Gevangenisdirecteur Hans Claus gaat met pensioen: ‘Waarom leggen we rechters geen quota op?’
Na een carrière van 40 jaar trekt directeur Hans Claus de poort van de Oudenaardse gevangenis achter zich dicht. Een bevrijding, noemt hij het zelf, en dat is niet alleen omdat hij afzwaait tijdens een van de grootste crisissen ooit in de Belgische gevangenissen.
‘Overbevolking, te weinig personeel en verouderde gebouwen, het is de voorbije 30 jaar nooit anders geweest. Maar blijkbaar is een heel zware crisis nodig om mensen wakker te schudden’, zegt Hans Claus. ‘Misschien is er nu een momentum om echt iets te doen. Aan rechters een maximaal aantal cellen toewijzen, bijvoorbeeld.’
Tweehonderd jaar ervaring met de klassieke gevangenis heeft ons geleerd dat mensen opsluiten in cellen niet werkt, meent Claus. Al jaren pleit hij voor een shift naar kleinschalige detentiehuizen, waar intensief wordt gewerkt aan herstel en re-integratie. Die komen er, maar de uitrol verloopt moeizaam. Ondertussen neemt de overbevolking in de gevangenissen toe, net als de spanningen onder gedetineerden en de cipiersstakingen.
U hebt het aantal gedetineerden sterk zien stijgen tijdens uw carrière?
Hans Claus: Toen ik in 1986 begon als gevangenisdirecteur waren er 6500 gedetineerden, nu zijn het er 12.050 . De bevolking is in die periode wel gegroeid, maar ze is niet verdubbeld. Nochtans is het een utopie dat opsluiting in een cel van iemand een beter mens zou maken. Een recidivepercentage van 60 à 70 procent kun je bezwaarlijk een succes noemen.
Er worden wel degelijk almaar langere straffen uitgesproken, die ook vaker dan vroeger volledig worden uitgezeten.
Wat is volgens u de oorzaak van die toename?
Claus: In tegenstelling tot wat mensen vaak denken, worden er almaar langere straffen uitgesproken, die ook vaker dan vroeger volledig worden uitgezeten. Ook de voorhechtenis wordt steeds langer. Voor een stuk ligt dat aan de onderbemanning van de magistratuur, maar toch vooral aan het feit dat er, dankzij de nieuwe technologie, meer elementen zijn om te onderzoeken, waardoor het onderzoek ook meer tijd vraagt.
De gevangenis van Oudenaarde zou al bij al niet de slechtste plek zijn om een celstraf uit te zitten. Gedetineerden zouden zelfs vragen om naar daar overgeplaatst te worden. Nochtans kampte u toch met dezelfde problemen als de andere gevangenissen?
Claus: De gevangenis van Oudenaarde heeft het voordeel dat ze relatief klein is. Op dit moment zitten er 165 gedetineerden, wat 40 meer is dan de capaciteit. Ook in Oudenaarde slapen nieuwe beklaagden die binnenkomen met twee in één cel, met alle veiligheidsrisico’s die dat met zich meebrengt.
Het geluk is wel dat het grootste aantal gedetineerden in Oudenaarde langgestraften zijn. Die zorgen voor een andere cultuur, die afstraalt op de hele gevangenis. Vaak brengen zij rust door in te praten op de anderen. Verder hebben wij altijd geprobeerd om de gedetineerden zo zinvol mogelijk bezig te houden. Voor ongeveer de helft van de gevangenen is er werk, in de huishoudelijke dienst of in het atelier, er is een ruim aanbod aan opleidingen, er is de mogelijkheid om te sporten en wie wil kan zijn eigen potje koken.
Hans Claus, gevangenisdirecteur: ‘Ik heb altijd meteen sympathie voor mensen die dwarsliggen’
U staat bekend als ‘de gevangenisdirecteur die de gevangenis het liefst zou afschaffen’. Moet u dan concluderen dat het systeem waarin u decennialang hebt gewerkt niet functioneert?
Claus: Ik heb niet gekozen voor het gevangenissysteem, ik heb gekozen voor de mensen die in de gevangenis leven en werken, om wat hoop te geven waar weinig hoop is. Binnen dat systeem heb ik gedaan wat ik kon, maar het klopt dat de klassieke gevangenis, waar je mensen eenzaam opsluit in cellen, niet werkt. Tweehonderd jaar ervaring heeft ons dat wel geleerd. Het hoeft ook niet te verbazen, als je weet dat het systeem bedacht is in de tijd van de industriële revolutie, met de beperkte kennis die er toen was. Ondertussen weten we dat de mens geen solitair maar een sociaal wezen is en dat je dus moet inzetten op de onderlinge relaties. We weten nu dat, als je mensen van hun vrijheid berooft, je met hen bezig moet zijn, het liefst een-op-een, als je wilt dat ze beter naar buiten gaan dan ze binnen zijn gekomen.
Dat kan volgens u wel in detentiehuizen?
Claus: We moeten de gevangenissen vervangen door vele kleinere inrichtingen, waar slechts enkele tientallen gedetineerden verblijven. Dat zijn dan geen gevangenen maar bewoners, en de cipiers zijn geen bewakers maar begeleiders, die de tijd hebben om de bewoners en hun sociale achtergrond te leren kennen. Je móét kleinschaliger werken als je wilt differentiëren. Want het spreekt toch vanzelf dat je een andere aanpak hanteert bij een drugsverslaafde dan bij een seksueel delinquent?
Je wilt ook niet dat gedetineerden binnenkomen met één probleem en buiten gaan met nog een ander probleem erbij. Dat is nochtans wat er gebeurt als je mensen uit de maatschappij haalt en ze allemaal samen zet, wetende dat de gevangeniscultuur een verlengde is van de criminele cultuur. Bedenk maar wat dat doet met jonge mensen die voor de eerste keer in de gevangenis belanden. Dat levert alleen veel recidive op, en het afschrikkende effect vermindert er zelfs door.
Waarom schrikt een verblijf in de gevangenis niet af?
Claus: Dat afschrikkend effect is er enkel de eerste keer. De tweede keer dat iemand binnenkomt denkt die: ik heb de eerste en dus de hardste keer overleefd, wat kan mij nu nog overkomen? Het blijkt ook een illusie dat een gevangenisstraf potentiële criminelen zou afschrikken. Alle criminologische studies tonen aan dat het niet zo werkt.
U hebt veel weerstand ervaren, maar uiteindelijk heeft uw idee voor de detentiehuizen ingang gevonden bij het beleid. Iedereen is ervan overtuigd dat we naar kleinschalige detentie moeten. Alleen loopt de uitvoering blijkbaar moeilijk?
Claus: Van de vijftien detentiehuizen die zijn gepland zijn er nog maar twee gerealiseerd: Kortrijk en Vorst. Er zijn ondertussen ook wel twee transitiehuizen, in Gent en Mechelen. Dat zijn eigenlijk ook detentiehuizen, alleen richten zij zich exclusief op mensen aan het einde van hun straf, die zich voorbereiden op hun terugkeer in de samenleving. De realisatie van de detentiehuizen vergt helaas veel tijd: je moet de juiste locaties vinden, het vertrouwen winnen van de omwonenden en samenwerkingen opzetten met lokale partners. Want ook dat is typisch voor een detentiehuis: dat je de omgeving erbij betrekt, terwijl de gevangenis de buitenwereld net buiten houdt. Letterlijk. Probeer als buitenstaander maar eens een gevangenis binnen te raken.
Geweld in Belgische gevangenissen: ‘Knokpartijen zijn dagelijkse kost’
Hoe zijn de resultaten van de eerste detentiehuizen?
Claus: Goed, zoals ook te verwachten was. Als je echt met mensen bezig bent, krijg je zo veel meer gedaan. Eerlijkheidshalve moet ik er wel bij zeggen dat de gedetineerden die naar de detentiehuizen worden gestuurd, streng geselecteerd worden uit een groep met een laag risicoprofiel, van wie we weten dat de kans van slagen groter is.
Hoe kun je mensen 30 jaar lang in overbevolkte gevangenissen laten werken? Er is geen waardering voor hun werk.
Om wetenschappelijk vast te stellen of er effectief minder recidive is, is het nog te vroeg. Het personeel dat de overstap maakte naar een detentiehuis wil in ieder geval niet meer terug. Eindelijk halen zij eer uit hun werk, eindelijk krijgen zij de waardering die ze zo lang hebben gemist.
Is dat gebrek aan waardering een van de redenen voor het personeelstekort?
Claus: Zeker. Er wordt veel gevraagd van mensen die in de gevangenis werken, terwijl de maatschappelijke waardering ontbreekt. En dan heb ik het niet alleen over het loon. Hoe kun je mensen 30 jaar lang in overbevolkte gevangenissen laten werken? Daarmee geef je impliciet de boodschap dat er niet meer van hen wordt verwacht dan dat ze de gedetineerden eten geven en in leven houden. Terwijl hun werk veel meer inhoudt, en het voor velen een bewuste keuze is om zich in te zetten voor mensen die niemand nog wil. Die manifeste uiting van onderwaardering doet nog het meest pijn.
U bekijkt het vooral vanuit het standpunt van de gedetineerden. Voor de veiligheid van de samenleving is het soms wel nodig om iemand af te zonderen.
Claus: Ik ben niet tegen detentie op zich. Soms is het inderdaad nodig. Alleen moet je het op een betere manier doen, die gericht is op herstel en reïntegratie, zelfs als het gaat om iemand tegen wie de samenleving beschermd moet worden. Een detentiehuis is trouwens niet per definitie laag beveiligd. Daar zit net de mogelijke differentiatie: in grootschalige gevangenissen moet je iedereen op hetzelfde veiligheidsniveau zetten, waardoor minder zware criminelen in een regime zitten dat te streng is voor hen. Fouilleren, camerabeelden bekijken: het vergt allemaal mankracht, terwijl het vaak niet nodig is. Precies daarom is kleinschalig werken niet duurder.
Sinds september worden korte straffen onder de drie jaar ook uitgevoerd. Nochtans zaten de gevangenissen daarvoor ook al overvol.
Claus: Met de uitvoering van de korte straffen wilde het parlement tijdens de vorige regeerperiode de strafinflatie die al enkele decennia aan de gang is, een halt toeroepen. Rechters spraken almaar langere straffen uit, omdat ze ervan uitgingen dat die anders toch niet uitgevoerd zouden worden. Toen toenmalig minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) de beslissing uitvoerde, was het zijn bedoeling dat die korte straffen zouden worden uitgezeten in detentiehuizen.
Maar het gros daarvan is er nog niet, dus worden die korte straffen uitgezeten in de volle gevangenissen?
Claus: Klopt. Nochtans is er behalve het plaatsgebrek nog een reden waarom we ooit zijn gestopt met de uitvoering van korte gevangenisstraffen: omdat we wisten dat ze averechts werken en de recidive juist aanzwengelen.
Dat is het gevolg van de detentieschade die zo’n korte straf met zich meebrengt: de gedetineerde verliest vaak zijn job en zijn huurwoning en gezinnen vallen uit elkaar, zeker wanneer er geen een-op-eenbegeleiding geboden wordt, met de nodige uitgaansvergunningen.
U vindt dat mensen maar weinig interesse tonen voor wat er achter de gevangenismuren gebeurt.
Claus: Daar zit een enorme paradox: we verslinden misdaad- en gevangenisreeksen en true crime is razend populair. En toch is er maar weinig belangstelling voor wat er in de échte gevangenissen gebeurt. Wellicht heeft dat te maken met het stereotiepe beeld dat mensen hebben van gedetineerden. Terwijl die groep uit heel uiteenlopende individuen bestaat, die minder verschillen van u en mij dan u zou denken. Maar dat beseffen mensen pas wanneer het in hun eigen omgeving gebeurt. Dan hangen ze aan de telefoon: ‘Meneer de directeur, mijn kleinzoon zit daar nu bij u tussen al die criminelen.’
Ziet u een oplossing voor de huidige crisis?
Claus: Op korte termijn moeten de gevangenissen wat ontvolkt worden, om de grootste druk van de ketel te halen. Genademaatregelen verlenen door langere straffen in te korten, is daarvoor het meest effectieve middel. Dat zal politieke moed vragen, maar we kunnen niet anders, en er zijn voldoende argumenten. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft België vanwege de extreme overbevolking in de gevangenissen al meerdere keren op de vingers getikt voor schending van de mensenrechten. Als beschaafd land kunnen we ons dat niet blijven permitteren.
‘De grote aandacht voor de gevangenis zorgt er mee voor dat gevangenisstraf gebanaliseerd wordt’
Wat moet er volgens u op langere termijn gebeuren?
Claus: De ‘leveranciers’ van onze gevangenissen, rechters en onderzoeksrechters dus, moeten quota opgelegd krijgen. Waarom niet iedere rechter en onderzoeksrechter een aantal gevangeniscellen toewijzen? Het aantal cellen is nu eenmaal beperkt, dus moeten rechters leren werken met die beperking, net zoals ze er ook rekening mee moeten houden dat er geen onbeperkt aantal politieagenten of experts beschikbaar is.
Die beperking zou ertoe kunnen leiden dat de voorhechtenissen korter worden. Wanneer ze iemand nieuw opsluiten, zouden onderzoeksrechters moeten evalueren of de voorhechtenis van eerder opgesloten verdachten nog nodig is. En procureurs die een straf uitvoeren, zouden moeten nagaan of dat in omstandigheden kan gebeuren die de fundamentele mensenrechtentoets doorstaan. Maar zulke voorstellen stuiten op grote weerstand bij de magistratuur, en blijkbaar is de politiek minder bang voor kwade cipiers dan voor kwade rechters.
Advocaat Walter Damen pleitte in De Afspraak voor een staatssecretaris voor het Gevangeniswezen. Een goed idee voor de volgende regeerperiode?
Claus: Of er een aparte minister of staatssecretaris voor nodig is, laat ik in het midden, maar we hebben in ieder geval een masterplan nodig voor kleinschalige detentie dat over minstens drie regeerperiodes uitgewerkt kan worden.
Blijkbaar is de politiek minder bang voor kwade cipiers dan voor kwade rechters.
Er moeten ook absoluut meer middelen vrijgemaakt worden voor een humane strafuitvoering. Ons budget loopt achter: in België kost een gedetineerde gemiddeld 150 euro per dag, in Nederland is dat 250 euro, in Noorwegen 350 euro.
Maar met de vraag naar meer geld en aandacht voor een betere behandeling voor criminelen behaalt een politicus geen stemmen?
Claus: Politici vrezen de kiezer onterecht, denk ik, en ze onderschatten hem ook. Een deel van de bevolking begint nu toch te beseffen dat we niet op deze lamentabele manier kunnen blijven omgaan met onze gestrafte burgers, al was het maar omdat bijna alle gedetineerden ooit terugkeren naar de samenleving. Dat is dan toch een positief gevolg van de calamiteiten van de voorbije maanden. Als de ernst nu niet doordringt, wanneer dan wel?
Een groot thema is het niet in de verkiezingscampagne.
Claus: Het is niet een van de grote thema’s, maar er is toch meer aandacht voor dan bij vorige verkiezingen. Ik heb onlangs een tocht ondernomen langs alle partijhoofdkwartieren, en daar heb ik gemerkt dat er nog wat schroom is om over het thema te praten, dat politici niet altijd de juiste woorden vinden. Het thema leent zich ook niet zo makkelijk tot debatfiches. Maar iedere politieke partij, van extreemlinks tot extreemrechts, heeft ergens in haar verkiezingsprogramma’s staan dat een volgende reeks detentiehuizen nodig is. Hoe die er concreet moeten uitzien en voor wie ze precies bedoeld zijn, daarover lopen de voorstellen uiteen. Sommige partijen willen voorrang geven aan jonge gedetineerden, andere willen ze voorbehouden voor psychisch kwetsbare gestraften.
U laat de detentiehuizen ook na uw pensioen niet los?
Claus: Ik zal blijven vechten voor de noodzakelijke shift van de grootschalige gevangenis naar de kleinschalige detentiehuizen. Misschien met nog meer hardnekkigheid dan ooit, nu ik bevrijd ben van de dagelijkse strijd tegen de achteruitgang.
‘Strafrecht mag niet verward worden met het morele begrip over rechtvaardigheid’
Hans Claus
1962: Geboren in Kortrijk.
1984: Studeert af als criminoloog (RUG).
1986-2005: Adjunct-directeur in de gevangenissen van Gent, Brugge, Sint-Gillis en Oudenaarde.
2005-2024: Directeur van de gevangenis van Oudenaarde.
2012: Staat mee aan de wieg van vzw De Huizen, die pleit voor kleinschalige en herstelgerichte detentiehuizen.
Boeken: Achter tralies. Hoe lang houdt de gevangenis nog stand? (2018), Een groet die alle regels tart. 100 jaar gevangenis Oudenaarde (2022), en het manifest Verklaring van 30 november – Krijtlijnen voor een leefbare wereld (2020).
2024: Op 30 mei verschijnt zijn dichtbundel met gevangenisgedichten, Tegenwijzerzin.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier