Aantal geseponeerde dossiers over seksueel geweld stijgt: ‘Soms denk ik dat justitie niet alle elementen in een dossier goed onderzoekt’

Volgens Amnesty International zouden er in België per dag zo’n 100 mensen aangerand of verkracht worden. © Getty Images
Elisa Hulstaert
Elisa Hulstaert Redacteur

Steeds meer slachtoffers van seksueel geweld doen aangifte bij het parket. Toch wordt iets meer dan de helft van de dossiers nog altijd geseponeerd. ‘In zulke dossiers zijn forensische sporen bijzonder belangrijk, maar zeker niet altijd evident’, duidt advocaat Sanne De Clerck.

Tussen 2019 en 2023 steeg het aantal dossiers over verkrachting en aanranding dat bij de parketten binnenkwam met 20 procent. Tegelijk is het aantal dossiers dat in diezelfde periode geseponeerd werd, en dus zonder gevolg bleef, ook met 18 procent gestegen. Dat blijkt uit een analyse van De Tijd.

Volgens Amnesty International zouden er in België per dag dag zo’n honderd mensen aangerand of verkracht worden. Tussen 2010 en 2020 werden er gemiddeld bijna 3500 verkrachtingen per jaar aangegeven, of een gemiddelde van bijna tien per dag. Ook het aantal aangiftes van aanrandingen bedroeg in die periode tien per dag. In 2019 werd zelfs een recordaantal aangiftes van verkrachting gedaan in ons land, namelijk 4664. Die cijfers zijn slechts het topje van de ijsberg. Want tot 90 procent van de gevallen van seksueel geweld wordt niet aangegeven. Dat is het zogenaamde dark number.

Toch werd tussen 2010 en 2017 in België 53 procent van de verkrachtingszaken bij het parket geseponeerd. In 2023 bedroeg de seponeringsgraad nog altijd 52 procent. Dat is een hoog cijfer en daarom, aldus Amnesty International, een van de grootste knelpunten.

#MeToo

Dat er meer klachten worden ingediend, heeft verschillende verklaringen.

Er was de laatste jaren meer (politieke) aandacht voor de strijd tegen seksueel geweld, die in grote mate voortvloeit uit de MeToo-beweging, aldus het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen.

Ook advocaat Sanne De Clerck, die geregeld optreedt in zedenzaken, stipt dat gewijzigde klimaat aan. Volgens haar staat seksueel geweld vandaag hoger op de maatschappelijke agenda, en lijken slachtoffers dat te voelen. ‘Door de invoering van het nieuw seksueel strafrecht kwam er meer aandacht voor zedenzaken, en slachtoffers werden aangemoedigd om aangifte te doen. Zedenzaken zijn binnen justitie een prioriteit geworden, en ook de oprichting van de Zorgcentra na Seksueel Geweld (ZSG) heeft zulke zaken onder de aandacht gebracht.’

‘Vroeger moesten slachtoffers bij wijze van spreken hun verhaal vertellen aan het loket van de lokale politie.’

Sanne De Clerck, advocaat

Maar: hoe meer klachten, hoe groter de kans op een seponering, aldus het Instituut. Zeker als het gaat over dossiers waarin geen forensische sporen meer gevonden konden worden of dossiers waarin al wat tijd is verstreken sinds de feiten.

Elf slachtoffers per dag

Eind 2017 openden in Gent, Brussel en Luik de eerste Zorgcentra na Seksueel Geweld. Inmiddels is er in elke provincie zo’n Zorgcentrum te vinden. Slachtoffers kunnen er terecht om seksueel misbruik te laten vaststellen, ze krijgen er medische en psychologische hulp en ze kunnen er, als ze dat willen, een klacht indienen bij de politie.

Gemiddeld maken per dag elf slachtoffers gebruik van de Zorgcentra na Seksueel Geweld. Een op de drie is minderjarig.

Het is een grote stap voorwaarts voor de opvang van slachtoffers van seksueel geweld. ‘Vroeger moesten slachtoffers bij wijze van spreken hun verhaal vertellen aan het loket van de lokale politie, terwijl het toch om delicate zaken gaat’, zegt De Clerck. ‘Vandaag gebeurt het met inspecteurs die opgeleid zijn om met de nodige tact zo’n verklaring te noteren. Ook de psychologen en de verpleegkundigen zijn speciaal opgeleid om slachtoffers van seksueel geweld op te vangen. De drempel om aangifte te doen, wordt daardoor kleiner.’

‘Ook zonder forensische sporen kan een dossier voor de rechtbank komen.’

Sanne De Clerck, advocaat

Het aantal aanmeldingen bij de ZSG is tussen 2020 en 2023 verviervoudigd, van 1037 naar 4226. Gemiddeld maken per dag elf slachtoffers gebruik van de centra. Een op de drie is minderjarig. In 2022 diende 66,7 procent van alle slachtoffers die geholpen werden in een ZSG een klacht in.

Onvoldoende bewijs

Desondanks is het aantal dossiers die tussen 2019 en 2023 geseponeerd werden ook met 18 procent gestegen. De seponeringsgraad blijft daarmee al jaren zweven rond de 50 procent.

Bij een seponering beslist de procureur des Konings om het dossier zonder gevolg te klasseren en dus niet over te gaan tot vervolging. Dat kan gebeuren als er in een dossier onvoldoende bewijs is, als de dader niet geïdentificeerd kan worden of als de zaak verjaard is.

‘Forensische sporen zijn in zulke dossiers bijzonder belangrijk, maar zeker niet altijd evident’, aldus De Clerck. ‘Maar ook zonder zulke sporen kan een dossier voor de rechtbank komen. Als een slachtoffer te dronken was om toestemming te geven, maar niet onmiddellijk een arts heeft geraadpleegd voor een toxicologisch onderzoek, zijn er soms nog andere elementen die haar dronkenschap kunnen aantonen. Als ze bijvoorbeeld vertelt dat ze op straat drie keer gevallen is, zijn er misschien camerabeelden die dat kunnen aantonen.’

‘In de praktijk wordt daar weinig vervolging aan gegeven, maar voor mij mogen valse aangiftes sterker ontraden worden.’

Sanne De Clerck, advocaat

Het verzamelen van bewijzen is de laatste jaren – zeker dankzij de ZSG – sterk verbeterd. Maar toch is het nog te vroeg om de invloed van die centra op het vervolgingsbeleid en de seponeringsgraad te bepalen. De ZSG zijn nog relatief recent en veel van hun dossiers zijn simpelweg nog niet tot het einde van het strafonderzoek geraakt, er werd nog niet besloten over vervolging of niet.

Het Instituut benadrukt bovendien dat een seponering niet betekent dat de werking van de ZSG gefaald heeft. Zo houdt een seponering om ‘technische redenen’ meestal in dat er onvoldoende bewijs is om het dossier voor de rechtbank te brengen. Er zat dan bijvoorbeeld te veel tijd tussen de feiten en de aanmelding op het ZSG, en er konden geen overtuigende forensische sporen meer gevonden worden. En zelfs in dossiers waar wel bruikbare sporen van seksueel contact werden gevonden, blijkt het vaak moeilijk. De dader kan dan het seksueel contact wel toegeven, maar zeggen dat het met toestemming plaatsvond.

Cruciale uren

Hoe kunnen we de seponeringsgraad doen dalen? Volgens De Clerck is het belangrijk om het strafonderzoek zo grondig mogelijk te voeren. Slachtoffers hebben er daarom baat bij om zich na de feiten zo snel mogelijk aan te melden bij een ZSG. ‘De eerste uren zijn cruciaal om sporen te verzamelen’, zegt De Clerck. ‘De kledij van het slachtoffer wordt het best bewaard in papieren zakken, los van elkaar zodat er geen sporenoverdracht is en de betrouwbaarheid niet aangetast wordt. Dat kan een verschil maken in het onderzoek.’ Dat onderzoek moet justitie ook grondig voeren. ‘Soms heb ik het gevoel dat niet alle elementen uit een zaak goed onderzocht zijn’, aldus De Clerck. ‘Nochtans staat of valt daarmee alles.’

Bovendien is er soms ook sprake van valse aangiftes. ‘En dan is het net goed dat die zaken geseponeerd worden’, zegt De Clerck. ‘Valse aangiftes mogen wat mij betreft sterker ontraden worden. In de praktijk merk ik dat daar weinig vervolging aan wordt gegeven, terwijl we toch van een lasterlijke aangifte of laster en eerroof kunnen spreken. Hoe minder valse aangiftes er zijn, hoe meer tijd we kunnen steken in aangiftes die wel degelijk onderzocht moeten worden.’

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content