Internationale dag van geweld tegen vrouwen: ‘Een relatie is de plek waar je de grootste kans loopt om geslagen, verkracht of vernederd te worden’
De meeste verhalen over geweld in een relatie blijven verdoken en onzichtbaar. En toch zijn de gevolgen vaak hallucinant. In België worden elke maand ongeveer 2 vrouwen om het leven gebracht door hun (ex-)partner.
De actualiteit heeft ons ingehaald’, zegt Wim Van de Voorde, de Vlaamse coördinator van 1712, de professionele hulplijn voor vragen over geweld, misbruik en kindermishandeling. Het nieuws die ochtend wordt beheerst door de man uit Denderhoutem die ondanks een contactverbod de woning van zijn ex-partner binnendrong, en daar zijn ex en haar zoon met een mes vermoordde.
Ons gesprek over de plaag genaamd partnergeweld was al langer gepland. Van de Voorde belt in via videoverbinding naar het Centrum Algemeen Welzijnswerk (CAW) in Hasselt, waar het Limburgse 1712-team is ondergebracht. Teamverantwoordelijke Patricia Martens en hulpverleners Joke De Haes en Evelien Mathijs zijn fysiek aanwezig.
‘In België zijn er elk jaar ruim 20.000 klachten voor stalking. De meerderheid van de slachtoffers doet geen aangifte’, zegt Wim Van de Voorde. ‘We weten uit onderzoek dat stalking heel lang kan duren, gemiddeld 22 maanden. In een op de vier gevallen leidt het tot fysiek geweld. Stalking wordt in de perceptie vaak geminimaliseerd, zeker in de context van een relatie. Deze case bewijst opnieuw dat elke klacht voor stalking alarmbellen moet laten afgaan bij politie en justitie.’
Op zich, weten de hulpverleners rond de tafel, is een contactverbod na een eerste klacht zoals in Denderhoutem, al best uitzonderlijk. Maar zo’n contactverbod handhaven is moeilijk. ‘Iemand die in dezelfde winkel gaat winkelen als jij, begaat geen strafbaar feit. Maar is het toeval? Allicht niet. Doet het iets met een slachtoffer? Zeker wel’, zegt Patricia Martens. ‘Ook als je de politie belt omdat iemand duidelijk het contactverbod overtreedt, is die persoon vaak alweer verdwenen als de politie aankomt.’
25% van de stalkinggevallen leidt tot geweld.
Sommige stalkers willen hun partner tot elke prijs controleren of domineren, ook als de relatie is beëindigd. Dat soort partner- of ex-partnergeweld wordt in het jargon ‘intiem terrorisme’ genoemd. ‘Als het daarover gaat, leren wij als hulpverlener: blijf ervan af, probeer de problemen in die relatie of ex-relatie niet op te lossen, en zet maximaal in op de veiligheid van het slachtoffer’, vervolgt Martens. ‘Het gaat dan niet meer over liefde of emotionele verbinding, het gaat alleen over macht. Jij bent van mij en van niemand anders. Maar cru gezegd: het gaat niet eens over jou als persoon, het had evengoed je buurvrouw of je nicht kunnen zijn.’
Seksueel geweld
De sterk gemediatiseerde gevallen van partnergeweld met dodelijke afloop zijn slechts het topje van de ijsberg. Partnergeweld is wijdverbreid, maar blijft grotendeels verdoken en onzichtbaar. Een op de zeven vrouwen, en ook een op de tien mannen, heeft het afgelopen jaar een vorm van partnergeweld meegemaakt, zo blijkt uit onderzoek van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen (IGVM). Dat kan gaan over fysiek, emotioneel, financieel of seksueel geweld.
‘Seksueel geweld in een relatie is niet alleen verkrachting. Vaak gebruiken mensen seks, het geven of wegnemen van seks, ook als een middel om de ander te manipuleren. Hulpverleners durven ook vaak niet naar seksueel machtsmisbruik te vragen, omdat het onderwerp zo intiem is’, verduidelijkt Evelien Mathijs, die al zes jaar voor 1712 werkt.
Het aantal aangiften bij de politie voor partnergeweld, vooral fysiek en psychisch geweld, schommelde in België in 2022 rond de 40.000. Maar het dark number, de niet-geregistreerde gevallen, is gigantisch. Want de overgrote meerderheid van de slachtoffers stapt nooit naar de politie of de hulpverlening. Het aantal klachten bij de politie steeg de voorbije jaren weliswaar niet, maar het daalt ook niet, terwijl het thema partnergeweld veel hoger op de politieke agenda staat. ‘Het is een ongemakkelijke waarheid, maar een relatie of een gezin is de plek waar je de grootste kans loopt om geslagen, verkracht of vernederd te worden’, zegt Van de Voorde.
Risicofactoren zoals een verslaving aan drugs of alcohol, psychische problemen, financiële moeilijkheden of een verleden van geweld, kunnen partnergeweld in de hand werken. Maar het kan letterlijk iedereen overkomen: jong en oud, rijk en arm, hoog- en laagopgeleid, hetero en niet-hetero. Bij partnergeweld in heterokoppels is meestal de vrouw het slachtoffer. ‘83 procent van de oproepen die we krijgen gaat over een vrouw, 17 procent of een op de zes oproepen gaat over een man. Het aantal mannelijke slachtoffers dat contact opneemt met 1712 is dus ook niet verwaarloosbaar. En het stijgt’, zegt Martens.
Geweldcyclus
De meeste mensen die naar 1712 bellen, mailen of de chat gebruiken, willen anoniem blijven. Dat zegt veel over het zware taboe dat nog altijd op partnergeweld rust. Om het vertrouwen en de pricavy van cliënten niet te schenden, mag Knack niet bij een oproep aanwezig zijn. Wim Van de Voorde schetst wel een aantal typische cases, die opgetekend werden door het 1712-team en waarin de namen en herkenbare identiteitsgegevens zijn gewijzigd.
Het is een kwestie van actie en reactie. Geweld is vaak de allerlaatste reactie.
‘Mark en Sarah zijn vier jaar getrouwd en hebben twee kinderen’, zegt hij. ‘Sarah neemt contact op met 1712 omdat de spanningen in de relatie zijn toegenomen. De ruzies zijn al enkele keren uit de hand gelopen, er is geduwd en getrokken. De woede-uitbarstingen en het geweld lijken gebonden aan specifieke situaties, wanneer Mark heeft gedronken of gefrustreerd is over zijn werk. In het gesprek met 1712 geeft Sarah aan dat Mark meestal een liefdevolle partner is. Maar hij reageert zijn stress op haar af, en soms ook op de kinderen. Hij heeft thuis nooit geleerd om op een gezonde manier met stress om te gaan en grijpt naar geweld als uitlaatklep voor zijn emoties. Sarah houdt van haar partner en wil voorkomen dat het geweld in hun relatie een blijvend patroon wordt.’
83% van de oproepen naar hulplijn 1712 gaat over een vrouwelijk slachtoffer.
‘Of neem Cindy, een 35-jarige vrouw die al zeven jaar haar leven deelt met Tom. Ze hebben samen drie jonge kinderen. Ook Cindy belt naar 1712 vanwege toenemende conflicten en geweld in hun relatie. De problemen begonnen toen de zaak van Tom over de kop ging. Het gezin moest zijn levensstandaard aanpassen. Het faillissement had ook invloed op Toms gevoel van eigenwaarde. Tom reageert steeds vaker zijn frustraties af op Cindy. Hij uit kritiek, beledigingen en vernederingen, soms in het bijzijn van de kinderen. Maar ook Cindy gaat hem steeds meer bekritiseren en soms straal negeren, alsof hij niet bestaat. Na verloop van tijd zijn de ruzies gaan escaleren, waarbij Tom en Cindy elkaar ook slaan. Hoewel ze na elke heftige ruzie oprecht spijt hebben, vervallen ze steeds opnieuw in hetzelfde gedrag. Cindy vraagt de hulp van 1712 om te kijken hoe ze die geweldcyclus met haar partner kan doorbreken.’
Niet zelden doen mensen bij 1712 voor het eerst hun verhaal. ‘Geregeld krijgen wij mensen aan de lijn die zeggen: ik weet niet of ik hier op de juiste plaats ben en of ik nu echt in een gewelddadige relatie zit. En dan komen er verhalen waarvan wij denken: hoe kun jij daar nu aan twijfelen?’ vertelt trajectbegeleider Joke De Haes. ‘Sommige mensen hebben ook gewoon geen referentiekader. Ik spreek met vrouwen die als kind zijn opgegroeid met geweld, en die al verschillende relaties met partnergeweld achter de rug hebben. Laatst belde een vrouw die vroeg waarom ze altijd op gewelddadige mannen viel, en waar ze hulp kon vinden.’ Niet zelden zorgt de diepe hunkering naar liefde, aandacht en gezien worden ervoor dat mensen nog liever geweld ondergaan dan helemaal geen reactie meer te krijgen van hun partner.
‘Sommige mensen zijn heel emotioneel aan de telefoon’, vult Martens aan. ‘Dan is het zaak ze daarin te laten zakken. Ik heb al vaak met mensen heel diep in- en uitgeademd aan de telefoon.’
Narcisten
Alle gesprekspartners bij 1712 benadrukken de complexiteit van partnergeweld – ‘a wicked problem’. Het zijn zelden zwart-witverhalen. Partnergeweld wordt vaak gereduceerd tot ‘man pleegt fysieke agressie op vrouw’. ‘Maar in de overgrote meerderheid van partnergeweld gaat het om wederkerig geweld, zogenaamd situationeel koppelgeweld, dat vervat zit in hoe twee mensen in een relatie met elkaar omgaan’, zegt Martens.
1712-hulpverleners bewandelen dan ook een dunne lijn. Ze willen volop erkenning geven aan het slachtoffer, onbevooroordeeld luisteren en geen onnodige gaten schieten in het per definitie eenzijdige verhaal van de beller. Aan de andere kant, indien relevant, moeten ze toch vragen naar het eigen aandeel in het geweld binnen het koppel.
‘Nogal wat vrouwen bellen met de boodschap: mijn partner of ex-partner is een narcist of een psychopaat. Mensen hebben over het algemeen de neiging hun eigen inbreng te minimaliseren. “De ander is het probleem, ik heb niks verkeerd gedaan.” Maar als je de situatie gaat uitspitten, kun je vaak al na één gesprek besluiten dat het probleem wel degelijk in de dynamiek tussen die mensen zit’, vertelt Martens. ‘Het is een kwestie van actie en reactie. Geweld is vaak de allerlaatste reactie. De vrouw die de klap heeft ontvangen, zegt dan: hij pleegt geweld – logisch natuurlijk. Maar daar is vaak heel veel aan voorafgegaan. En vrouwen gaan dan ook ver over grenzen heen, bijvoorbeeld door te kleineren en te beledigen. “Jij bent geen echte man, jij bent geen knip voor je neus waard, jij hebt mij niks te bieden”, dat soort dingen. Woorden kunnen heel gewelddadig zijn. Maar dat kun je niet zoals een blauw oog bij de politie laten vaststellen.’
Het aantal mannelijke slachtoffers is zeker niet verwaarloosbaar. En het stijgt.
1712-hulpverleners zullen een vrouw of man nooit zeggen: je moet je partner verlaten. Wel kijken ze soms naar wat mensen zélf kunnen doen om de geweldspiraal te doorbreken, of om zichzelf en de kinderen in veiligheid te brengen. De Haes: ‘De uitkomst van de relatie laten wij eigenlijk los. Waar het ons om gaat, is dat het geweld moet stoppen.’
De Haes geeft ook gedragstraining aan mannelijke plegers van partnergeweld. Ze ziet daar hoe opvoeding en maatschappelijke en culturele verwachtingspatronen niet alleen vrouwen maar ook mannen parten spelen. ‘We staan stil bij spreken over je gevoelens, je behoeften en wat onder het pantser en aan de binnenkant zit. Heel veel mannen zeggen dan: ik heb dat nooit geleerd. Voor mannen geldt nog vaak het clichébeeld dat ze sterk moeten zijn, niet mogen huilen en zich niet kwetsbaar mogen opstellen.’
Stille schaamte
Praten over partnergeweld is een belangrijke stap om geweld te doen stoppen. Maar over het algemeen ervaren slachtoffers ontzettend veel schaamte om ermee naar buiten te komen. ‘Het is niet iets wat je tijdens een etentje met vrienden of familie ter sprake brengt’, zegt Van de Voorde.
Extra lastig is dat de naaste omgeving een slachtoffer al snel aanspoort om een einde te maken aan de relatie. Terwijl zo’n stel vaak ook nog leuke momenten heeft en samen iets heeft opgebouwd. Mathijs: ‘Als iemand je in vertrouwen neemt, is het heel belangrijk om niet te oordelen. Anders klappen mensen dicht. Luister en vraag wat die persoon nodig heeft. Dat kan een luisterend oor zijn, maar ook steun bij het opvangen van de kinderen, tijdelijk onderdak, professionele hulp…’
Voelsprieten
Evelien Mathijs werkt ook op het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling. Geweld in een relatie en kindermishandeling, vertelt ze, kun je jammer genoeg nooit los zien van elkaar. ‘Soms vertellen mensen ons dan dat ze alleen maar ruzie maken als de kinderen op school zijn of in bed liggen. Maar kinderen hebben sterke voelsprieten. Bovendien weten we ook dat geweld op afstand horen voor kinderen hetzelfde is als fysiek bij geweld aanwezig zijn. Soms is het zelfs nog erger, omdat hun verbeelding met hen aan de haal gaat.’
Het gevolg van opgroeien in een gewelddadig gezin, vervolgt Mathijs, zijn kinderen die piekeren op school en zich zorgen maken over wat er in hun afwezigheid thuis gebeurt. ‘Ze krijgen concentratieproblemen, hun ontwikkeling stopt en ze vallen uit op school. Die kinderen gaan in de lagere school zelf ook vaker pesten of vechten.’
Dag na dag geconfronteerd worden met hoe mensen elkaar de duivel aandoen en soms regelrecht kapotmaken, is voor hulpverleners een zware last. ‘Het kleurt je wereldbeeld’, zegt Martens. Gelukkig vormen de 1712-medewerkers in Limburg naar eigen zeggen een superhecht team, waarin alles kan worden besproken. En ze springen voor elkaar in de bres, ook als iemand op een drukke ochtend, bij de achtste telefoon, het even niet meer zo goed kan opbrengen. Want ‘soms is de pot met empathie gewoon leeg’.
Slaan, schoppen, bijten, wurgen…
De sterke stijging van de afgelopen jaren is volgens 1712-coördinator Wim Van de Voorde toe te schrijven aan grotere maatschappelijke aandacht voor het probleem, betere bekendheid van de hulplijn, campagnes over familiaal geweld en partnergeweld en de uitbreiding van de openingsuren en het hulpverlenings-aanbod van 1712. Belangrijk bij die cijfers: de meeste mensen die partnergeweld meemaken zetten nooit de stap naar politie of hulpverlening.
Van de Voorde: ‘De meeste oproepen gaan over lichamelijk en emotioneel partnergeweld. Concreet gaat het over slaan, schoppen, bijten, verwonden met een sigaret, wurgen… Bij emotioneel geweld kan het gaan over beledigen, kleineren, isoleren, bedreigen en controleren door een partner of ex-partner. Daarnaast registreren we ook emotionele en fysieke verwaarlozing, seksueel geweld en economisch geweld binnen een (ex-)partnerrelatie’.