Hoe krijgen we langdurig zieken weer aan het werk? ‘De job is een deel van de remedie’

© iStock

Het aantal langdurig zieken is de voorbije vijf jaar met meer dan 25 procent gestegen, blijkt uit nieuwe cijfers. Om hen terug naar het werk te begeleiden, zet de regering-De Croo onder meer in op terugkeercoaches. Maar hoe krijg je dat voor elkaar? Knack vroeg het aan arbeidsexpert Lode Godderis en psycholoog Erik Franck.

Uit de recentste cijfers blijkt dat eind december vorig jaar 471.040 Belgen langer dan één jaar arbeidsongeschikt of langdurig ziek waren. In 2015 ging het nog om 370.408 personen. Ter vergelijking: er zijn in dit land een kleine 5 miljoen mensen aan de slag. Dus voor elke tien werknemers is er één langdurig ziek. Prijskaartje voor de samenleving: 9 miljard euro per jaar.

Nog opvallend is dat meer vrouwen (273.816) langdurig ziek zijn dan mannen (197.223). Voor Vlaanderen gaat het om 226.759 mensen, tegenover 169.225 in Wallonië en 37.316 in Brussel. De rest woont in het buitenland of heeft een onbekende woonplaats.

Lode Godderis is algemeen directeur van Idewe of de Externe Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk, een vzw die verantwoordelijk is voor het welzijn van bijna 3,5 miljoen Belgische werknemers. Hij vreest dat de grens van het half miljoen ‘invaliden’, zoals mensen die langer dan een jaar ziek thuiszitten worden genoemd, snel zal worden overschreden.

‘De twee grootste subgroepen bij de langdurig zieken zijn werknemers met mentalegezondheidsproblemen en daarnaast mensen met spier-, bot- en rugaandoeningen. De groep met mentale problemen groeit het snelst aan, en is al goed voor minstens een derde van het totale aantal “invaliden”. We weten dat in periodes van bijkomende stress, zoals een pandemie, veel werknemers eerst aan de slag blijven, tot ze een of twee jaar na het einde van de crisis instorten. Die periode komt er straks aan.’

Hoe krijgen we langdurig zieken weer aan het werk? 'De job is een deel van de remedie'
© ILLUSTRATIE DR FRITZ

Het aantal ‘invaliden’ stijgt sneller bij vrouwen dan bij mannen. Dat komt omdat steeds meer vrouwen buitenshuis werken. Bovendien blijven ze verantwoordelijk voor het grootste deel van het huishouden. Daardoor hebben ze in de praktijk twee jobs. Godderis voegt daar nog aan toe dat vrouwen vaker actief zijn in meer zorgende beroepen. ‘Daar is de mentale belasting groter, en voor veel vrouwelijke werknemers is er nog altijd het glazen plafond. Blijf je daaronder, dan heb je doorgaans minder recht op een flexibele job met meer autonomie. Laat dat nu net twee factoren zijn die voor minder stress zorgen.’

In de statistieken rukken ook de dertigers op, mensen in het spitsuur van het leven. Zij worden geacht snel carrière te maken, aan een gezin te beginnen, een huis met een peperdure hypotheek te kopen enzovoort. Er is niet alleen de stress van het werk, maar ook de druk van een grote financiële onzekerheid.

België scoort slecht

Een typisch Belgisch probleem? Moeilijk te zeggen volgens onze twee specialisten. De volksgezondheidssystemen verschillen sterk van land tot land, waardoor het aantal langdurig zieken per land moeilijk te vergelijken is. Maar België is geen gidsland. Integendeel.

Kan wel vergeleken worden: de activiteitsgraad of het aantal mensen tussen de 15 en 64 jaar dat werkt. Ons land had in 2020 volgens de Nationale Bank een activiteitsgraad van 68,6 procent. Dat is een stuk minder dan het Europese gemiddelde van 72,9 procent. België houdt nog net drie Europese landen achter zich: Griekenland, Kroatië en Italië. Vlaanderen doet het beter (71,9 procent), maar dat cijfer wordt naar beneden getrokken door de lage activiteitsgraad van de Brusselaars (64,6 procent) en de Walen (63,9 procent). De regering van Alexander De Croo (Open VLD) heeft de ambitie om tegen het einde van de ambtstermijn het aantal actieve Belgen te laten stijgen tot 80 procent. Dat is een moeilijke opdracht.

Om de activiteitsgraad te verhogen, moet de overheid de grote groep van langdurig zieken aanspreken. Toch mag je daar volgens Erik Franck, klinisch psycholoog en geassocieerde professor aan de Universiteit Antwerpen, niet te veel van verwachten. ‘Uit een internationale vergelijking blijkt dat ongeveer tien procent van hen opnieuw geactiveerd kan worden.’

Dat lijkt niet zo veel, maar zijn collega Lode Godderis zegt dat we te veel in absolute termen spreken: ofwel helemaal weer aan het werk of volledig inactief thuis. ‘Er zijn daartussen vele tinten grijs waar we ons meer op moeten concentreren.’

Het Nederlandse model

Een zieke kan in dit land drie fases doorlopen. De eerste maand van zijn of haar afwezigheid betaalt de werkgever het loon volledig uit. Daarna krijgt de patiënt het etiket van primaire arbeidsongeschiktheid en ontvangt hij een uitkering van het ziekenfonds. Na een jaar afwezigheid stelt de controlerende arts een dossier samen op basis waarvan het RIZIV bepaalt of de persoon in aanmerking komt voor een langdurige invaliditeitsuitkering.

Nederland heeft een heel ander systeem. Daar betaalt de werkgever gedurende twee jaar een gewaarborgd loon. Bij onze noorderburen is de verantwoordelijkheid van de werkgever dus veel groter. Daardoor zal hij veel meer inspanningen doen om zijn zieke werknemer opnieuw aan de slag te krijgen. Het is nu eenmaal in zijn eigen belang.

Erik Franck heeft nog een kleine privépraktijk in Antwerpen. Daar behandelt hij verschillende patiënten die in Nederland werken. ‘Dan merk je dat de Nederlandse werkgevers veel sneller op de bal spelen. Zij voeren veel verzuimgesprekken met hun zieke personeelsleden: “Hoe gaat het? Wat is de oorzaak van uw mentale onrust? Wat kunnen we doen om te helpen? Wilt u een andere job binnen het bedrijf?’

Franck belt ook weleens de werkgever van een van zijn patiënten op. ‘Ze schrikken zich rot als ik informeer naar terugkeermogelijkheden. Dat zijn ze helemaal niet gewoon.’

In België word je heel snel opgegeven of in de steek gelaten, vindt Godderis. ‘Ik vergelijk ons systeem weleens met een gouden kooi omdat het een gevoel van zekerheid geeft. Je wordt met rust gelaten. Helaas is het zeer moeilijk om eruit te raken. Aangezien de werkgever “ontslagen” wordt van zijn financiële verantwoordelijkheid, zal hij zijn zieke werknemer ook snel vergeten.’

Ik bel weleens een werkgever van een van mijn patiënten op. Ze schrikken zich rot als ik informeer naar terugkeermogelijkheden. Dat zijn ze helemaal niet gewoon.

Klinisch psycholoog Erik Franck

Ziek tegen wil en dank

Godderis ervoer persoonlijk hoe makkelijk je in die kooi ‘opgesloten’ raakt. Hij werd onderweg naar huis op zijn fiets aangereden door een auto. Pijnlijk gevolg: een gebroken sleutelbeen, gebroken borstbeen, gebroken duim en drie gebroken ribben. Na een sleutelbeenoperatie mocht hij naar huis. Daar wachtte hem een lange revalidatie.

‘Ik kreeg een ziektebriefje mee, maar zo lang thuisblijven zag ik echt niet zitten. Daarom besliste ik om na enkele dagen weer aan de slag te gaan. Tot mijn verbazing kreeg ik een week later een brief van mijn ziekenfonds, waarin stond dat er een dossier van primaire arbeidsongeschiktheid werd voorbereid, want op basis van de gegevens die ze van het ziekenhuis hadden ontvangen, zou ik langer dan een maand buiten strijd zijn. Zo belandde ik in een administratieve mallemolen en moest ik bewijzen dat ik helemaal niet ziek of inactief was. De omgekeerde wereld.’

Godderis beweert niet dat iedereen dat hoeft te doen. ‘De ene wil liever thuis uitzieken, terwijl de andere graag gaat werken als dat enigszins mogelijk is. Waar ik vooral voor pleit, is dat de betrokken werknemer meer verantwoordelijkheid krijgt bij zijn ziekte.’

Weg met het ziektebriefje

Volgens Godderis is het daarom beter om het ziekteattest af te schaffen, zeker voor periodes van minder dan één week. ‘Zo’n briefje neemt alle betrokkenheid weg bij de patiënt. Het is een arts die in jouw plaats beslist en zodra een ziekteattest is ingediend, wordt het contact tussen bedrijf en zieke bijna altijd afgebroken. Vandaar: schaf het ziektebriefje af en laat de werknemer zich rechtstreeks ziek melden bij zijn werkgever. Zo zal het bedrijf sneller in gesprek gaan en onderzoeken hoe en wanneer een medewerker kan terugkeren, eventueel na bijsturing van de functie of taken.’

Godderis wil meteen ook twee mythes de wereld uithelpen: het is in ons land helemaal niet verplicht om met een ziektebriefje te werken. Er zijn al ondernemingen die het hebben afgeschaft. ‘En met positief resultaat, want als je meer vertrouwen geeft aan je personeel, daalt het risico op misbruik.’

Een ander misverstand is dat je niet sneller mag terugkeren naar de werkplek dan de dokter heeft voorgeschreven. ‘Als iemand met maag- en darmproblemen bij zijn huisarts komt, zal die vaak drie à vijf dagen ziekteverlof voorschrijven. Velen voelen zich na een dag al een stuk beter, maar ze moeten toch thuisblijven omdat veel werkgevers denken dat hun personeelslid in zo’n geval niet langer gedekt is door de arbeidsongevallenverzekering. Dat is onzin. Je mag vroeger gaan werken.’

Het ziekteattest wordt volgens Godderis vooral gebruikt om misbruiken tegen te gaan. ‘Waarom houden we het in stand als we weten dat 90 procent van de mensen zich wél aan de regels houdt. Buitenlands onderzoek leert dat in landen waar het systeem is afgeschaft niet meer maar minder ziekteverzuim is.’

‘Dat doet me denken aan bedrijven waar mensen zelf mogen bepalen wanneer ze vakantie nemen’, zegt Franck. ‘Iedereen denkt meteen dat sommigen zichzelf rijkelijk zullen bedienen. Onterecht.’

De ‘Noorse maatregel’

Hoe kan het beter? In de eerste plaats door ziektes te voorkomen, zeker als het gaat om mentalegezondheidsproblemen. Dat kan volgens onze experts door werknemers meer autonomie en verantwoordelijkheid te geven. ‘Mensen worden ziek door hun werk’, meent Godderis. ‘Dat kan een fysieke aandoening zijn, bijvoorbeeld door zware voorwerpen te tillen, maar vaak gaat het ook om een mentaal probleem, als gevolg van bijvoorbeeld pesterijen door collega’s en chefs. De oorzaak is dus het werk, maar in ons systeem komt het werk haast niet meer aan bod zodra de werknemer zijn ziekteattest heeft afgegeven. Dat is niet logisch. De job is een essentieel onderdeel van de remedie.’

Godderis vindt ook dat men veel sneller moet ingrijpen bij een langdurige afwezigheid. ‘De focus moet liggen op de eerste weken nadat iemand is uitgevallen. Na enkele maanden daalt de motivatie om terug te keren heel snel.’ Godderis verwijst naar wat de ‘Noorse maatregel’ wordt genoemd. ‘Noorwegen kent geen ziektebriefje maar wel een systeem van zelfcertificering. De werknemer brengt de werkgever op de hoogte van zijn toestand. Daarna nodigen zogenaamde disability managers hem uit voor een consultatie en begeleiden hem zo snel mogelijk terug naar de werkplek. De zieke wordt dus niet aan zijn lot overgelaten.’ In Limburg heeft men een soortgelijk pilootproject gedaan. Eveneens met succes.

In Noorwegen werken ze met externe coaches, maar volgens Godderis heeft ons land een potentieel beter systeem: de meeste grote bedrijven hebben een eigen preventiedienst. ‘Schakel die in. Het voordeel is dat zij de cultuur van het bedrijf beter kennen dan buitenstaanders.’

Terugkeercoaches

Federaal minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) heeft zich door de Noorse en Limburgse voorbeelden laten inspireren voor zijn terugkeercoaches voor langdurig zieken. Hij plant er veertig in 2022 en zestig een jaar later. Een druppel op een gloeiende plaat, was de eerste reactie.

‘Ik heb me moeten beheersen om niet in mijn pen te klimmen’, zegt Godderis. ‘Sommige kranten hebben er een karikatuur van gemaakt. De Standaard had het over “de fluwelen aanpak van minister Vandenbroucke”. Ik was kwaad toen ik die titel las. Waarom is men altijd zo hard als het over zieken gaat? Men zet ze neer als profiteurs, terwijl de overgrote meerderheid van hen mensen met grote problemen zijn. Ze hebben hulp nodig in plaats van misprijzen.’

Waarom is men altijd zo hard als het over zieken gaat? Men zet ze neer als profiteurs, maar de overgrote meerderheid zijn mensen met grote problemen.

Lode Godderis, expert arbeidsgeneeskunde

Enkele tientallen terugkeercoaches is niet veel voor het grote aantal inactieven, maar er zijn ook nog honderden arbeidsgeneesheren. Godderis vindt bovendien dat huisartsen een grotere rol moeten krijgen in de terugkeer van langdurig zieken. ‘Een huisarts zou sneller contact moeten opnemen met de arbeidsgeneesheer, net zoals hij iemand met hartproblemen doorverwijst naar een cardioloog. De terugkeercoaches komen in een tweede fase aan bod, vooral om de zieke werknemer een menu met mogelijkheden aan te bieden om naar het arbeidsleven terug te keren. Naar de oude werkplek, maar in veel gevallen elders. Dat kan door hun bijvoorbeeld een herscholing aan te bieden. Onze ziekenfondsen hebben daar de financiële middelen voor. Terugkeercoaches kunnen die contacten leggen.’

Idewe startte onlangs een proefproject op in samenwerking met de VDAB. ‘Als blijkt dat iemand niet kan terugkeren naar zijn oude werkplek’, zegt Godderis, ‘schakelen we sneller de VDAB in om elders werk voor die persoon te vinden. Uit eigen onderzoek blijkt dat bij een ontslag wegens medische redenen een derde van die mensen snel ander werk vindt.’

Een andere mogelijkheid is om de langdurig zieke te laten starten als vrijwilliger, maar ook daarover doet de overheid moeilijk. Dat mag blijken uit de getuigenis van Pieter, die coördinator is van een vzw in Antwerpen en liever anoniem blijft. ‘We doen geregeld een beroep op langdurig zieken om bij te springen’, vertelt hij. ‘Het gaat voornamelijk om mensen die buiten strijd zijn als gevolg van een zware burn-out. Wij willen hen ook vergoeden voor hun inzet, maar dat mag niet meer zijn dan 25 euro. Voor een volledige werkdag. Meer kan niet, want anders dreigen ze hun uitkering of een deel ervan te verliezen. Jammer, want zonder die bureaucratische maatregel zouden we veel meer inactieven kunnen helpen bij hun comeback op de werkvloer. De overheid zou dat moeten stimuleren in plaats van te bestraffen. Voor gepensioneerden en gehandicapten heeft de overheid wel een goede regeling gevonden, maar de langdurig zieken zijn ze vergeten. Alweer.’

Voorbeelden

Dat het soms wel lukt om langdurig zieken te re-integreren, bewijzen twee voorbeelden uit de praktijk van Erik Franck. Tegelijkertijd tonen ze aan hoe complex het probleem is, en dat er geen kant-en-klaaroplossingen bestaan.

Het eerste voorbeeld is het verhaal van een dertigjarige man die al twee jaar ‘invalide’ was voor hij hulp zocht. Daarvoor werkte hij in een farmaceutisch bedrijf, waar de werkdruk hoog lag. Het gevolg was een zware burn-out, gekoppeld aan ernstige slaapproblemen. In de slaapkliniek vonden ze geen technische slaapproblemen, maar als de man wakker werd, voelde hij zich volledig uitgeput. Omdat het zo niet verder kon, herschoolde hij zich na advies om tot leerkracht. ‘Na lang zoeken vonden we voor hem een vacature voor anderhalve dag lesgeven. Meer kon hij fysiek niet aan, maar hij zat wel niet meer hele dagen alleen thuis. Zijn leven had weer zin.’

De tweede case gaat over een man met zware schizofrenie, gekoppeld aan paranoïde angsten. Hij beschikt over voldoende intellectuele capaciteiten maar durft niet buiten te komen. Zijn echtgenote werkt als calculator in een Antwerps bedrijf, en toen daar een vacature was om acht uur hetzelfde werk te doen als zij, stond het bedrijf hem toe om thuis te werken, onder begeleiding van zijn echtgenote. ‘Dat is dus maatwerk. De samenleving zorgde wel voor hem door hem onder meer psychiatrische thuiszorg te geven, maar als werknemer was hij opgegeven.’

Minder lang werken?

Misschien is het een idee om minder lang te werken. Zo voorspelde econoom John Maynard Keynes dat we in 2030 maar vijftien uur per week zouden werken als gevolg van de technologische vooruitgang. Volgens Erik Franck kan het een van de oplossingen zijn. ‘In IJsland heeft men die piste onderzocht nadat men er de 40-urige werkweek had vervangen door de de 35-urige. Het resultaat was dat de mensen zich gelukkiger voelden en het ziekteverzuim daalde. Bovendien was de gemiddelde productie van de werknemers niet afgenomen, maar net gestegen.’

Godderis twijfelt. ‘Je kunt IJsland niet vergelijken met België, en je kunt een systeem niet zomaar kopiëren.’ Hij wijst er ook op dat sommige mensen dan thuis langer doorgaan met werken. ‘Uit onderzoek blijkt ook dat mensen met een viervijfdebaan in de praktijk dezelfde hoeveelheid werk blijven doen als daarvoor, maar in minder tijd. Dat kan het stressniveau verhogen.’

Hij ziet meer heil in een grotere zelfkennis. ‘Ik ken heel weinig mensen die meteen een antwoord kunnen geven op de vraag welk werk ze graag doen en in wat ze uitblinken. Als we dat beter zouden kunnen inschatten, zou het aantal inactieven sneller dalen dan door hen uit te sluiten of financieel te straffen. We moeten in dit land dringend de regels zo makkelijk mogelijk maken voor wat men wil en zo moeilijk mogelijk voor wat men niet wil. Nu is het net omgekeerd: het is makkelijker om je ziek te melden dan om aangepast werk te krijgen.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content