‘Jan Fabre is de zondebok van de danssector’
‘Jan Fabre blijft een van de belangrijkste kunstenaars. Maar zijn persoon en methode botsten met de tijdgeest, en daarvan leek hij zich niet bewust’, zegt theaterwetenschapper Luk Van den Dries (UA).
13 september 2018 h2>
In een open brief op de website van Rekto:Verso beschuldigen twintig voormalige werknemers en stagiaires theatermaker Jan Fabre van seksisme en machtsmisbruik. p>
Wat dacht u toen u de open brief las waarin twintig ex-werknemers Fabre beschuldigen van seksisme en machtsmisbruik?
Luk Van den Dries: Ik was geschokt door de inhoud en de impact ervan. Het is een lange brief, er zijn veel ondertekenaars en de beschuldigingen – van seksueel grensoverschrijdend gedrag tot racisme en misogynie – zijn heftig. Een verrassing was het niet. Ex-danseres Ilse Ghekiere kreeg in 2017 een beurs van de Vlaamse overheid om seksisme in de danssector te onderzoeken. Dat werd tijd, de sector moet een inhaalbeweging maken.
U volgt Fabre al jaren en woonde repetities bij. Gingen de alarmbellen nooit af?
Van den Dries: Met de hand op het hart: nooit. Fabre wordt onder meer beticht van racisme en seksisme. Dat is onzin. Hij kan hard zijn, maar hij is fair. Hij houdt van ironie. En hij eist fysieke én mentale inzet van de performers. Die focus op het lichaam is de kern van zijn werk. Fabre is een kind van de performancebeweging uit de jaren zeventig. Bij hem staat het lichaam centraal, zowel het duistere ervan als het lichte. Hij laat ons vaak kijken naar iets waarvan we liever wegkijken. Hij laat zien hoe dat lichaam in onze samenleving gebruikt en misbruikt wordt.
In Vlaanderen wordt de #MeToo-beweging misbruikt om Fabres werk te vernietigen.
Vandaag kalft de autoriteit van de regisseur af én geven mensen duidelijker hun grenzen aan. Fabres persoon en methodiek botsen met die tijdgeest. Ik denk niet dat hij zich daarvan bewust was. Daardoor hadden sommige performers het gevoel dat hij hen over hun grenzen dwong. Dat is enorm pijnlijk en traumatiserend.
Wat zijn de consequenties van deze zaak?
Van den Dries: De gevolgen zullen in België groter zijn dan in de rest van de wereld. Fabre is hier controversieel. Vlaanderen heeft een haat-liefdeverhouding met hem. Hij blijft een van de belangrijkste kunstenaars, sla er de recente Bloomsbury-uitgave The Great European Stage Directors maar op na. Maar sommigen misbruiken #MeToo om zijn werk te vernietigen, en dat doen ze onder meer door te desinformeren. Intussen werkt zijn gezelschap Troubleyn eraan om van de repetitieruimte opnieuw een veilige plek te maken. Een onafhankelijk bureau interviewt nu alle performers en medewerkers.
Uw opiniestuk in De Morgen sloot u af met ‘Het theater zal antwoorden’.
Van den Dries: Fabre werkt aan The Madness of Sexuality / The Sexuality of Madness. Die voorbereidingen zijn al in het voorjaar begonnen. Deze crisis beïnvloedt het stuk én verandert hem. Werk en privé zijn verweven. Hij heeft muzen. Er waren mooie relaties en affaires met danseressen en actrices. Dat is toch niet bij wet verboden? #MeToo nodigt uit om op te komen voor je grenzen én die grenzen te respecteren. Dat is de les die Fabre ons leert, ook al is hij intussen de zondebok van de theater- en danssector en halen velen opgelucht adem dat niet zíj aan de schandpaal genageld worden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier