Homans en de Staatsveiligheid: de clash die er geen was
Vlaams minister Liesbeth Homans (N-VA) staat in het oog van de storm nadat de Staatsveiligheid haar conclusies over een vertrouwelijk rapport in vraag leek te stellen. Toch lijkt haar beslissing om op basis van het rapport de erkenning van de moskee in Beringen in te trekken gegrond.
Het was een pijnlijk moment voor Vlaams minister Liesbeth Homans (N-VA): terwijl ze in de Terzake-studio klaar zit om vragen te beantwoorden over de moskee van Beringen, kijkt de minister met lede ogen toe hoe helemaal aan het einde van de inleidende reportage een ‘pas binnengelopen’ bericht wordt voorgelezen. Homans had op basis van een rapport van de Staatsveiligheid beslist de erkenning van de moskee van Beringen in te trekken. De droge reactie van die Staatsveiligheid: ‘Wij stellen vast dat elementen van ons rapport aanleiding geven tot conclusies die door ons zelf nooit werden getrokken.’
Volgens de Staatsveiligheid werd de moskee van Beringen slechts zijdelings besproken in het rapport, dat vooral de rol van de door het Turkse Diyanet aangestuurde moskeeën contextualiseerde. ‘Tot nu toe werden er geen bewijzen gevonden voor clandestiene inmenging of spionageactiviteiten door Diyanet.’
Homans moest door het bericht minutenlang in het verweer, want haar communicatie leek plots lijnrecht in te gaan tegen het rapport. ‘Mijn grootste probleem is dat er wel degelijk in staat dat er bevolkingsgroepen tegen elkaar worden opgezet, dat er polarisering is, dat er import is van buitenlandse conflicten – en dat staat haaks op onze criteria voor erkenning.’ Of er al dan niet sprake was van spionage was volgens haar geen element in haar beslissingsproces. Wie er de berichtgeving in de media op naslaat, moet overigens vaststellen dat door de minister inderdaad louter gewag werd gemaakt van praktijken ‘die niet door de beugel kunnen’ en ‘die strijdig zijn met de voorwaarden die gelden voor erkende moskeeën’.
Diyanet is trouw aan de AKP van Turks president Erdogan en draagt in die hoedanigheid bij aan de polarisering binnen de Turkse gemeenschap
Rapport van de Staatsveiligheid over de Diyanet-moskeeën in België
‘De moskee komt enkel zijdelings aan bod’ in het rapport, zo stipte het bericht van de Staatsveiligheid dus aan. Meer precies blijkt het te gaan om twee verwijzingen, waarvan slechts een van enig belang is. Daarin wordt onder meer de band met het Turkse regime gepreciseerd. ‘Diyanet is trouw aan de AKP van Turks president Erdogan en draagt in die hoedanigheid bij aan de polarisering binnen de Turkse gemeenschap. (…) Ook het bezoek van ex-minister van Energie voor de AKP, Taner Yildiz, aan de Fatih moskee in Beringen in bijzijn van Adil Sahin (…) duidt erop dat Diyanet een belangrijke rol speelt als verlengstuk van de AKP in België en Europa.’
Die passage kan moeilijk als een diepgaande analyse gelezen worden, maar anderzijds hoeft ook niet geminimaliseerd te worden dat een instantie als de Staatsveiligheid het expliciet heeft over een ‘verlengstuk van de AKP’ en ‘polarisering binnen de Turkse gemeenschap’. De vraag is: zijn die karakteriseringen voldoende om de erkenning van de moskee in te trekken?
In de Vlaamse erkenningscriteria wordt van gebedshuizen onder meer gevraagd ‘in geen geval haar medewerking te verlenen aan activiteiten, als zij in strijd zijn met de Grondwet en het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.’ Dat de fundamentele vrijheden in Turkije sinds de couppoging van deze zomer op losse schroeven staan, is een understatement. Iedereen die van ver een band zou kunnen hebben met de beweging van Fethullah Gülen riskeert zonder proces wekenlang vastgezet te worden – en journalisten, rechters en academici van alle pluimage mogen zich aan hetzelfde lot verwachten. Als de moskee vervolgens door de Staatsveiligheid als een verlengstuk van het Turkse regime gekapitteld wordt, is dat dan ook zonder veel moeite als een schending van de erkenningscriteria te lezen.
Gaf Geens toestemming voor late communicatie?
Toch is het verhaal daarmee niet afgerond. De Staatsveiligheid is immers geen bastion van open, frisse communicatie – integendeel: als ze communiceert, heeft dat een reden. De dienst kent een lange geschiedenis van geslotenheid en geheimhouding, en treedt doorgaans slechts mondjesmaat in de openbaarheid. Dat gebeurde bijvoorbeeld eind vorig jaar in de affaire rond Eandis, waarin het Chinese State Grid zwaar wou investeren. De Staatsveiligheid bezorgde toen aan verscheidene ministers een vertrouwelijk rapport, dat snel de inzet werd van een ingewikkeld spel van politieke recuperatie. Uiteindelijk zag topman Jaak Raes zich genoodzaakt om persoonlijk een en ander te verduidelijken. Iets gelijkaardigs lijkt nu opnieuw gebeurd te zijn.
Blijkbaar vond de dienst het nodig om een aantal zaken op punt te stellen
Alain Winants, voormalig topman Staatsveiligheid
Het was Jaek Raes’ voorganger Alain Winants die voor het eerst een communicatiebeleid probeerde uit te bouwen. ‘In mijn tijd gebeurde het wel eens dat de Staatsveiligheid een communiqué naar buiten bracht wanneer ze van oordeel was dat bepaalde zaken moesten rechtgezet of juist geduid worden. Blijkbaar vond de dienst het nodig om een aantal zaken op punt te stellen,’ zegt hij over het bericht van de Staatsveiligheid gisteren. ‘Als er informatie is die niet juist wordt weergegeven, is het nuttig dat de Staatsveiligheid – als het kan en mag – die duiding geeft,’ klinkt het nog.
Als het kan en mag, daarmee bedoelt Winants: ‘volgens de regels intern aan de Staatsveiligheid’. Ook die zijn niet altijd even helder, maar zoals verwacht mag worden van een geheime dienst is discretie en voorzichtigheid in ieder geval essentieel. Toen Raes de pers te woord wou staan over de zaak-Eandis, kon dat enkel na goedkeuring van zijn voogdijminister Koen Geens.
Experts inzake Staatsveiligheid noemen het daarom ongezien dat de dienst een minister zo rechtsreeks tackelt als gisteren gebeurde. Dat ze dat deed zonder rugdekking van het kabinet-Geens lijkt dan ook onwaarschijnlijk. Bij het kabinet zelf weigert men commentaar te geven over het dossier, maar zeker is dat het originele rapport slechts via Justitie bij Liesbeth Homans terecht is gekomen.
Intussen hebben de leden van de bevoegde commissie in het Vlaams Parlement inzage gekregen in twee rapporten van de Staatsveiligheid: het rapport waarover de heisa losbrak, en een gerelateerd rapport van 11 januari dat ook op het bureau van Homans belandde. Volgens sp.a-fractievoorzitter Joris Vandenbroucke staan in het recentste document opvallend genoeg geen nieuwe elementen. Als die aanleiding vormen om de erkenning van de moskee in te trekken, ‘dan had ze dat tweeënhalve maand geleden al moeten doen,’ zegt Vandenbroucke aan Belga.
Dat kan misschien verklaren waarom de Staatsveiligheid het nodig vond om te preciseren dat het rapport niet specifiek over de moskee van Beringen ging: het vertrouwelijke rapport werd opeens de steunpilaar van een politieke beslissing, terwijl dezelfde observaties in januari nog zonder gevolg bleven.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier