: advocaten slachtoffer dienen klacht in voor schuldig verzuim
De advocaten van het slachtoffer van het zwaar geweld in de Antwerpse gevangenis dienen klacht in voor schuldig verzuim. Dat hebben ze verklaard aan VRT NWS. De klacht is voorlopig tegen onbekenden gericht, verder onderzoek zal moeten uitwijzen wie zich er precies aan schuldig zou hebben gemaakt.
Uit een intern onderzoek van het Gevangeniswezen is gebleken dat er tijdens de periode waarin de folteringen in een cel in het arresthuis in de Begijnenstraat plaatsvonden, drie verschillende meldingen zijn gebeurd van het incident. Pas toen de directeur rechtstreeks op de hoogte werd gebracht, toen het geweld al enkele dagen aan de gang was, werd er ingegrepen. Door de hoge werkdruk kon het personeel geen diepgaande controles uitvoeren, klinkt het. Er liep ook een staking in de gevangenis, uitgerekend om de werkomstandigheden aan te kaarten.
Advocaat Sven Mary, die het slachtoffer mee vertegenwoordigt, stelt dat er fouten zijn gemaakt en de man minstens 24 uur vroeger uit zijn benarde situatie had kunnen worden verlost. Wie verantwoordelijk is voor die fouten, zal verder onderzoek moeten verduidelijken, stelt hij. “Er zijn ministers van Justitie moeten vertrekken, omdat een map op een verkeerde plaats werd gelegd, met dramatische gevolgen”, aldus nog Mary aan VRT NWS. “Hier zijn geen doden gevallen, maar er is iemand sociaal, fysiek en mentaal dood: hij is een plant.”
“Drie meldingen over cel voor feiten werden ontdekt”
Het personeel van de gevangenis van Antwerpen heeft tussen zondagavond 10 maart en dinsdagmiddag 12 maart drie meldingen ontvangen over de cel waarin een gedetineerde dagenlang werd gefolterd, vooraleer de feiten op dinsdagavond door de directie werden ontdekt. Dat blijkt volgens de FOD Justitie uit een eerste intern onderzoek van het Gevangeniswezen.
Een 41-jarige gedetineerde werd op dinsdagavond 12 maart met levensbedreigende verwondingen aangetroffen in zijn cel in de Begijnenstraat in Antwerpen, die hij deelde met vijf medegedetineerden. De vijf werden gearresteerd en aangehouden, drie onder hen voor moordpoging, verkrachting en foltering, de twee anderen voor schuldig verzuim. De daders bleken de feiten ook te hebben gefilmd en die beelden te hebben verspreid.
De feiten kwamen pas aan het licht toen gevangenisdirecteur An Janssens er rechtstreeks melding van kreeg. Nu blijkt uit intern onderzoek dat er eerder al drie meldingen over de bewuste cel tot bij het personeel kwamen: zondagavond 10 maart rond middernacht was er sprake van “tumult” in de cel, maandag om 17 uur werd er een telefonische melding gedaan over het slachtoffer, en dinsdagmiddag stelde een medegedetineerde tijdens de etensbedeling dat er iets gaande was met een andere gedetineerde.
“De werkdruk en het feit dat de daders alle mogelijke acties hebben ondernomen om de feiten te verbergen, hebben ertoe geleid dat die signalen onvoldoende aandacht kregen”, stelt het Gevangeniswezen. “Op zulke momenten focust het gevangenispersoneel zich op de meest elementaire zaken (etensbedeling en medisch consult).”
Ook het vakbondsfront had in een eigen analyse van het incident aangegeven dat de bewakers gebukt gingen onder de overbevolking van gedetineerden en onderbezetting van het personeel. In de loop van de folteringen waren er bovendien twee opeenvolgende 24 urenstakingen in de gevangenis, van zondagavond 22 uur tot en met dinsdagavond 22 uur. Maandag waren er over de hele dag in totaal 35 medewerkers (26 procent) voor 718 gedetineerden aanwezig, dinsdag 47 medewerkers (of 34 procent). “Het aantal personeelsleden dat tijdens een stakingsdag minimaal aanwezig moet zijn, werd niet behaald”, stelt het Gevangeniswezen.
“Er was onvoldoende personeel om de normale werking van een gevangenis te waarborgen; dat tekort werd nog versterkt door het groot aantal gedetineerden.”
Het Gevangeniswezen wil naar eigen zeggen als organisatie lessen trekken uit het incident, om te voorkomen dat dergelijke feiten zich nog zouden voordoen. “We gaan na hoe we onze werking kunnen verbeteren”, klinkt het. “We betreuren het leed dat de gedetineerde in kwestie onderging diep. We erkennen ook dat de verschrikkelijke feiten een grote impact hebben gehad op de personeelsleden die zich dagelijks met hart en ziel inzetten. We willen onze dank en waardering uitdrukken.”
Van Tigchelt wil “aan de slag” met feit dat minimumbezetting niet werd gehaald
Minister van Justitie Paul Van Tigchelt (Open VLD) wil “aan de slag” met het feit dat de Antwerpse gevangenis niet aan de minimale personeelsbezetting kwam toen een gedetineerde er tijdens een staking dagenlang zwaar werd gemarteld. Dat zei hij dinsdagavond op Radio 1. Hij spreekt van een “politieke verantwoordelijkheid”, maar ontslag is “niet aan de orde”.
Op dinsdagavond 12 maart werd in de gevangenis van Antwerpen een 41-jarige gedetineerde aangetroffen met levensbedreigende verwondingen. De man bleek dagenlang gefolterd te zijn door zijn medegedetineerden. De feiten kwamen pas aan het licht toen de gevangenisdirecteur er rechtstreeks van op de hoogte werd gebracht, maar vandaag bleek dat het personeel tussen zondagavond en dinsdagmiddag al drie meldingen ontving.
Minister van Justitie Paul Van Tigchelt bevestigde dinsdag op Radio 1 dat er inderdaad drie eerdere signalen zijn geweest. Maar op maandag en dinsdag was er een staking en was er “onvoldoende personeel om de basistaken en de veiligheid te kunnen garanderen”, gaf hij aan. Dat is een “politieke verantwoordelijkheid die ik nu moet opnemen”, vond hij. “In het verleden zijn er afspraken gemaakt tussen de politiek en de vakbonden over een minimale bezetting tijdens stakingen. Die is nu niet gehaald. (…) Ik zal de laatste zijn om het aanwezige personeel met de vinger te wijzen, maar er schort wel iets aan het systeem.”
De minister “moet daarmee aan de slag”, zei hij. Wat er concreet moet gebeuren, zei hij niet.
Of er ook sprake was van nalatigheid in de gevangenis, wilde Van Tigchelt niet kwijt omdat het gerechtelijk onderzoek nog loopt. Hij wees er wel op dat het gevangenispersoneel naast overbevolking ook kampt met een toename van gedetineerden met verslavingen en psychische problemen. De hoofdverdachte van de folterpraktijken in Antwerpen zat een zware gevangenisstraf uit vanwege drugsfeiten en werd al overgeplaatst vanuit de gevangenis van Hasselt na eerdere problemen, gaf de minister aan.
Van Tigchelt zei tot slot dat hij ter beschikking staat van het parlement en dat hij zijn verantwoordelijkheid in het dossier zal nemen. De vraag tot ontslag, van oppositiepartijen N-VA en Vlaams Belang, is volgens hem echter “niet aan de orde”. “Ik doe mijn werk. We hebben een bepaalde visie die we uitvoeren en daarmee gaan we verder.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier