Jinnih Beels (Vooruit): ‘Coke kopen bij de overheid, daar moeten we naartoe’

Tom Decorte: 'Drugsgebruik hoort niet als iets abnormaals te worden beschouwd.' Jinnih Beels: 'Dus: haal drugs uit de taboesfeer en uit de illegaliteit.' © KAROLY EFFENBERGER
Han Renard

Het drugsbeleid moet helemaal omgegooid worden, vinden Antwerps schepen Jinnih Beels (Vooruit) en expert Tom Decorte (UGent). ‘Gebruikers zouden niet gestraft mogen worden. Zelfs niet met een boete.’

Er gaat geen week voorbij of België wordt een draaischijf van de internationale drugshandel genoemd. Via de Antwerpse haven komen bergen cocaïne ons land binnen, die vervolgens door puissant rijke en machtige drugsbendes over heel Europa worden verspreid. Politie en justitie brengen de georganiseerde misdaad occasioneel een klap toe, maar waarnemers zien de omvang van het drugsprobleem en de daarbij horende criminaliteit alleen maar toenemen.

‘Onze drugswet bestaat deze week, op 24 februari om precies te zijn, 101 jaar, maar het drugsvraagstuk is de laatste tijd permanent in het nieuws’, vertelt de Antwerpse schepen Jinnih Beels (Vooruit). ‘Burgemeester Bart De Wever (N-VA) trok onlangs op missie naar Colombia, waar het gros van onze cocaïne vandaan komt, op zoek naar betere samenwerking in de strijd tegen de drugssmokkel. Ahmed Aboutaleb, burgemeester van Rotterdam, was ook mee. Geen slecht initiatief, maar we moeten dringend een versnelling hoger schakelen.’

In een gesprek met Knack neemt Beels, in een vorig leven commissaris van de federale politie, alvast het voortouw. Tijdens een dubbelgesprek met criminoloog en drugsexpert Tom Decorte (UGent) gaat ze voluit achter een politiek omstreden standpunt staan.

Jinnih Beels: Het zou heel verstandig zijn om het bezit en gebruik van drugs uit het strafrecht te halen. Gebruikers zouden niet gestraft mogen worden, zelfs niet met een boete – wat minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) recent voorstelde. Dat verscherpt alleen maar de ongelijkheid. Wie het zich kan permitteren, betaalt die 200 of 300 euro en blowt of snuift rustig verder. De anderen komen in de miserie terecht, met hoge schulden omdat ze de onmiddellijke inning niet kunnen betalen, en het risico van een strafblad. Kortom, we hebben een totaal andere benadering van het drugsvraagstuk nodig.

Boetes helpen niet. Wie het zich kan permitteren, betaalt die 200 of 300 euro en snuift rustig verder.

Jinnih Beels, Antwerps schepen (Vooruit)

Tom Decorte: Het is schrijnend dat onze honderd jaar oude drugswet nooit is aangepast aan nieuwe ontwikkelingen en inzichten. Het idee achter die wet was dat je een maatschappelijk probleem als drugs beheersbaar kunt houden – en het liefst met wortel en tak uitroeien – door te bestraffen. In 1921 wilden ze ‘een drugsvrije wereld’ creëren. Dat is een illusie gebleken, maar de strafwet is wel de ruggengraat van het drugsbeleid gebleven. Slechts 2 à 3 procent van de overheidsuitgaven in verband met drugs gaat tegenwoordig naar preventie. Straffen blijft de kern van het beleid, ook al wéten we dat het niet werkt, dat het gebruikers niet tegenhoudt, en dat het veel zaken nog veel erger maakt. De overgrote meerderheid van de drugsgebruikers die worden behandeld als criminelen zijn niet-problematische, recreatieve gebruikers. Cannabis vertegenwoordigt 90 procent van al dat illegale drugsgebruik. Het belangrijkste element dat je daar als overheid tegenover moet stellen, is preventie: je moet de gezondheidsrisico’s uitleggen. Dat is wat ook de beweging Smartondrugs, een collectief van experts en ervaringsdeskundigen, in haar memorandum bepleit.

Iedereen bij wie het drugsgebruik problematisch is, is natuurlijk ooit recreatief begonnen.

Beels: Voor alle duidelijkheid: ik ben vierkant tegen alle soorten drugs. Ze horen niet bij een gezonde levensstijl. Maar de overheid probeert een gezondheidsprobleem op te lossen door middel van strafrecht.

Decorte: Elk gebruik begint occasioneel. Maar denk aan iemand die te veel drinkt – u zult vast zo iemand kennen, want ontzettend veel Vlamingen kampen met een alcoholverslaving. Hoe help je die persoon? Niet door hem voor de rechter te brengen, wel door geschikte therapie te zoeken.

Drugsgebruik hoort niet als iets abnormaals te worden beschouwd. Het is ongezond, zeker, maar mensen experimenteren al duizenden jaren met roes- middelen. Onder problematisch drugsgebruik gaan doorgaans persoonlijke trauma’s of sociale problemen schuil. Individuele trauma’s, armoede, sociale on- gelijkheid of maatschappelijk isolement zijn er vaak goede voorspellers voor.

Beels: Als schepen van Onderwijs en Jeugd vind ik dat we op de eerste plaats jongeren moeten leren om op een verantwoorde manier met roesmiddelen om te gaan.

Decorte: Er zijn nog altijd scholen in Vlaanderen waar af en toe agenten in uniform met drugshonden rondgaan. Kunt u zich dat voorstellen?

Beels: Ik heb gelukkig geen weet van Antwerpse scholen waar dat gebeurt. Maar de boodschap is dus: haal drugs uit de taboesfeer en uit de illegaliteit. Dan kun je als overheid ook goede informatiecampagnes voeren en duidelijke regels maken. Denk aan een verbod voor minderjarigen om te gebruiken, zoals nu ook het geval is met sterkedrank. Finaal moet je als overheid ook de productie en distributie van drugs gaan reguleren en controleren. Zodat je bijvoorbeeld bij substanties als cannabis op z’n minst weet wat erin zit.

De overheid zou dus zelf de verkoop van drugs moeten organiseren?

Beels: Daar moeten we uiteindelijk naartoe. Zeker als we ook echt een klap willen uitdelen aan de drugsbendes en de illegale handel.

Decorte: In de benadering van drugs heb je twee uitersten. Ofwel duw je drugs volledig in de illegaliteit en laat je de handel over aan georganiseerde criminelen, met alle problemen van dien. Ofwel legaliseer je zonder enige restrictie. Dat is wat we met alcohol doen. Maar legaliseren hóéft niet te betekenen dat er geen regels meer zijn. We kunnen drugs uit het strafrecht halen en dan een regelgevend kader maken. Bij drugs kun je van in het begin ook not-for-profit-modellen ontwikkelen, in tegenstelling tot de alcoholindustrie die we hebben laten ontstaan. Denk aan cannabis social clubs, verenigingen zonder winstoogmerk die kweken voor de leden die zich bij hen aansluiten. Of aan staatsmonopolies die de productie en distributie in handen nemen.

Moet je dan bij de overheid een gram coke kunnen halen?

Decorte: Ik vind van wel, mits je voldoende restricties inbouwt.

Beels: Ja. En dan hoop ik dat de coke die mensen tot zich nemen van ‘goede’ kwaliteit is, maar ook dat gebruikers zich goed bewust zijn van de schadelijkheid ervan en de nodige behandeling krijgen. Bovendien moeten er hogere drempels komen afhankelijk van de schadelijkheid van het product.

Decorte: Hoe gevaarlijker een product, hoe restrictiever je moet zijn. Je kunt geen cocaine social clubs maken. Maar we hadden enkele jaren geleden in Luik een experiment met gecontroleerde heroïneverstrekking. De mensen in die groep kregen zuivere heroïne van farmaceutische kwaliteit, voorgeschreven door gespecialiseerde verslavingsartsen. Die groep is ontzettend positief geëvolueerd. Om politieke redenen is dat project weer afgevoerd.

Je hebt in België intussen wel enkele gebruikersruimten.

Decorte: Waar je weliswaar alleen kunt gebrúíken. Je moet wel nog zelf bij een dealer aan je – illegale en dus on- zuivere – drugs zien te komen. Maar gebruikersruimtes zijn inderdaad schadebeperkende initiatieven, en er is een wetenschappelijke consensus dat ze heel goed kunnen werken om een bepaalde groep op weg te zetten naar een beter leven, weg van de drugs.

Slechts 2 à 3% van de middelen gaat naar preventie. Straffen blijft de kern, ook al wéten we dat het niet werkt.

Tom Decorte, criminoloog UGent

Zou u een gebruikersruimte willen in Antwerpen, mevrouw Beels?

Beels: Dat is naar mijn mening absoluut geen slecht idee. Met gebruikersruimtes kun je mensen ook opnieuw naar de hulpverlening begeleiden. Tegenstanders maken er een karikatuur van. Het zijn geen plaatsen waar mensen er maar op los spuiten.

CD&V-voorzitter Joachim Coens heeft het inderdaad over ‘spuitzalen’.

Beels: Onderzoek toont aan dat zulke initiatieven werken. En ze bevorderen niet alleen de veiligheid van de gebruikers, maar die van de hele samenleving. Of zien we liever dat junkies op straat gebruiken? Alleen ontbreekt een wettelijke basis. Volgens onze oude drugswet zijn gebruikersruimtes illegaal.

Decorte: Nieuwe initiatieven in ons drugsbeleid ontstaan haast uitsluitend lokaal, waar men op zoek gaat naar praktische oplossingen voor de problemen op het terrein. Dat illustreert hoe stuurloos het drugsbeleid van hogere overheden is. Ook in de hulpverlening schieten we flink tekort. Kijk naar de wachtlijsten. Problematische gebruikers die hun leven weer op de sporen willen krijgen en zich melden, krijgen meestal te horen dat ze een paar maanden geduld zullen moeten oefenen. Dat is dramatisch.

Beels: Drugsbeleid is voor politici te vaak een ideologisch verhaal van straffen en verbieden. We moeten de moed hebben om soms tegen onze achterban in te gaan. Kiezers zijn vaak heel geopinieerd en emotioneel over drugs, maar zonder echte kennis van zaken. En intussen wordt het drugsprobleem in onze samenleving alleen maar groter. Toen ik afstudeerde aan de politieacademie hadden wij het over het aantal grammen drugs dat op straat in beslag werd genomen. Vandaag gaat het over tonnen.

Decorte: Dit is inderdaad geen theoretisch debatje. De drugsproblematiek is een van de meest prangende problemen van onze tijd. Ik ben oud genoeg om me de tijd te herinneren dat coke 100 euro per gram kostte. Vandaag is dat niet eens de helft. Het aantal inbeslagnames of de grootte van de vangsten, waarmee politici en politie graag uitpakken, zijn op geen enkele manier een correcte graadmeter van een succesvol drugsbeleid. Want intussen neemt het aanbod alleen maar toe. Colombia werd vorige week geroemd omdat het land de grote drugskartels heeft aangepakt. De realiteit is dat daardoor een veelheid van kleine kartels de markt heeft overgenomen.

Beels: Ik denk dat Tom en ik daarin wat van mening verschillen. Het is niet omdat opgerolde drugsnetwerken heel vaak meteen door andere organisaties worden overgenomen, dat we een compleet zinloze strijd voeren. We kunnen het ons in de huidige context niet veroorloven om de handen zomaar in de lucht te gooien. Je zult de strijd tegen de illegale handel moeten blijven voeren.

Hebt u vaak discussies met burgemeester Bart De Wever over de war on drugs, mevrouw Beels? Hij voert die sinds 2012, en sinds 2018 maakt Vooruit deel uit van het Antwerpse stadsbestuur.

Beels: Hebt u hem nog veel over een war on drugs horen spreken sinds wij in de coalitie zitten? Ik in ieder geval niet. Hij beweert ook dat hij die term nooit zelf heeft gebruikt, en dat de pers daarmee op de proppen is gekomen.

Zou het?

Beels: Los van de terminologie staan onze partijen in dit dossier vaak lijnrecht tegenover elkaar. Ik ben al heel blij dat mijn eigen voorzitter me in deze strijd steunt, hoewel zeker niet heel onze beweging daar klaar voor is. Maar zelfs bij Bart De Wever zie ik een evolutie in zijn denken. Ik heb het gevoel dat hij meer dan vroeger het bredere plaatje bekijkt, en niet meer alleen straatcriminelen wil opjagen.

Decorte: Het probleem met de war on drugs van De Wever blijft dat de gebruikers en de kleine dealers tot vijand zijn uitgeroepen. Wij brengen flink wat politie op de been om in sommige buurten heel veel mensen te controleren en veel kleine hoeveelheden drugs in beslag te nemen. Terwijl we die politiecapaciteit veel slimmer zouden moeten inzetten. Repressie moet je alleen inzetten tegen de meest gewelddadige elementen, en tegen de witte boorden achter de georganiseerde criminaliteit.

Beels: Bij de huidige war on drugs moeten we ons drie vragen stellen. Hebben we de drugsmarkt ermee ontwricht? Nee. Hebben we het aantal gebruikers ermee naar beneden gekregen? Nee. Is de drugscriminaliteit erdoor gedaald? Nee.

De Wever zou op die laatste vraag misschien wel ‘ja’ antwoorden. De kleine criminaliteit is gedaald in Antwerpen.

Beels: Natuurlijk, omdat hij een tijdlang de kleine dealers van de straat heeft gehaald. Maar de laatste jaren zien we in de straten van Antwerpen granaten ontploffen en het geweld hand over hand toenemen. Degenen die je zou moeten treffen, blijven dus buiten schot.

De Wever zei in 2017 in een interview in Knack letterlijk dat hij niet in preventie gelooft.

Beels: Mag ik er dan op wijzen dat de stad Antwerpen heel veel middelen investeert in preventie en hulpverlening? We stoppen daar elk jaar miljoenen euro’s in, maar onze burgemeester loopt daar misschien wat minder mee te koop. Collega Tom Meeuws (Vooruit) heeft daar in de coronacrisis zelfs meer budgetten voor vrijgemaakt, want dat was ook nodig.

Decorte: Het is wetenschappelijk bewezen dat preventie wél een verschil maakt in gebruikspatronen. Maar een groot probleem met ons drugsbeleid in het algemeen is dat het feitenvrij is. Beleidsmakers houden zelfs geen rekening met onderzoek dat ze zelf hebben besteld. We hebben wel degelijk een federaal onderzoeksprogramma. Ik heb er een deel van mijn carrière mee gemaakt, en met mij nog een aantal drugsonderzoekers. Er zijn wel honderd studies uitgevoerd, met duidelijke beleidsaanbevelingen. Daar is niets mee gebeurd. Dat heeft ook te maken met het feit dat we geen efficiënt centraal orgaan hebben dat ons drugsbeleid aanstuurt.

Beels: Daarvoor zou je een functie zoals die van coronacommissaris Pedro Facon in het leven kunnen roepen. We zouden kunnen pleiten voor een nationale drugscommissaris.

Vorig jaar slaagde de politie erin de versleutelde berichten-app SKY ECC te kraken en communicatieverkeer van drugscriminelen te onderscheppen. Was dat een zware klap voor het milieu, of een druppel op een hete plaat?

Decorte:(schamper) Wat kan ik zeggen? Dat het zal bijdragen tot de overbevolking van onze gevangenissen?

Beels: Chapeau voor wat mijn oud-collega’s hebben gepresteerd, maar zonder hen te willen afvallen: ik vrees dat Sky ECC een druppel op een hete plaat wordt. Er zijn ook veel te weinig gespecialiseerde politieonderzoekers die met de gigantische hoeveelheid onderschepte data aan de slag kunnen.

De procureur-generaal van Bergen, Ignacio de la Serna, luidde onlangs de alarmbel: België wordt overgenomen door de drugsmaffia, terwijl politie en justitie haast machteloos moeten toekijken.

Beels: Bij de federale gerechtelijke politie, die zich bezighoudt met de internationale dimensie van de drugscriminaliteit en het onderzoek naar witwaspraktijken, is er inderdaad een immens tekort aan middelen en mankracht. Ik zeg niet dat er nog meer geld moet gaan naar de bestrijding van drugscriminaliteit, maar het moet veel en veel efficiënter en gerichter worden ingezet.

Decorte: Alleen een fundamentele hervorming van het drugsbeleid kan soelaas brengen, en daar zie ik het begin nog niet van. Een repressieve strategie botst altijd op dezelfde grenzen: we zullen nooit genoeg mensen en middelen hebben om het van de georganiseerde misdaad te winnen. Zelfs makkelijk te bewaken plekken zoals gevangenissen drugsvrij houden lukt ons niet.

Beels: We onderschatten ook hoe sterk de greep van drugscriminelen op onze legale economie is geworden. Ze zitten letterlijk overal. Als lijsttrekker in Antwerpen voerde ik vier jaar geleden campagne met de slogan: ‘Follow the money’. Dat gebeurt nu gelukkig wel, maar te weinig. In mijn stad groeien meer dan 100.000 jongeren op. Zij worden makkelijk verleid door het snelle geld in het drugsmilieu, vaak met tragische gevolgen die ze de rest van hun leven meedragen.

In Nederland noemt men dat de gouden roltrap van het drugsgeld.

Beels: Inderdaad. We moeten jongeren daarvan weghouden, maar dat is soms bijzonder moeilijk.

Decorte: De overheid heeft die winstgevende criminele netwerken natuurlijk deels zelf gecreëerd door alles in de illegaliteit te duwen. Zelfs de sukkelaars die de plantages water geven of de sporttassen uit containers halen, krijgen daarvoor gemakkelijk duizenden euro’s.

Drugs zijn ongezond en schadelijk, wat voor veel mensen een prima reden is om ze te verbieden. De illegale circuits die door een verbod ontstaan, zijn daarom toch niet de schuld van de overheid?

Decorte: Als je roesmiddelen strafbaar maakt, laat je wél illegale circuits ontstaan. De schadelijkheid van drugs zou een valabel argument zijn als onze drugsstrategie niet zo inconsistent was. Maar er is een raar schisma gecreëerd in de hoofden van de mensen. Van een aantal drugs zeggen we dat ze gevaarlijk en ongezond zijn, en daarom verbieden we ze. Een aantal andere drugs is volkomen legaal, en dan kijken we met z’n allen naar de Jupiler League. Wat nog zo onbegrijpelijk is als je weet dat neurologen en toxicologen, die al die drugs hebben gerangschikt volgens gevaar, toxiciteit en verslavingsrisico, alcohol helemaal bovenaan zetten en xtc helemaal onderaan. Wat wel logisch zou zijn: hoe ongezonder of gevaarlijker de drug, hoe restrictiever we ermee omgaan. Dan zouden we alcohol, de gevaarlijkste drug ter wereld, aan banden moeten leggen.

Wetenschappers die drugs rangschikken volgens gevaar, toxiciteit en verslavingsrisico zetten alcohol helemaal bovenaan en xtc onderaan.

Tom Decorte, criminoloog UGent

Moeten de regels in verband met alcohol in de praktijk strenger?

Beels: Absoluut. Zeker als schepen van Jeugd ben ik daar heel erg van overtuigd.

Decorte: Nultolerantie in het verkeer, een verbod op reclame, een verhoging van de minimumleeftijd en een beperking van het aanbod, bijvoorbeeld in tankstations… Allemaal maatregelen die in het buitenland hun effect hebben bewezen. Die plannen liggen trouwens klaar. De overheid heeft al twee keer geprobeerd een alcoholplan in te voeren, maar deinst telkens terug onder invloed van de alcohollobby.

Dat is dan toch een sterk argument tégen legalisering: alcohol is legaal, en kijk wat voor ravages dat veroorzaakt?

Beels: Ik pleit er niet voor om alle andere drugs, net zoals alcohol, dan ook maar te commercialiseren en sociaal aanvaardbaar te maken. Neem tabak als voorbeeld. Ik geloof – optimist tot in de kist – dat wat we met roken hebben gedaan ook kan lukken met de consumptie van alcohol en andere drugs. Over tabak hebben we een grote mentaliteitswijziging gezien, ook al heeft het veel tijd gekost. Herinner u toen roken op café werd verboden. De weerstand was immens. Nu is het de normaalste zaak van de wereld.

Jullie willen cocaïne eerst legaliseren om het vervolgens weer te verbieden?

Beels: We willen drugs niet zomaar overal toestaan, hè. Het idee is dat je gebruik legaliseert om het beter te kunnen reguleren, controleren en binnen de perken houden.

Decorte: Welke roesmiddelen doorheen de geschiedenis maatschappelijk in de ban zijn gedaan, is heel wisselend en tijdelijk. Ons wettelijke verbod op drugs zoals cocaïne is nog maar honderd jaar oud. In de zestiende eeuw werd koffie voor het eerst naar Europa vervoerd door de Arabieren. Niemand kende dat spul hier, en van mensen die koffie dronken zei men dat ze er hyper van werden en dat hun oogbollen uit hun kassen rolden. Al snel werd koffie als een gevaarlijke drug bekeken, gebruikt door rebellen die in kroegen de revolutie voorbereidden. Zaken die koffie schonken moesten dicht, en wie betrapt werd met koffie kon in een juten zak in de rivier belanden. Honderd jaar lang was dat het discours over koffie. Je kunt het vandaag nauwelijks geloven. Ik hoop dat mensen ooit op dezelfde manier op onze periode zullen terugkijken. En dat het geen honderd jaar meer zal duren.

Jinnih Beels (Vooruit): 'Coke kopen bij de overheid, daar moeten we naartoe'
© KAROLY EFFENBERGER

Jinnih Beels

1976: geboren in Calcutta, India

Studies: master in de criminologie (KU Leuven, 2000), postgraduaat diversiteitsmanagement (KU Leuven, 2011)

2002: commissaris bij de federale politie in Brussel

2006-2008: woordvoerder van de lokale politie in Antwerpen

2008-2015: hoofd van de cel diversiteit bij de Antwerpse politie

2017: stapt in de politiek, eerst bij Samen en later bij de SP.A

2019-vandaag: schepen van Jeugd en Onderwijs in Antwerpen

Jinnih Beels (Vooruit): 'Coke kopen bij de overheid, daar moeten we naartoe'
© KAROLY EFFENBERGER

Tom Decorte

1969: geboren in Sint-Amandsberg

Studies: criminologische wetenschappen (KU Leuven, 1992), theaterwetenschappen en antropologie (KU Leuven, 1994)

Hoogleraar criminologie (UGent)

Directeur van het Instituut voor Sociaal Drugsonderzoek

Lid van de burgerbeweging Smartondrugs, voert al ruim 25 jaar onderzoek naar drugsfenomenen en (inter)nationaal drugsbeleid

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content