Infectioloog Steven Callens (UZ Gent): ‘Het grensbeleid van Europa zal ons nog zuur opbreken’
‘In de passionele discussie rond het sluiten of het openhouden van de scholen moeten we vooral realistisch zijn’, zegt professor Infectieziekten Steven Callens (UZ Gent) en lid van de Gems-expertengroep.
De kerstvakantie is ten einde. Honderdduizenden leerlingen trekken opnieuw naar school. De eindejaarsperiode werd gekleurd door de onheilspellende berichten over de Britse variant van het coronavirus. Afgezien van een strikter test- en quarantainebeleid voor reizigers legde de overheid geen extra maatregelen op. De vigerende regels in het onderwijs blijven zeker tot de krokusvakantie van kracht. Alle leerlingen tot het derde middelbaar gaan voltijds naar de les.
Maar is dat wel een verstandige keuze? Volgens expert Steven Callens (UZ Gent) staat er één ding zeker vast over de Britse variant: ze is besmettelijker. Maar of ook kinderen vatbaarder zijn? ‘Dat ik betwijfel ik toch. De gegevens die het Verenigd Koninkrijk de wereld instuurde, waren niet eenduidig.’
Hoe bedoelt u?
Steven Callens: In het VK werkt men met verschillende graden van maatregelen die soms liberaler zijn dan bij ons. Zo was het gebruik van mondmaskers in het secundair onderwijs niet verplicht in de klas zelf en was er ook minder afstandsonderwijs. Dat is een belangrijk verschil.
U bent dus gerust over de heropening van de scholen bij ons?
Callens: We weten dat scholen geen eilanden zijn. Als het virus in de maatschappij toeneemt, circuleert het ook meer in scholen. Zijn scholen volledig onschuldig? Nee. Zijn ze volledig schuldig? Ook niet. In de passionele discussie rond het sluiten of openhouden van de scholen moeten we vooral realistisch zijn. Op de lange termijn is het belangrijk dat kinderen naar school kunnen gaan.
Ik kan u verzekeren dat het moraal bij het personeel niet hoog genoeg is om dit nog lang vol te houden.’
Steven Callens, professor Infectieziekten (UZ Gent)
Kunnen we wel gerust zijn terwijl we niet weten hoe wijdverspreid de Britse variant is in België? Varen we blind?
Callens: We zijn een beetje bijziend. Bij enkele grote uitbraken hebben we genoomsequentie uitgevoerd om de genetische code van het virus te onderzoeken. We hebben uiteraard veel minder stalen geanalyseerd dan in het VK, maar wel genoeg om te weten dat we nog niet met een dergelijke verspreiding zitten.
Dat is de situatie vandaag. Het effect van teruggekeerde reizigers is nog niet bekend.
Callens: Je moet als samenleving een afweging maken. Wij kiezen ervoor om het onderwijs open te houden. Bij iedere vakantiegolf hebben we gezien dat varianten zich verspreid hebben over Europa. In de zomer gebeurde dat wellicht met een variant die vanuit Spanje werd verspreid. Hoe groter de mobiliteit van mensen, hoe groter de mobiliteit van het virus. De keuze van Europa om het grens- en testbeleid niet te coördineren gaat ons zuur opbreken. Tot nu toe hebben we de variant in 33 landen gevonden. Ik moet er geen tekening bij maken: tegen het einde van de week zitten we aan 100 landen.
Kunnen we die variant überhaupt tegenhouden?
Callens: Zolang we alle menselijke transport niet stoppen, kan dat volgens mij niet. Maar alle transport stoppen is uiteraard niet mogelijk. We kunnen wel de verspreiding zo krachtig mogelijk tegenhouden door niet-essentiële verplaatsingen te beperken, nationaal of internationaal. De bedoeling van de maatregelen van de overheid is dat de nieuwe variant van het nieuwe virus minder dik gezaaid wordt.
We moeten rekenen op de goodwill van mogelijk geïnfecteerde reizigers. Vreest u niet dat het uit de hand zal lopen, bijvoorbeeld door mensen die weigeren in quarantaine te gaan?
Callens: Ik hoop dat dat niet gebeurt. In de tweede golf is de zorgsector net niet verdronken. Ik kan u verzekeren dat het moraal bij het personeel niet hoog genoeg is om dit nog lang vol te houden. Gelukkig zitten we nu in een vrij stabiele situatie, maar het aantal dagelijkse infecties ligt nog steeds hoog. We zitten nog niet in veilig vaarwater.
Hopelijk weten we tegen de lente veel meer en kunnen we bekijken wat we al een klein beetje kunnen loslaten.’
Steven Callens
Ondertussen is de vaccinatie-uitrol begonnen. Veel mensen kijken met jaloezie naar Israël, dat de bevolking in een rotvaart vaccineert. Ook het VK en de Verenigde Staten vaccineren op grote schaal. Begrijpt u die reactie?
Callens: Iedereen wil zo snel mogelijk naar een normaal leven. Maar overheden moeten hun best doen om zo snel, maar ook zo veilig mogelijk te vaccineren. Het VK en Israël zijn niet gebonden aan het Europees Geneesmiddelenagentschap (EMA). Misschien gaan we nadien nog zeggen dat het beter was dat wij ons beter hebben voorbereid in plaats van te rushen. Europa en het EMA houden zich strikt aan het principe voorzichtig te zijn, zonder de procedure nodeloos te verlengen. Het blijft belangrijk alles zo veilig mogelijk te doen. Een paar dagen of weken trager en doordacht beginnen vaccineren is op twaalf maanden sinds de start van de pandemie dan ook geen ongeoorloofde luxe.
Hoe kan de Britse variant onze strategie beïnvloeden?
Callens: De effectiviteit van de vaccins van Pfizer en Moderna bedraagt 95 procent. Op dit moment zijn experimenten bezig met de effectiviteit bij de variant. Ik vermoed dat die nog altijd zeer goed zal zijn. Maar zelfs als we maar een paar procentpunten verliezen, wil dat zeggen dat we minder bescherming kunnen bieden op individuele basis. Dat betekent dat je voor groepsimmuniteit niet op 70 procent moet mikken, zoals we nu doen, maar op 80 of misschien zelfs 90 procent.
Bovendien weten we nog steeds weinig over de besmettelijkheid van gevaccineerden.
Callens: De vaccinatie beschermt inderdaad tegen de ziekte, maar het is nog niet bewezen of het ook overzetting voorkomt. Er zal een tijd zijn waarin er gevaccineerde en niet-gevaccineerde mensen rondlopen. De maatregelen zullen we jammer genoeg moeten blijven volhouden. Hopelijk weten we tegen de lente veel meer en kunnen we bekijken wat we al een klein beetje kunnen loslaten.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier