Jambon vs. Verlinden: de ministers van Binnenlandse Zaken tijdens terreur en corona

© Knack
Peter Casteels
Peter Casteels Redacteur en columnist bij Knack

Annelies Verlinden was een grote verrassing toen ze voor de CD&V minister werd in de regering-De Croo. Maar ze is er nog niet in geslaagd om haar voorganger Jan Jambon (N-VA) te doen vergeten. ‘We horen haar soms maanden niet.’

Nog vóór Annelies Verlinden kreeg Jan Jambon als minister van Binnenlandse Zaken al eens te maken met een lockdown. Na de aanslagen in Parijs in november 2015 ging Brussel voor het eerst op slot: scholen en winkels bleven enkele dagen dicht, het openbaar vervoer werd stilgelegd. De terreurdreiging was zo hoog dat het dagelijkse leven niet kon voortgaan. Zoals Jambons ministerschap werd getekend door de aanslagen die in maart 2016 in Brussel en Zaventem plaatsvonden, precies zo was Annelies Verlindens grootste opdracht tot nu toe het managen van de opeenvolgende coronalockdowns.

Telkens waren ze daarvoor afhankelijk van de politie. Leiding geven aan die dienst is de belangrijkste bevoegdheid voor de minister. Maar laat de politie nu net een van die federale diensten zijn waar het vandaag bijzonder slecht mee gaat. Nog in april liet commissaris-generaal van de federale politie Marc De Mesmaeker een luide noodkreet horen: zijn diensten zijn zwaar ondergefinancierd, de politie is al lang niet meer in staat om al haar taken naar behoren uit te voeren, zoals de bestrijding van georganiseerde misdaad.

Afpakken

Annelies Verlinden kondigde al extra inspanningen aan, maar die maken voorlopig weinig indruk. ‘De middelen die erbij komen, hebben we eerst elders moeten inleveren’, zegt Joery Dehaes van ACV Politie. ‘Het is alsof ze iets afpakken en de minister vervolgens zegt: kijk eens hoe goed ik ben, ik geef het jullie terug. Dan kun je niet verwachten dat wij staan te juichen.’

Ook Jambon bezuinigde op zijn politiediensten. Alleen na de aanslagen zorgde hij ervoor dat er veel extra middelen kwamen voor terreurbestrijding, maar daardoor raakten andere domeinen onderbemand. Niettemin had Jambon een duidelijke visie voor de politie. Het is een van de redenen waarom professor Marc Cools, criminoloog aan de UGent, hem onomwonden een van de beste ministers van Binnenlandse Zaken noemt die dit land al heeft gehad. Hij vergelijkt Jambon met Antoine Duquesne, de MR-minister die aan het begin van deze eeuw de politiehervorming uitwerkte. ‘Jambon begreep dat de lokale politie een schaalvergroting nodig had’, zegt Cools. ‘Hij is met de voorbereiding daarvan begonnen, en wist dat fusies onvermijdelijk waren. Helaas is dat traject stilgevallen toen de N-VA uit de regering-Michel stapte in 2018. En Annelies Verlinden heeft dat werk tot nu toe niet echt opgepakt.’

Jambon was een van de beste ministers van Binnenlandse Zaken.

Marc Cools, criminoloog UGent

Verlinden kreeg nog heel wat andere kritiek van het werkveld. De top van het Openbaar Ministerie was onlangs in het parlement hard voor de manier waarop de minister samenwerkt, en zelfs in vakbondskringen is men opmerkelijk enthousiaster over Jambon. ‘Wij zaten soms wekelijks op het kabinet van Jambon voor overleg, vaak met de minister erbij’, herinnert Vincent Houssin van de VSOA zich. ‘Pieter De Crem (CD&V), die Jambon opvolgde in 2018, was ook een aangename verrassing: de lijnen bleven kort. Vandaag verloopt het overleg veel stroever. Soms horen we de minister maanden niet.’

Een reden voor dat verschil is eenvoudig: Jan Jambon was vicepremier, Annelies Verlinden is dat niet. Terwijl Jambon duidelijker wist wat hij gedaan kon krijgen, moet Annelies Verlinden achteromkijken en wordt ze niet altijd gesteund door de voltallige regering. ‘Verlinden kan als minister ook wel eerder als hands-off beschouwd worden, ze besteedt meer zaken uit’, zegt professor Jelle Janssens, criminoloog aan de UGent. ‘Dat is een andere aanpak dan Jambon, die echt wel hands-on was. In zijn kabinet zaten ook meer mensen van de politie, terwijl ik de indruk heb dat dat op het kabinet van Verlinden minder is.’

In 2020 kwam Jan Jambon, toen al Vlaams minister-president, nog in de problemen met een oud dossier: de gruwelijke dood van Jozef Chovanek. De Slovaak stierf in 2018 in een politiecel in Charleroi, maar er kwam pas een ernstig onderzoek toen de beelden uitlekten in de pers. Jambon wist ook meer dan hij eerst had verklaard in de media. Hoewel dat in België altijd moeilijk te zeggen is, had hij hier als minister van Binnenlandse Zaken wellicht ontslag voor moeten nemen.

Crimefighter

De aanslagen en de coronacrisis overschaduwden de ambtstermijn van Jambon en Verlinden. Niet verrassend zijn dat ook de onderwerpen waar ze bij een evaluatie de meeste kritiek voor krijgen. Jambon werd als crimefighter een populaire politicus in Vlaanderen én Wallonië. Maar niet al zijn maatregelen waren even doordacht. Jambon – soms ook wel le premier flic genoemd – luisterde misschien wel iets té goed naar zijn agenten. Eerder dit jaar had het Comité P nog zware kritiek op het cameraschild van ANPR-camera’s dat verdachte voertuigen van terroristen moest kunnen opsporen: het werkte gewoon niet, om te beginnen. Voor privacyjurist en -activist Matthias Dobbelaere-Welvaert was het idee van vingerafdrukken op identiteitskaarten misschien nog wel het verregaandst. ‘Daar zat zelfs helemaal niemand op te wachten’, zegt hij.

Doet Verlinden het beter als het over de bescherming van privacy gaat? Dobbelaere-Welvaert heeft daar gemengde gevoelens bij. ‘Ze stelt in ieder geval geen gekkigheden voor, zoals het DNA van pasgeborenen afnemen’, zegt hij. ‘Maar ze doet ook geen enkele poging om de surveillancemaatregelen terug te draaien. In de coronacrisis was het gebrek aan bezorgdheid over privacy zelfs manifest. Waarom hebben wij geen CST-paspoort zoals in Nederland, waar alleen initialen en een groene of rode kleur op stonden? In België bevat zo’n paspoort veel meer, onnodige informatie, maar het kabinet weigerde dat aan te passen.’

KNACK LICHT DOOR Drie jaar na de verkiezingen en in de aanloop naar het zomerakkoord licht Knack de prestaties van de Vivaldi-regering door. Minister na minister gaan we na wat deze regering al gedaan heeft gekregen, en welke werven open blijven liggen. Om alles wat in perspectief te plaatsen, vergelijken we het werk van Vivaldi met dat van de Zweedse regering onder leiding van Charles Michel.

Partner Content