Ex-spion Staatsveiligheid veroordeeld voor schending beroepsgeheim: ‘zeer ernstig’ zegt de rechtbank
Een voormalige inspecteur van de Staatsveiligheid is door de Brusselse rechtbank van eerste aanleg veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf met uitstel wegens schending van zijn beroepsgeheim. Dat vernamen Knack en Le Soir.
Informanten rekruteren en contact met hen onderhouden behoort tot het vakmanschap van elke inlichtingendienst. Soms is dat een spel van geven en nemen: de informantenrunner wil natuurlijk nuttige informatie loskrijgen uit zijn bron en geeft daarvoor zelf al eens een klein puzzelstukje informatie prijs. Maar hoever mogen inlichtingenofficieren daarin gaan? Vanaf welk moment worden de rollen omgekeerd?
In een vonnis van 16 november 2023, dat Knack kon inkijken, trekt de Brusselse rechtbank van eerste aanleg een duidelijke rode lijn. Voor zover Knack kon nagaan is het de eerste keer sinds het einde van de Koude Oorlog dat een (ex-)medewerker van de Staatsveiligheid is veroordeeld voor het schenden van zijn ‘beroepsgeheim’ en ‘bijzondere geheimhoudingsplicht’.
Hart op de juiste plaats
X werkte jarenlang als inspecteur bij de buitendiensten van de Staatsveiligheid – de inlichtingenofficieren die het veldwerk verrichten. Hij was er gespecialiseerd in het aansturen van bronnen in het domein Afrika. Maar in de periode van 23 oktober tot 25 november 2021 ging hij daarbij volgens de rechtbank zijn boekje te buiten, onder meer in Grimbergen en Verviers.
Minstens in één telefoongesprek, op 29 oktober 2021, had hij volgens de rechter aan een ‘gesprekspartner’ informatie doorgespeeld nadat hij eerst opzoekingen had gedaan in de interne databank van de Staatsveiligheid. Maar wat bleek? Die gesprekspartner stond zélf onder telefoontap. En dus kon de Staatsveiligheid woord voor woord vernemen wat X – die bij zijn collega’s bekendstond als een gedreven inspecteur met het hart op de juiste plaats – aan zijn bron had prijsgegeven.
ANPR-camera’s
Knack vernam dat de hele zaak van start ging op basis van een niet-geclassificeerd pv dat door de BIM-commissie is overgemaakt aan het federaal parket. De BIM-commissie, die die info bevestigt, ziet toe op het gebruik van bijzondere inlichtingenmethoden (zoals telefoontap) door de Staatsveiligheid en de militaire inlichtingendienst ADIV.
Het openbaar ministerie startte een onderzoek en schakelde daarvoor onder meer de enquêtedienst van het Comité I in (het toezichtsorgaan van de Belgische inlichtingendiensten). Verder werden in het strafdossier onderschepte telefoongesprekken geanalyseerd, gebeurde er een zendmastenonderzoek en zijn ook de gegevens van ANPR-camera’s bestudeerd.
Het proces tegen X, die inmiddels al ontslag had genomen als inspecteur bij de Staatsveiligheid, ging van start in juni 2023 en werd achter gesloten deuren behandeld.
Signal
Volgens het vonnis betwistte X de hem verweten feiten niet, maar vroeg hij om rekening te houden met de context. Maar dat argument overtuigde de rechtbank niet.
‘De beweringen van beklaagde dat hij enkel beperkte informatie bevestigde, dan wel van plan was om een verslag op te maken doch hij hiervoor uiteindelijk de kans niet kreeg, zijn niet in overeenstemming met de voorliggende elementen een de feitelijke context die daaruit blijkt’, staat te lezen in het vonnis.
‘Uit de afgeluisterde gesprekken en de daarin gebruikte bewoordingen komt immers naar voren dat beklaagde de opzoeking in de database verrichte om zijn gesprekspartner de gevraagde inlichtingen – onderworpen aan het beroepsgeheim – te verstrekken, beklaagde geenszins zinnens was een rapport op te stellen, en op een gegeven moment zijn gesprekspartner voorstelde om via de app “Signal” verder te converseren, daar hij vermoedde dat zijn gesprekken met betrokken persoon werden afgeluisterd. (…) Dat beklaagde niets in ruil zou hebben verkregen dan wel er geen daadwerkelijke schade zou zijn berokkend volgens beklaagde, is totaal irrelevant voor de beoordeling van de schuldvraag.’
Smetteloze staat van dienst
De rechtbank noemt de feiten ‘zeer ernstig’. Ze stelt dat een ambtenaar van de Staatsveiligheid steeds ‘vertrouwenwekkend’ moet handelen en een ‘onberispelijke en maatschappelijk verantwoordelijke houding’ moet hebben. Maar ‘ondanks een langdurige smetteloze staat van dienst heeft beklaagde het ambt dat hij vervulde schromelijk oneer aangedaan door (…) geheime informatie prijs te geven waardoor de openbare orde en nationale veiligheid mogelijk ernstig konden worden geschaad.’
De rechtbank vond ook dat X te weinig schuldinzicht had omdat hij tijdens de zitting de ‘zwaarwichtige’ feiten bleef ‘minimaliseren’. ‘De normvervaging waarvan beklaagde blijk heeft gegeven bij de uitoefening van zijn ambt vraagt om een belangrijk signaal.’ Bijgevolg werd X veroordeeld tot 1 jaar gevangenisstraf met uitstel, en dat was ‘noodzakelijk en gepast om beklaagde tot de nodige inzichten te brengen.’
Dreiging van binnenuit
Zal X beroep aantekenen? Knack contacteerde de advocaat van X, maar die geeft géén reactie.
De Staatsveiligheid, die volgens onze info géén burgerlijke partij was in de zaak, wenst evenmin te reageren op de rechtszaak. De inlichtingendienst stipt wel aan dat hij zijn veiligheidsbeleid heeft aangescherpt.
‘Eén van de talrijke concrete maatregelen was de creatie van een nieuw Departement Veiligheid in juni 2021 om de bestaande afdelingen die met veiligheid bezig waren te versterken’, zegt een woordvoerder van de Staatsveiligheid. ‘Dat departement waakt onder andere over mogelijke insider threats bij onze dienst en maakt tegelijk ook onze partners via sensibiliseringsacties bewust van dat gevaar.’
Volgens onze info dient de Staatsveiligheid sinds het aantreden van Francisca Bostyn als administrateur-ad-interim ook steevast een klacht in wanneer er geclassificeerde informatie naar buiten lekt. Voorheen gebeurde dat naar verluidt niet systematisch.
Of het vonnis een verlammend effect kan hebben op medewerkers van de Staatsveiligheid zal nog moeten blijken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier