Hoogleraar Pieter Leroy: ‘Het politieke geklungel is het gevolg van minachting tegenover expertise’
Volgens emeritus hoogleraar milieubeleid Pieter Leroy is het politieke geklungel tijdens deze coronacrisis geen toeval. Hij ziet een verband met het groeiende politieke anti-intellectualisme. ‘We dragen allemaal de gevolgen van het dedain tegenover expertise.’
Pieter Leroy werkte aan een project aan de universiteit van Bordeaux toen hij vorige maand van de ene op de andere dag moest verkassen naar zijn woonplaats in Nijmegen. De plotse leegte gaf hem de tijd om onze aanpak van de coronacrisis – de zoveelste gezondheidscrisis in zijn carrière – grondig te analyseren. Zijn oordeel is niet mild. ‘Er zijn, in de nasleep van andere grote rampen en crisissen, boekenkasten vol geschreven over de voorwaarden en regels voor crisiscommunicatie en crisismanagement’, vertelt Leroy in een uitgebreid videogesprek. ‘Je moet met pijn in het hart vaststellen dat veel van die voorwaarden en regels nu met de voeten worden getreden.’
Oké, gezondheid is geen Europese bevoegdheid. Maar wie heeft daarvoor gezorgd? De nationale politici die nu roepen dat de EU afwezig blijft.
Over welke voorwaarden en regels gaat het dan?
Pieter Leroy: De eerste voorwaarde voor crisiscommunicatie is vertrouwen. Van bij het begin van deze crisis hadden de Vlaamse en Belgische politici moeten weten dat zij het in deze crisis zo broodnodige vertrouwen de afgelopen decennia zijn kwijtgespeeld. Zij hadden nog meer moeten terugvallen op onafhankelijke stemmen die het vertrouwen nog wél hebben. Laten we dus de hemel danken dat we nog experts hebben als Marc Van Ranst en collega’s. Ik vind dat hij voortreffelijk werk levert.
Hadden we het beleid de afgelopen weken nog meer moeten laten aansturen door experts?
Leroy: Ja, en – als we die hebben – van veel meer soorten. Maar de vraag is of we die hebben. En andere wetmatigheid in het crisismanagement is dat een crisis om de 24 uur van karakter verandert. Dat zien we nu ook weer: de crisis begint als een mondiaal gezondheidsprobleem, een pandemie, wordt dan een economisch probleem, een probleem van de woonzorgcentra, een onderwijsprobleem, een probleem van internationale handel enzovoorts. Dat betekent dat je onafhankelijke expertise nodig hebt op al die terreinen. Ik constateer dat we op veel van die terreinen de expertise de afgelopen decennia onvoldoende gekoesterd hebben. We zijn onvoldoende uitgerust om met serieuze adviezen en serieus crisismanagement te komen. Dat is trouwens niet alleen in ons land zo. Ook in Frankrijk en Nederland zag je desinvesteringen in, en een groeiend dedain tegenover expertise en onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek. Dat was en is kennelijk populair. Daar dragen we nu allemaal de negatieve gevolgen van. In een positiever klimaat hadden we veel sneller een meer multidisciplinaire groep experts bij elkaar kunnen brengen en dus ook veel sneller met serieus crisismanagement voor de dag kunnen komen. Die kennisinfrastructuur die toelaat om snel en adequaat te reageren op dit soort crisissen zou een vanzelfsprekendheid moeten zijn.
Hebben de experts vandaag niet net te veel macht? ‘We krijgen soms de indruk dat het beleid en de aanbevelingen van experts samenvallen en de democratie zich even laat vervangen door een technocratie’, schreven Stefan Rummens, Patrick Loobuyck en Andreas Tirez in De Standaard. ‘Dat is niet de bedoeling.’
Leroy: Ik begrijp die kritiek, maar dat gevaar lijkt me voorlopig van ondergeschikt belang. Allereerst hoed ik me altijd voor pleidooien voor het zogenaamde primaat van de politiek. De politiek heeft nooit het alleenrecht op beleidsvorming, en verkozen zijn is nooit een voldoende voorwaarde voor vertrouwen en legitimiteit. Bovendien zijn er allerlei domeinen waarop de politiek dat primaat zelf uitholt. Zeg mij: waar is het primaat van de politiek als het gaat over de strategische plannen van Amazon, Google of Facebook? Of als het gaat om de monopolisering van medisch materiaal dat nu zo nodig is? Ik zie het niet. De politiek heeft hen de vrije baan gelaten.
En verder: een crisismoment zoals het huidige maakt dat primaat de facto ongeveer onmogelijk. De snelheid waarmee beslist moet worden, maakt dat je noodgedwongen een stuk democratie en parlementaire controle buiten werking moet stellen. In crisisomstandigheden zijn snelle besluiten die zichtbaar resultaat opleveren een belangrijkere bron van legitimiteit en vertrouwen dan formele regels van de democratie. Dat Rijkswaterstaat op redelijke autoritaire maar doeltreffende wijze ingrijpt bij overstromingen in Nederland verklaart mede waarom zo weinig mensen opdagen voor de waterschapsverkiezingen. Als er goed bestuurd wordt, leidt dat tot meer legitimiteit en vertrouwen. Ik denk dus niet dat het grote risico vandaag uit de hoek van Marc Van Ranst en co. komt, wat moreel hoogst integere bronnen als Siegfried Bracke (N-VA) ook mogen beweren. (lacht) Laat op het hoogtepunt van de crisis de wetenschap, de technocratie inderdaad, haar werk doen. Natuurlijk moet er kritisch wederwoord zijn, en dat is er duidelijk ook. Het lijkt me daarom absoluut te verregaand om het primaat van de wetenschap nu als grote bedreiging te zien. De rectoren van de Vlaamse universiteiten hebben dat punt ook terecht gemaakt.
Wordt deze crisis niet al te veel vanuit het standpunt van de virologie bekeken? Weegt de expertise van de armoedespecialisten, psychologen, pedagogen of gezondheidseconomen wel voldoende door?
Leroy: Zoals eerder gezegd: de definitie van een crisis verschuift dagelijks, dus inderdaad, de expertise moet worden verbreed. De vraag is of de politici dat zullen laten gebeuren, sterker, zij zouden het moeten organiseren. Daarbij is nog de vraag waar wij de experts zullen vinden die met een zekere onafhankelijkheid de politieke beslissingen kunnen ondersteunen. Voor de democratie is niet zozeer de onafhankelijke, maar juist de afhankelijke expertise een bedreiging. Je zou willen dat we die onafhankelijke expertise ook veel meer hadden in domeinen als verkeerskunde, ruimtelijke ordening en milieu. Dat zou juist tegenwicht bieden tegen het primaat van belangengroepen en politieke partijen.
Ik denk niet dat het grote risico vandaag uit de hoek van Marc Van Ranst en co. komt, wat moreel hoogst integere bronnen als Siegfried Bracke (N-VA) ook mogen beweren.
Was de relatie tussen politici en raadgevers niet altijd al gecompliceerd?
Leroy: Een gespannen relatie tussen politici en experts is niets nieuws. Maar vandaag lijkt die gespannen relatie meer en meer uitgegroeid tot een kloof. De politiek laat zich minder en minder gelegen aan onafhankelijk advies, dat juist een brug tussen beide vormt, vaak met dat valse argument van het primaat van de politiek. Typerend is een passage in het huidige Vlaamse regeerakkoord: met het primaat van de politiek als argument moet het aantal adviesraden verminderen. En in één adem wordt eraan toegevoegd dat de ambtenarij zich niet ’te voluntaristisch’ mag gedragen. Eigenlijk staat daar: wij moeten jullie advies niet, en al helemaal niet ongevraagd. Terwijl ook de ambtenarij een brug tussen politiek en wetenschap behoort te zijn. De discreditering van expertise is niet nieuw, maar ik zie wel een negatieve, anti-intellectuele langetermijntrend. Ik was meer dan twintig jaar betrokken bij de Vlaamse milieurapportering (MIRA). Ik heb vastgesteld hoe de aanvankelijke behoefte aan cijfers en wetenschappelijke ondersteuning van een planmatig omgevingsbeleid evolueerde naar een houding van: ‘Hou ermee op, we hebben er toch niks aan.’ De feiten moesten plaatsmaken voor politieke framing, weloverwogen argumenten voor partijpolitieke. Let wel: het gaat hier over meer dan bezuinigingen. Dit gaat over de weigering om expertise en wetenschappelijke kennis op een serieuze manier aan boord te nemen. Ook op veel kabinetten is de expertise weggeblazen.
Ons land maakt ook internationaal een slechte beurt. Wij staan helemaal bovenaan als het gaat over aantal doden en besmettingen per miljoen inwoners. Voor ons land pleit dat we open en eerlijk communiceren. Sterfgevallen in woonzorgcentra waarvan vermoed wordt dat corona de oorzaak is, worden meegeteld. Zijn we hier het slachtoffer van eerlijke crisiscommunicatie?
Leroy: Het is jammer dat men niet al in een vroeg stadium demografen bij deze crisis heeft betrokken. In Nederland brengt het CBS, het Centraal Bureau voor de Statistiek, nu week na week een rapport over de zogeheten oversterfte. De nu dominante statistieken vertellen iets over de in- en uitstroom in de ziekenhuizen. Dat zijn heel belangrijke cijfers voor het management van ons zorgsysteem, maar ze zeggen niet veel over de reële extra sterfte. Het is een voorbeeld van het belang van multidisciplinaire expertise in het managen van een crisis.
De verschillende rapportering in de EU-landen zegt ook iets over de Europese aanpak. Die is zo goed als onbestaande.
Leroy: Het is inderdaad elk land voor zich. Waar is de Europese expertise? Waar is het Europese gezondheidsbeleid? Waar is het Europese medicijnenbeleid? Het is afwezig. Oké, gezondheid is geen Europese bevoegdheid. Maar wie heeft daarvoor gezorgd? Vaak dezelfde nationale politici die nu roepen dat Europa afwezig blijft. Je moet natuurlijk wel een beetje consequent zijn in de kritiek. Niet alleen feiten, maar ook argumenten moeten op hun kwaliteit beoordeeld worden: je kunt niet, zoals de N-VA doet, roepen dat Europa in gebreke blijft én een Europees budget tegenhouden omdat er wat geld naar Henegouwen gaat.
Er zijn wetenschappers die hoop putten uit het feit dat politici plots wel een grote luisterbereidheid aan de dag leggen. Mag pakweg klimatoloog Jean-Pascal van Ypersele hopen dat zijn adviezen straks ernstiger worden genomen?
Leroy: Voor de klimaatcrisis zul je voorlopig niet dezelfde mobilisatie krijgen. De bedreiging is vandaag nog te abstract. Ze ligt nog te ver weg. Daarom krijgen klimaatexperts niet dezelfde legitimiteit en het vertrouwen die de virologen nu krijgen. Ik hoop van harte dat deze crisis iets zal doen kantelen. Dat we een infrastructuur gaan bouwen die maakt dat we over tien, twintig jaar een stevigere kennisbasis hebben dan nu. Ik zie hier en daar ook wel een signaal dat in die richting wijst. Onder de vorige Nederlandse regering was besloten om een stukje van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), collectieve en publieke expertise dus, te verkopen aan een bedrijf uit India, en dan met name dat stukje dat gespecialiseerd is in het maken van vaccins. Ik lees nu dat de Nederlandse regering heeft besloten om dat terug te draaien. Blijkbaar is men zich plots bewust geworden van het strategische belang van die expertise. Maar zoals gezegd: virologie is niet hetzelfde als klimatologie. Ik vrees dat de klimaatcrisis nog urgenter zal moeten worden.
We hebben inderdaad te maken met een generatie politici die haast anti-intellectueel lijkt.
Het moet echt te laat zijn?
Leroy: (zucht) We zijn al te laat, dat weet men ook. Maar men wil het niet weten, er is nog geen crisis.
Econoom Koen Schoors voorspelde in De Morgen dat deze crisis zal zorgen voor minder globalisering, en meer lokale productie.
Leroy: Dat zou kunnen. Dit sluit natuurlijk aan bij oudere pleidooien van welvaartseconomen en milieuwetenschappers voor meer autarkie (economische onafhankelijkheid, nvdr). Zorg ervoor dat je land of de Europese Unie minder afhankelijk wordt van verre buitenlanden. Maak die ketens korter, waardoor de controle makkelijker wordt, de kwaliteit verbetert en er weer een zekere mate van zelfredzaamheid optreedt. Het probleem is dat we in Europa niet zo goed geplaatst zijn om voor meer autarkie te pleiten. Wij hebben weinig andere grondstoffen dan onze brains en onze technologie. Dat besef zou ook mee moeten motiveren voor de Europese Green Deal. Die deal is niet alleen belangrijk omdat wind- en zonne-energie duurzamer zijn, maar ook omdat het gaat over energie van bij ons. Laten we hopen dat de Europese lidstaten ook op dat vlak het wezenlijke belang van autarkie zullen onthouden.
U hebt als expert milieubeleid veel gezondheidscrisissen geanalyseerd. Hebben we er telkens de juiste lessen uit getrokken?
Leroy: Bij elke crisis die ik heb gezien was er eerst een reflex van schuld en boete, en van bekering. Vanaf nu zouden we het anders doen. In volle oliecrisis, 1974, betoogde toenmalig minister-president Joop Den Uyl dat we ‘anders moesten gaan leven’. We zijn daarna nog veel meer fossiele energie gaan gebruiken. Ik zou willen dat het anders was, maar de realiteit leert dat we na de crisis telkens snel in de oude routines hervallen. Om een ander voorbeeld te geven: is onze voedselketen na de dioxinecrisis echt veiliger geworden? Zijn we na Tsjernobyl en Fukushima opener over de risico’s van kernenergie? En dan zwijgen we nog over de sluipende crises, zoals de luchtverontreiniging die in Europa elk jaar duizenden voortijdige overlijdens veroorzaakt. Terwijl elke crisis de zwakke plekken in een systeem blootlegt, zijn er ook veel zwakke plekken die lang onzichtbaar blijven.
Uw oordeel over de huidige politieke generatie is hard.
Leroy: Kritiek op politici neigt al gauw tot populisme. Daar wil ik absoluut niet in terechtkomen. Maar we hebben inderdaad te maken met een generatie politici die haast anti-intellectueel lijkt. Op dat punt worden we gewoon slecht bestuurd, en we hebben recht op beter.
Hebt u daar een verklaring voor?
Leroy: Er zijn er meerdere. De jarenlange desinvestering in onze kennisinfrastructuur, universiteiten, onderzoeksinstellingen én instituten en adviesorganen die de brug vormen tussen wetenschap en politiek zijn een uiting, een oorzaak en een gevolg tegelijk. Daarnaast: ik ken nogal wat mensen van mijn slag en mijn generatie, met maatschappelijk engagement, die door de politieke partijen zijn weggejaagd: je bent van ons of je bent tegen ons. Honderd procent partijtrouw was een voorwaarde, onafhankelijk kritisch denken werd niet gewaardeerd. Die grip van de partijpolitiek heeft gemaakt dat een behoorlijke cohorte aan experts – (lachend) en aan verstandige mensen tout court – de weg naar de politiek niet is ingeslagen. Daarnaast eisen ook de sociale media hun tol. Zij zorgen er mee voor dat veel politici als jonge honden menen te moeten reageren op alles wat beweegt. Zelfs midden in de crisis weten sommigen niet te zwijgen, blijven ze hangen in een activistische campagnerol en vergeten ze hun elementaire taak: het land goed besturen. Mijn vertrouwen in hen, en dat geldt voor veel mensen, hangt alleen van dit laatste af: zorg voor goed en weloverwogen bestuur, in crisistijd en anderszins.
Pieter Leroy
– 1954: geboren in Deinze
– Studie politieke en sociale wetenschappen (KU Leuven)
– 1976-1985: onderzoeker aan de Universiteit Antwerpen, waar hij promoveert in 1983
– 1988-1994: universitair hoofddocent aan de Katholieke Universiteit Nijmegen (vandaag Radboud Universiteit)
– 1994-2019: hoogleraar milieu en beleid (Radboud)
– 1994-2004 en 2012-2019: voorzitter van de stuurgroep van Milieurapport Vlaanderen (MIRA)
Up-to-date overzicht: alles wat u moet weten over de coronacrisis
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier