Jos Geysels reageert op kritiek Itinera: ‘Het is echt niet moeilijk om armoede aan te pakken’
Hoezo, armoedeverenigingen varen blind? Jos Geysels reageert op de kritiek van Itinera-economen op ons armoedebeleid. ‘Men moet armoedeverenigingen niet verwijten dat de armoedecijfers niet dalen.’
In een nieuwe paper voor de denktank Itinera pleitten de economen Jean Hindriks en Joël Van Cauter voor een nieuwe aanpak van onze armoedebestrijding. Wat we tot nu toe hebben geprobeerd, is volgens hen duur en inefficiënt: de armoede daalt amper of niet. Ook de armoedeverenigingen krijgen zijdelings een veeg uit de pan. ‘Vaak zijn er geen concrete doelstellingen of evaluaties, en varen ze blind’, zei De Cauter er dinsdag over tegen Knack. ‘Anders gezegd: de overheid pompt handenvol geld in een veelheid aan organisaties, zonder te weten of dat geld iets oplevert.’
Het zal niet verbazen dat Jos Geysels niet gelukkig was met die opmerking, en nog wel meer mankementen ziet in de analyse van de twee. Geysels werd na zijn politieke carrière bij Agalev/Groen een van de bekendste gezichten van de strijd tegen armoede in Vlaanderen. Tot 2020 was hij voorzitter van Decenniumdoelen, in Turnhout is hij betrokken bij armoedevereniging ’t Antwoord, en hij schreef al verscheidene pamfletten over het onderwerp. Vorig jaar nog Ten derden male, samen met Erik Vlaminck.
Wij varen niet blind. Wel botsen we te dikwijls op een blinde muur als wij met politici over armoede spreken.
Jos Geysels: Ik begrijp in alle eerlijkheid niet waar die provocatie vandaan kwam. Het rapport dat ze schrijven is interessant – ik las ondertussen de 120 bladzijden –, maar waar halen zij het dat armoedeverenigingen veel geld krijgen? In Turnhout krijgen wij elk jaar zo’n 50.000 euro van de Vlaamse overheid. Dat is niet veel, toch? Daarmee zullen we de armoede de wereld niet uit helpen. Daarom zijn giften en de inzet van vrijwilligers heel belangrijk voor ons – net als voor veel andere organisaties. En varen wij blind? Hindriks en Van Cauter concluderen dat armoede steeds meer een probleem is voor jongeren en alleenstaande ouders, maar dat weet iedereen al lang. Academici, van Bea Cantillon tot Wim Van Lancker, doen daar al vele jaren onderzoek naar. Elk jaar verschijnt er een Jaarboek Armoede dat vol staat met zulke studies. Wij varen niet blind. Wel botsen we te dikwijls op een blinde muur als wij met politici over armoede spreken.
Heel politiek wordt hun analyse eigenlijk nooit.
Geysels: Ze stellen projecten voor. Die zijn vaak heel interessant en we kunnen daar veel uit leren – begrijp me niet verkeerd –, maar het blijft altijd wel beperkt. Brooddozen op een efficiëntere manier verdelen is lovenswaardig, maar een structurele oplossing is het natuurlijk niet. Want wat is de kern? De armoedegrens ligt voor een alleenstaande in een rijk land als België op iets minder dan 1300 euro per maand. Wel, bijna alle uitkeringen liggen daaronder. Wetend dat de huur op de private markt zo’n 650 à 700 euro bedraagt voor een appartement, kunt u zelf uitrekenen waar die mensen elke maand mee moeten rondkomen. Hoe pakken we dat aan? Het is echt niet moeilijk. Vlaanderen moet meer sociale huurwoningen bouwen. Er staan binnenkort bijna meer mensen op de wachtlijst voor een sociale woning dan dat er sociale woningen zijn, maar Matthias Diependaele (N-VA) is als minister liever bezig met het opspeuren van zogenaamde fraudeurs dan nieuwe woningen te bouwen. Vlaanderen geeft elk jaar ook 4 miljard euro aan kindergeld. Focus dat geld veel meer op gezinnen in armoede, en we zullen de armoedestatistieken meteen zien dalen. Dat is efficiënt beleid, maar politici willen zulke beslissingen niet nemen.
Vlaanderen moet meer sociale huurwoningen bouwen. Er staan binnenkort bijna meer mensen op de wachtlijst dan dat er sociale woningen zijn.
Momenteel zit het armoedebeleid erg versnipperd. Mensen worden vaak geholpen en begeleid door heel verschillende diensten.
Geysels: Dat zijn overheidsdiensten. Wij ijveren er ook al jaren voor dat die mensen beter met elkaar zouden samenwerken. Het zijn dát soort boodschappen die armoedeverenigingen brengen, net omdat wij onze ogen en oren openhouden en goed zien wat er op het veld gebeurt. Maar wat doen armoedeverenigingen eerst en vooral? Acute nood lenigen – zeker tijdens de coronacrisis was dat heel erg nodig. Wij zijn onze donateurs dankbaar dat we dat met hun geld kunnen doen. Maar men moet armoedeverenigingen niet verwijten dat de armoedecijfers niet dalen.
De onderzoekers pleiten voor een gepersonaliseerde aanpak van armoede. Elke mens heeft een uniek verhaal. Dat is natuurlijk waar, en daarom luisteren wij altijd naar iemand die bij ons aanklopt. Dat neemt niet weg dat er enkele doodeenvoudige maatregelen zijn die politici kunnen nemen en die een heel groot verschil maken voor iedereen die in armoede leeft. Ik blijf daarop hameren. Ik ben ook altijd op zoek naar nieuwe bondgenoten om die strijd te voeren, dus ik hoop dat Itinera zich hierbij aansluit.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier