– Voorzitter CD&V – Kamerlid
U was de eerste politicus die zich vorig jaar, toen de hashtag #wijoverdrijvenniet begon te circuleren, uitsprak tegen seksueel geweld.
WOUTER BEKE: Toen ik onlangs de nieuwe cijfers van seksueel geweld las, was ik geschokt. Elke dag worden in ons land acht à tien vrouwen verkracht. Hallucinant. Wie dat seksueel geweld ook pleegt, het is not done en het moet verworpen worden. Ik denk dat mannen soms niet voldoende kunnen inschatten hoezeer vrouwen, zelfs in 2016, worden geïntimideerd, als lustobject beschouwd, belaagd. Vrouwen krijgen dan wel kansen op de arbeidsmarkt, maar die aspecten spelen nog altijd.
Kansen op de arbeidsmarkt? Amper 22 procent van de mannen steunt gelijkheid op de werkvloer. Een kwart van hen geeft toe af en toe seksistische opmerkingen te maken. Drie kwart van de vrouwen ervaart discriminatie tijdens of vlak na de zwangerschap. De quota in de raden van bestuur zijn nog altijd niet bereikt. En dan is er nog de loonkloof.
BEKE: Er zijn ook sectoren waarin vrouwen goed of zelfs oververtegenwoordigd zijn – ik denk aan de huisartsen of het onderwijs. Maar het klopt dat vrouwen soms worden benadeeld. Ik was ooit aanwezig op een politieraad waarin we vacatures voor agenten moesten openstellen. Iemand vroeg of we wel vrouwen zouden aanwerven, want die zouden weleens zwanger kunnen worden. Blijkbaar vindt men dat een normale redenering, men durft dat in een open vergadering te gooien. Uiteindelijk hebben we vrouwelijke agenten aangeworven, en intussen hebben we binnenkort een van de eerste vrouwelijke zonechefs van de regio (Beke is burgemeester van Leopoldsburg, nvdr.). In 2008 werkte ik trouwens zelf mee aan het wetsvoorstel voor de invoering voor quota voor vrouwen in raden van bestuur.
Het thema ligt u na aan het hart?
BEKE: De CD&V heeft een traditie in de strijd om gendergelijkheid, en ze is daar nog steeds koploper in. Het was de CVP die het vrouwenstemrecht mee mogelijk heeft gemaakt in 1948. In de jaren zeventig richtte Miet Smet met Vrouw en Maatschappij de eerste politieke vrouwenbeweging op. Vrouwen krijgen ook kansen binnen de partij. 28 van de 55 leden in onze fracties zijn vrouwen. Vier van de acht uitvoerende mandatarissen zijn vrouwen. In mijn eigen schepencollege levert mijn partij vier mandatarissen, van wie twee vrouwen.
Vrouw en Maatschappij was ook de eerste organisatie die onlangs, na incidenten in asielcentra, ter plaatse acties opzette om op te komen voor de rechten van de vrouwen die daar verblijven. Ik ben voorzitter van de meest feministische partij van Vlaanderen.
Is er een verschil tussen mannelijke en vrouwelijke politici? Leggen ze andere accenten?
BEKE: Bij ethische thema’s merk ik dat vrouwen meer nadruk leggen op zorgzaamheid en relaties. Als het over zelfbeschikking gaat, zoals draagmoederschap of euthanasie, durft men die aspecten al eens te vergeten.
Zult u uw dochters bewust maken van de vrouwenstrijd?
BEKE: Ik zal ze er zeker aan herinneren dat het belangrijk is dat ze alle kansen die ze krijgen met beide handen aannemen. Wij vinden de verworvenheden van vrouwen vandaag vanzelfsprekend, en vergeten soms dat er hard is gevochten voor het recht van vrouwen om te mogen studeren, stemmen en werken. Mijn grootmoeder van 91 kon dat niet. Maar ze heeft er altijd voor geijverd dat haar zes dochters het wel konden. Ik wil vooral dat mijn kinderen, en zeker mijn dochters, zo sterk mogelijk in de wereld staan.
Zult u hen leren dat nee nee is als iemand over hun grenzen gaat?
BEKE: Als er iets is wat onze dochters goed kunnen, dan is het nee zeggen. (lacht)
Vrouwen kiezen vaker dan mannen om deeltijds te werken en voor de kinderen te zorgen. Op lange termijn is dat in hun nadeel, omdat ze geen pensioenrechten opbouwen.
BEKE: Ook mijn vrouw heeft die keuze gemaakt. Zij was thuis de grote kostwinner toen ik nog aan de universiteit werkte. Toen we kinderen kregen, heeft ze bewust en na grondig overleg een deeltijdse baan dichter bij huis gezocht. Voor haar was dat een grote inspanning die alle respect verdient. Het is dus niet meer dan logisch dat de werkende partner de gevolgen van die keuze mee draagt, en dat het door hem opgebouwde pensioen wordt gedeeld. Als een relatie goed blijft, hoeft dat niet problematisch te zijn. Maar loopt de relatie stuk, dan mag de vrouw daar niet de dupe van worden. De pensioensplit zou een manier kunnen zijn om vrouwen die op die manier minder sociale rechten hebben opgebouwd toch een fair pensioen te geven.
Ook mannen ervaren seksisme. Wie als man ouderschapsverlof durft op te nemen, wordt nog altijd als een sloef beschouwd en mist ook carrièrekansen.
BEKE: Het lijkt me vooral zaak om mensen te sensibiliseren, om ze te tonen dat het normaal is dat zowel vrouwen als mannen die keuze maken.
Veel mannen willen de strijd voor gendergelijkheid alleen steunen als ze er zelf ook een voordeel in zien. Wat zou een voordeel voor mannen kunnen zijn?
BEKE: Is dat belangrijk? Ik sta in de politiek en in de samenleving omdat ik mee wil bouwen aan het algemeen belang. In mijn eerste boek, De mythe van het vrije ik, heb ik het daarover: je moet de mens niet teruggooien op zichzelf. Dan worden dingen pas onbespreekbaar. Echte vrijheid is kansen krijgen en verantwoordelijkheden nemen.
Dus mannen moeten vrouwen bijstaan?
BEKE: We mogen niet aan de zijlijn staan toekijken, we moeten vrouwen steunen vanuit de rollen die we vervullen: als vader, als partner en als collega.
Kortom, u noemt zichzelf een feminist?
BEKE: Zeker. Mag ik dit T-shirt houden?
‘Mag ik dit T-shirt houden?’