In vrede rusten? 5 tips om de erfbelasting te beperken

© Illustratie: Olivier Heiligers
Ewald Pironet
Ewald Pironet Senior writer

Eén ding in het leven is zeker: ooit gaan we dood. U kunt dan ook maar beter tijdig beslissen wat er met uw bezittingen en vermogen moet gebeuren. Want er is meer mogelijk dan schenken en een testament opstellen.

Niemand heeft het eeuwige leven. Hoe ouder u wordt, hoe dichter de dag nadert dat veerman Charon u over de Styx naar het rijk van Hades brengt, zoals de oude Grieken de dood zo mooi beschreven. Het is goed om bijtijds na te denken over wat er dan met uw geld en eigendom moet gebeuren, ook wanneer dat einde nog veraf lijkt.

Het is een misvatting dat het regelen van de nalatenschap alleen voor mensen met een groot vermogen belangrijk is. Ook als u een klein spaarpotje of een eigen huis bezit, is dat verstandig. Want op een erfenis groot of klein moet belasting worden betaald. Hoeveel de erfbelasting bedraagt, hangt af van hoeveel u erft, van wie u erft en in welk gewest de overledene woonde.

De geldende tarieven voor de erfbelasting in het Vlaams Gewest vindt u op de site van de Vlaamse belastingdienst vlaanderen.be/belastingen-en-begroting. Uw erfgenamen in rechte lijn (kinderen, kleinkinderen, achterkleinkinderen, de ouders, grootouders, overgrootouders) en uw partner betalen op het bedrag tussen nul en 50.000 euro 3 procent, tussen 50.000 en 250.000 9 procent en op alles boven 250.000 euro 25 procent. Broers, zussen, ooms, tantes, neven, nichten en alle anderen betalen meer.

Als u er op tijd werk van maakt, kunt u die erfbelasting beperken. Niet alleen om fiscale redenen maakt u er het best tijdig werk van, maar ook opdat alles wordt verdeeld zoals u dat graag zou hebben. En om familieruzies te vermijden. Als alles goed geregeld is, kan u dat tijdens de laatste momenten misschien zelfs wat rust brengen. We overlopen vijf cruciale stappen waarover eigenlijk iedereen zich moet bezinnen. Doe dat tijdig, anticiperen is de boodschap.

1. Huwelijkscontract: een verhaal van rechten en plichten

In 2022 werden in België 48.482 huwelijken voltrokken. Los van de romantiek is een huwelijk vooral een overeenkomst tussen twee partners, met rechten en plichten. Wat die rechten en plichten zijn, hangt af van het huwelijkscontract. Daarin wordt bepaald hoe de inkomsten, eigendommen en schulden worden verdeeld als er aan het huwelijk een einde komt, door een scheiding of als een van de partners sterft.

Daarom is het belangrijk om vóór het huwelijk te wikken en te wegen welk huwelijkscontract u zult aangaan. Ook daarna moet u nu en dan eens kijken of het nog aan de wensen voldoet en het eventueel laten aanpassen.

Er zijn drie verschillende huwelijksstelsels. Het wettelijke stelsel geldt als het koppel geen keuze maakt onder welk huwelijkscontract het wil trouwen. Dat stelsel maakt een onderscheid tussen enerzijds het gemeenschappelijke vermogen (alles wat u en uw partner verdienen vanaf het huwelijk) en anderzijds de twee eigen vermogens (alles wat u en uw partner bezaten voor het huwelijk en alles wat wordt geërfd tijdens het huwelijk). Een tweede mogelijkheid is het stelsel van scheiding van goederen, waar geen gemeenschappelijk vermogen bestaat. Een derde mogelijkheid is het stelsel van algehele gemeenschap en daar is alles gemeenschappelijk eigendom.

Elk huwelijksstelsel heeft zijn eigen gevolgen als u of uw partner sterft. Ook of er (klein)kinderen zijn speelt een rol. Op de website van de Federatie van Notarissen, notaris.be, vindt u wat in uw specifieke situatie de concrete gevolgen zijn.

Heel wat mensen stellen geen huwelijkscontract op en vallen dus onder het wettelijke stelsel. Bij overlijden krijgt de langstlevende echtgenoot de helft van het gemeenschappelijke vermogen. U kunt een clausule aan het contract koppelen waarin wordt bepaald dat de langstlevende het volledige vermogen krijgt. U kunt ook het keuzebeding toevoegen: de langstlevende kan op het moment van overlijden van de partner kiezen wat er gebeurt met het gemeenschappelijke vermogen.

Het huwelijkscontract en eventuele wijzigingen en aanvullingen lopen steeds via een notaris. Reken tussen de 650 en 850 euro voor het opstellen van een huwelijkscontract. Als er ook vastgoed bij betrokken is, kan dat 500 tot 550 euro extra kosten.

2. Zorgvolmacht: niet alleen voor als u wilsonbekwaam bent

In 2021 werden in België bijna 70.000 zorgvolmachten opgesteld, waarvan ruim 60.000 in Vlaanderen. Met een zorgvolmacht anticipeert u op het moment dat u wilsonbekwaam bent. U kunt zo’n zorgvolmacht verstrekken zolang u helder van geest bent. U geeft dan een of meerdere personen de bevoegdheid om uw financiële belangen te behartigen. Vanzelfsprekend geeft u de zorgvolmacht alleen aan personen die u honderd procent vertrouwt.

Een zorgvolmacht kan gaan over het verrichten van betalingen, het ontvangen van pensioen, beleggingen, het verhuren of zelfs verkopen van een woning en het doen van een schenking. U bepaalt zelf hoever u wilt gaan. En u bepaalt ook wanneer de zorgvolmacht ingaat. Dat kan zijn vanaf het moment dat u wilsonbekwaam bent, maar het kan ook meteen van start gaan als u bijvoorbeeld te slecht te been bent om zelf naar de bank te gaan. Zolang u wilsbekwaam bent, kunt u de zorgvolmacht aanpassen.

60.000 zorgvolmachten werden er in 2021 in Vlaanderen getekend.

Als u geen zorgvolmacht hebt afgesloten en wilsonbekwaam wordt, zal een vrederechter een bewindvoerder aanstellen. Dat moet een familielid of vriend zijn, maar soms wordt toch een professionele bewindvoerder aangewezen, bijvoorbeeld een advocaat.

Een zorgvolmacht is ook interessant met het oog op uw nalatenschap. Diegene die de zorgvolmacht ontving, kan tot op uw laatste levensdag nog in uw naam een schenking doen. Om zelf een schenking te doen moet u wilsbekwaam zijn, met een zorgvolmacht kunt u zelf een ‘planning’ opstellen die gevolgd zal worden, wat ook uw gezondheidstoestand is.

U kunt zelf een zorgvolmacht opstellen, zolang er geen vastgoed bij betrokken is. Misschien gaat u toch beter naar een notaris, die een zorgvolmacht op maat kan schrijven en ze officieel kan registreren. Het vaste ereloon bedraagt 195 euro, als de zorgvolmacht aan twee personen wordt gegeven wordt dat 295 euro. De notaris rekent meestal zo’n 200 tot 300 euro dossierkosten aan. De registratie kost ook nog eens 50 euro.

3. Levensverzekering: u bepaalt de begunstigde

Levensverzekeringen worden vaak gebruikt bij vermogensplanning: de uitbetaling kan worden vastgelegd op een bepaalde datum of op het moment dat u overlijdt. En bij het uitbetalen na overlijden kunt u vastleggen wie de begunstigde zal zijn. Als ouder of grootouder kunt u dus via een levensverzekering sparen voor uw kind of kleinkind door het aan te wijzen als begunstigde. U blijft zelf eigenaar van de verzekering zolang u in leven bent, maar als u sterft, krijgt uw kind of kleinkind het gespaarde kapitaal en het bijbehorende rendement.

Een levensverzekering sluit u af bij uw (bank)verzekeraar of verzekeringsmakelaar. Er bestaan twee grote systemen. Het eerste is een spaarverzekering, in het jargon Tak-21: uw spaargeld levert, net zoals op een spaarrekening, een gegarandeerde rente op, plus eventuele winstdeelname afhankelijk van de winst van uw verzekeringsmaatschappij. De tweede is een beleggingsverzekering of Tak-23-product: uw spaargeld wordt belegd in een beleggingsfonds en is dus niet gegarandeerd. Welk product het best bij u past, hangt af van uw beleggersprofiel en zin voor risico.

Let op: een deel van het geld dat u in een levensverzekering investeert, gaat naar de kosten die een verzekeraar in rekening brengt. Er kunnen heel wat kosten worden aangerekend, van premietaksen over in- en uitstapkosten tot beheerskosten. Op het bedrag dat bij overlijden wordt uitgekeerd aan de begunstigde moet erfbelasting worden betaald. Hoeveel hangt af van de grootte van het spaarbedrag, de verwantschap van de begunstigde en de woonplaats. Uw verzekeringsmaatschappij kan u vertellen hoe dat in uw concrete geval zit.

Interessant is wel dat u tijdens uw leven een levensverzekering kunt schenken aan uw (klein)kind. Dan moet er wel schenkbelasting betaald worden, maar die ligt een pak lager dan de erfbelasting. Schenkt u een levensverzekering via een bankgift, dan hoeft er zelfs helemaal geen erfbelasting betaald te worden op voorwaarde dat de schenker nog minstens drie jaar blijft leven. We komen er in het volgende punt op terug.

4. Schenking: gegeven is gegeven

Schenkingen zijn populair, onder meer omdat de schenkbelasting veel lager ligt dan de erfbelasting. Maar opgelet, ‘gegeven is gegeven’, een schenking is definitief. Schenkingen zijn perfect wettelijk, alleen moet u ze wel doen zoals het hoort. Er moet daarbij een onderscheid worden gemaakt tussen het schenken van roerende goederen (geld, juwelen, schilderijen…) en onroerende goederen (grond, huis…).

U hebt drie mogelijkheden om roerende goederen te schenken. Via een gewone handgift komen er geen papieren bij te pas, u geeft het goed gewoon van hand tot hand. U kunt ook geld, aandelen enzoverder schenken door ze over te schrijven op de rekening van de begunstigde, en dan spreken we van een bankgift. In beide gevallen kost dat niets, maar als de schenker binnen de drie jaar overlijdt, zal er toch nog erfbelasting moeten worden betaald.

U kunt de schenking van een roerend goed ook laten registreren, meestal bij een notaris. U doet dat het best als de kans groot is dat de schenker binnen de drie jaar overlijdt, want op een geregistreerde schenking betaalt u een schenkbelasting maar geen erfbelasting. Hoe groot het bedrag ook is, als u schenkt in rechte lijn of aan uw partner is het tarief van de schenkbelasting 3 procent. Alle anderen betalen 7 procent.

Voor de schenking van onroerend goed moet u steeds naar de notaris, want er moet een notariële akte worden opgesteld. Informeer bij uw notaris hoeveel hij daarvoor vraagt. Naast de notariskosten moet u de schenkbelasting betalen, die oploopt met de waarde van het goed en tussen 3 en 27 procent ligt als het gaat naar erfgenamen in rechte lijn of uw partner. Alle anderen betalen meer. U vindt de tarieven terug op de website van de Vlaamse belastingdienst vlaanderen.be/vlaamse-belastingdienst. Sterft de schenker binnen de drie jaar, dan hoeft er toch geen erfbelasting te worden betaald.

5. Testament: als u de erfwet maar niets vindt

Als u overlijdt en er is geen huwelijkscontract of testament, dan wordt uw nalatenschap verdeeld zoals dat in de wet staat en dat gaat volgens de bloedverwantschap: eerst komen de kinderen, daarna de ouders, broers en zussen enzoverder. Als u zich niet kunt vinden in de regels van het erfrecht, kunt u een testament opstellen. U bepaalt dan zelf wie wat krijgt, toch tot op zekere hoogte. Want zowel uw partner als de kinderen hebben altijd recht op een deel van de erfenis, de rest kunt u naar believen verdelen. Op notaris.be vindt u de details.

350 à 450 euro rekent een notaris aan voor de opstelling van een testament.

Het opstellen van een testament wordt vaak geassocieerd met de oude dag, maar toch kunt u daar beter tijdig mee beginnen. Dat is zeker het geval als u bijvoorbeeld feitelijk of wettelijk samenwoont en wilt dat uw partner iets erft. Of als u een samengesteld gezin hebt en denkt aan de pluskinderen. Of als u geen kinderen of dichte familie hebt, om te voorkomen dat het nalatenschap naar verre familie gaat.

U kunt uw testament zelf met de hand schrijven, dateren en ondertekenen. U kunt het in principe ook zelf bewaren, maar beter is het om te laten inschrijven bij het Centraal Register voor Testamenten, zodat het altijd naar boven komt als u overlijdt. Dat kost 25 euro. U kunt uw testament ook door een notaris laten opstellen. Daarvoor betaalt u tussen 350 en 450 euro. Maar zoals gezegd: uw nalatenschap voorbereiden is veel meer dan alleen maar nadenken over een testament.

Knack-redacteur Ewald Pironet en VRT-journalist Michaël Van Droogenbroeck gaan in Je geldbijbel (802 blz, 34,99 euro) dieper in op geldzaken zoals slimme erfenisplanning. U kunt het boek alleen kopen via knack.be/geldbijbel.

Partner Content