Marlies Gailliaert

‘Elke leerling preventief op stage? Beter is om gerichter te investeren’

Marlies Gailliaert Coördinator vzw De Huizen

Naar aanleiding van de reactie van burgemeester Bart De Wever op een carjacking van een ambulance in Antwerpen, pleit Marlies Gailliaert (vzw De Huizen) voor de ontwikkeling van kleinschalige detentiehuizen, specifiek voor jongeren.

Ondertussen heeft iedereen de beelden gezien van jongeren die aan de haal gingen met een ambulance en aan het joyriden gingen. Zoiets tart inderdaad alle verbeelding. Hier moet kordaat en gepast op gereageerd worden.

Na het horen van de reactie van Antwerps burgemeester Bart De Wever, zou ik hem in zijn rol als formateur op het hart willen drukken dat de keuzes die zijn partij samen met de coalitiepartners zal maken, een invloed zullen hebben op dit gedrag, en breder genomen ook op de toekomst van ons allemaal.

Zelf ben ik actief als sociaal werker op het kruispunt van welzijn en justitie. Ik heb gewerkt binnen de bijzondere jeugdzorg, binnen de gevangenis en intussen werk ik op een dienst voor herstelgerichte en constructieve afhandeling  (HCA), in opdracht van parket en jeugdrechtbank.

Net zoals burgemeester De Wever zie ik jongeren die geen aansluiting vinden bij de maatschappij. Toch zijn zij, net als elke jongere, op zoek naar erkenning. Ze worden aangemeld omdat ze iets verkeerd hebben gedaan maar al snel wordt duidelijk dat er veel meer nodig is dan enkel een reactie op de feiten.  Wanneer ik hen vanuit mijn rol als sociaal werker met respect benader, krijg ik het nodige respect terug.

Maar ik zie ook dat de hulpverlening er door gemaakte beleidskeuzes niet steeds meer in slaagt om hen actief deel te laten uitmaken van onze samenleving.

In zijn reactie op de feiten, pleitte Bart De Wever voor burgerstages.  We kennen nu al ‘gemeenschapsdiensten’ die jongeren moeten vervullen als herstel van de aangerichte schade. Wat deze jongeren hebben gedaan, moet inderdaad hersteld worden. Dat herstel gebeurt trouwens niet alleen ten aanzien van de slachtoffers maar evengoed ten aanzien van zichzelf en ten aanzien van de bredere maatschappij.

Maar moeten we nu alle leerlingen als het ware preventief verplichten om stages te doen?

Ik durf ervoor te pleiten om gerichter en op de juiste manier te investeren. Natuurlijk is er in brede zin nood aan meer hulpverlening, aan meer buurtgerichte initiatieven en meer straathoekwerk. Maar moeten we ook niet eens focussen op die allerlaatste halte, waar de partij van Bart De Wever zo op hamert, namelijk de halte van justitie.

Snelrecht kan en mag dan een oplossing lijken, en vrijheidsberoving kan dan misschien nog de enige juiste weg zijn. Maar laten we ook niet vergeten dat onze huidige gevangenissen, zoals ze nu functioneren, er niet in slagen om deze vicieuze cirkel, waar deze jongeren zich al te dikwijls in bevinden, te doorbreken. Integendeel, ze creëren net meer afstand. Ze wakkeren kwaadheid en frustratie aan, ‘huftergedrag’ zoals het deze week genoemd werd. De stap naar zwaardere criminaliteit is na opsluiting in een gevangenis kleiner dan de stap naar het zoeken van een job.

Willen we die jonge volwassenen enerzijds echt duidelijk maken dat hun gedrag niet aanvaard kan worden maar hen anderzijds voorbereiden op een constructieve rol in de samenleving, dan moeten we specifiek voor hen kleinschalige detentiehuizen inrichten.

Vanuit vzw De Huizen zijn we al langer bezig met het zoeken naar de juiste manier om vrijheidsberoving te organiseren. Samen met heel wat praktijkwerkers, academici en ervaringsdeskundigen streven we naar een nieuwe, eigentijdse vorm van detentie.

Gelukkig heeft de vorige regering ons daarin al deels gevolgd door niet volop te investeren in nog meer van hetzelfde maar door ook te kiezen voor de ontwikkeling van kleinschalige detentiehuizen. Spijtig genoeg hadden veel lokale besturen niet de moed hebben om hierin hun verantwoordelijkheid te nemen en zijn er nog maar twee detentiehuizen in werking. Ze worden nu ook enkel ingezet voor mensen met een korte straf. Maar de eerste resultaten zijn ronduit positief.

Detentiehuizen specifiek voor jong volwassenen zouden ervoor kunnen zorgen dat we ook met hen op bevredigende wijze aan de slag kunnen gaan. De kleinschaligheid zorgt immers voor dat we een aanpak op maat kunnen voorzien. De keuze voor jongvolwassenen kan ervoor zorgen dat we organisaties kunnen betrekken die nu al over de nodige knowhow beschikken. Zij kunnen van in het begin betrokken worden en ervoor zorgen dat ook de opvolging na een periode van detentie gegarandeerd blijft.

Goede detentiehuizen werken immers gemeenschapsgericht en gaan samen met de bewoners uit de stedelijke omgeving op zoek naar hoe ze kunnen inzetten op herstel. Zo gaan de bewoners van het detentiehuis in Kortrijk afval oprapen in de nabije omgeving. Zo hebben de bewoners van het detentiehuis in Vorst in de winter de straten sneeuwvrij gemaakt.

Misschien is het nu aan de voorzitter van de grootste partij van het land om de juiste beslissingen te nemen. Misschien kunnen we in de stad waar hij ook burgemeester is starten met een detentiehuis, specifiek voor jongvolwassen?

Marlies Gailliaert is coördinator bij vzw De Huizen en sociaal werker bij vzw Parcours.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content