Dirk Voorhoof (UGent)

‘Arrest in zaak Hoeyberghs laat zien dat tegenstanders van seksismewet ongelijk hebben’

Dirk Voorhoof (UGent) Human Rights Centre UGent

Expert Dirk Voorhoof formuleert een aantal bedenkingen bij het arrest in de zaak-Hoeyberghs,  één van de weinige toepassingen tot nu toe van de seksismewet en van de genderwet tot bestraffing van bepaalde uitingen.

Ruim een jaar geleden veroordeelde de correctionele rechtbank plastisch chirurg Jeff Hoeyberghs wegens seksisme en aanzetten tot haat, geweld en discriminatie tegen personen en groepen op basis van hun geslacht. Hij deed die strafbare uitspraken tijdens een lezing aan de UGent op uitnodiging van een studentenvereniging. De rechtbank was streng en legde een straf op van tien maanden gevangenis, waarvan de helft met uitstel en een geldboete van 8.000 euro. 

Vorige week in beroep werd de straf gereduceerd tot enkel een geldboete, dit keer 1.000 euro. Daar waar de rechtbank een groter aantal uitspraken van Hoeyberghs strafbaar achtte, stelt het hof van beroep zich terughoudender op.

Vrouwen en wetenschap, uitschot en honden

Finaal vindt het hof slechts drie seksistische of vrouwonvriendelijke uitspraken effectief strafbaar. Een beledigende passage over professor Christine Van Broeckhoven vindt het hof “onbetwistbaar minachtend” omdat dat erop neerkwam dat “vrouwen omwille van hun geslacht niet in staat zijn om wetenschap te bedrijven”. De passage over Christine Van Broeckhoven drukte minachting uit omwille van haar geslacht in bewoordingen die haar waardigheid ernstig aantasten. Een inbreuk dus op de seksismewet van 2014. Twee andere uitspraken zijn volgens het hof in strijd met de genderwet, omdat Hoeyberghs met die uitspraken heeft aangezet tot haat, geweld of discriminatie. Kinderen van alleenstaande moeders noemde Hoeyberghs “het uitschot van de maatschappij”. De vergelijking van vrouwen en honden vindt het hof aanzetten tot discriminatie en seksuele intimidatie van vrouwen. “Gij weet niet hoe vuil een wijf is. Hebt gij al eens een hond in huis gehad? Awel, voor wat een wijf vuil maakt moet ge al vijf honden in huis hebben”, aldus Hoeyberghs.

(Lees verder hieronder.)

De rechters van het hof van beroep laten er geen twijfel over bestaan dat er grenzen kunnen worden gesteld aan de vrijheid van meningsuiting en dat artikel 19 van de Grondwet en artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens daartoe ook de mogelijkheid bieden: “De vrijheid van meningsuiting is niet onbegrensd en het uiten van een mening kan onder bepaalde voorwaarden en omstandigheden aanleiding geven tot strafvervolging en veroordeling”. Bij een opiniedelict moet de strafwet wel erg restrictief toegepast worden, zeker wanneer die opinie kadert in een politiek of ideologisch discours. Die (terechte) restrictieve interpretatie en toepassing van de strafwet zorgt ervoor dat het hof zich beperkt tot het vaststellen van het strafbaar karakter van de drie bovenvermelde uitlatingen.

De context van de lezing

Wat opvalt is dat het hof de vulgaire of denigrerende uitspraken van Hoeyberghs afzonderlijk één voor één beoordeelt en dus geen rekening houdt met de rest van de teneur van Hoeyberghs’ lezing. Het vonnis van de correctionele rechtbank hield duidelijk meer rekening met de context van de lezing en de opeenstapeling van seksistische en seksueel intimiderende uitspraken. Ook voor de strafmaat hield de correctionele rechtbank op een heel andere manier rekening met de context: volgens de rechtbank werkte de voordracht van Hoeyberghs namelijk fysiek en psychisch geweld tegen vrouwen in de hand, als arts nota bene die geacht wordt mensen te helpen. Het vonnis hield er ook rekening mee dat Hoeyberghs een bekend en publiek persoon is, wiens uitspraken in de media komen, dat de lezing aan de UGent ook ruim verspreid werd via internet en dat zijn publiek die avond ook openstond voor het openlijke seksisme dat Hoeyberghs propageerde. De uitspraken van Hoeyberghs werden immers voortdurend op applaus onthaald. Volgens de rechtbank hadden de uitspraken van Hoeyberghs daarom een verhoogde impact en negatieve gevolgen voor vrouwen. Met zijn “inspirerende lezing” had hij anderen bewust aangespoord tot discriminatie en seksuele intimidatie van vrouwen en zijn haatspraak sloopte tegelijk de grens van de ontoelaatbaarheid van seksuele misdrijven waarvan vooral mannen daders en vrouwen slachtoffers zijn.

Het arrest van het hof van beroep staat hiermee in schril contrast. Het hof van beroep verwijst naar de globale context van de lezing juist om te benadrukken dat slechts drie passages uit een ongeveer twee uur durende voordracht strafbaar zijn, dat ook een veelheid aan andere onderwerpen tijdens de lezing aan bod kwam en dat de rest van de lezing een satirisch karakter had. Het hof van beroep oordeelt dat de strafbare uitspraken omwille van hun “ernst, draagwijdte en impact” geen vrijheidsstraf rechtvaardigen en komt daarom op een veel mildere geldboete uit.

Geen overgevoeligheid

Toch benadrukt ook het arrest dat het met die straf aan Hoeyberghs duidelijk wil maken dat de vrijheid van meningsuiting niet onbeperkt is en zich “niet uitstrekt tot gezegdes die in zelfs de meest ruimdenkende benadering van dit recht ontoelaatbaar zijn”. En mocht Hoeyberghs het nog steeds niet begrepen hebben, voegt het arrest er aan toe: “Anders dan de beklaagde lijkt te denken vloeit deze beperking van de vrijheid van meningsuiting niet voort uit deze of gene overgevoeligheid van afwijkende of controversiële opinies”.


Op de grens

Dat het hof geen strafbare inhoud ziet in de passage dat vrouwen wel de privilegies van de mannelijke bescherming en het mannelijke geld willen, “maar ze willen niet meer hun benen open doen”, is opmerkelijk. Het hof oordeelt dat Hoeyberghs hiermee de grenzen van het toelaatbare heeft opgezocht, maar het is geen vorm van strafbare aanzetting tot discriminatie of seksuele intimidatie. Zelfs al zouden die uitspraken drempelverlagend zijn voor seksueel geweld tegen vrouwen, dan nog is dat geen reden om deze uitspraak de bescherming van de vrijheid van meningsuiting te ontzeggen.

Scherts en humor

Het forse statement van Hoeyberghs dat “de beste vrouwen ontmaagd zijn rond hun veertiende. Al wat rond hun 20-21 maagd was, leert het nooit nog”, vindt het hof – hoewel platvloers – schertsend bedoeld. Omdat het hof vindt dat het niet de taak is van een rechtscollege om “de smaak van humor” te beoordelen, komt Hoeyberghs ook met deze uitspraak weg. Met zijn uitspraak reduceert Hoeyberghs nochtans de “beste vrouwen” tot het kenmerk dat ze rond hun veertiende ontmaagd zijn. Het hof brengt niet in rekening dat het strafwetboek het “ontmaagden” van meisjes van 13 in alle gevallen strafbaar stelt, terwijl het ontmaagden van meisjes van 14 op het moment van de toespraak van Hoeyberghs ook in alle gevallen strafbaar was. Sinds de hervorming van het seksueel strafrecht is sinds 1 juni 2022 het ontmaagden van een meisje van 14 enkel niet strafbaar als de partner maximaal 3 jaar ouder is. Ongetwijfeld verdiende deze passage een grondiger analyse en steviger argumentatie om het mogelijks strafbaar en seksueel intimiderend karakter te beoordelen.

Haatspraak niet altijd bestraft

Het arrest in de zaak Hoeyberghs is één van de weinige toepassingen tot nu toe van de seksismewet en van de genderwet tot bestraffing van bepaalde uitingen. Op zich toont dat aan dat de tegenstanders van deze wetgeving ongelijk hebben gekregen en deze wetgeving slechts in heel uitzonderlijke en duidelijke gevallen aanleiding is geweest tot vervolging en bestraffing, in lijn met de rechtspraak van het Grondwettelijk Hof en het Europees Hof in Straatsburg.

(Lees verder hieronder.)

Het arrest bewijst ook dat niet lichtzinnig wordt omgesprongen met bestraffing van de vrijheid van meningsuiting. Maar de schaarse rechtspraak heeft ook nog een andere reden. Bij strafbare uitingen in teksten, gedrukt of online, in strijd met de seksismewet, genderwet of anti-discriminatiewetgeving komt dit neer op een drukpersmisdrijf waarvoor het assisenhof exclusief bevoegd is (art. 150 van de Grondwet).

In de praktijk wordt evenwel tegen dat soort strafbare teksten geen vervolging ingesteld of leidt de vervolging telkens tot een vrijspraak door de correctionele rechtbank die zich dan onbevoegd moet verklaren. Enkel mondelinge uitspraken en beelden komen in aanmerking voor effectieve strafvervolging. Een grondwetswijziging dringt zich op als men effectief toepassing wil maken van strafbare haatspraak via teksten, vooral ook online. Hoeyberghs is nu wat de geslagen hond omdat hij zijn strafbare uitingen enkel mondeling had vertolkt en zijn lezing via beelden op het internet was verspreid, en niet via teksten, gedrukt of via sociale media.

Dirk Voorhoof is emeritus hoogleraar aan de Universiteit Gent en de Universiteit van Kopenhagen waar hij o.a. de vakken mediarecht, auteursrecht en journalistieke ethiek doceerde.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content