Hoe de N-VA de verbrandingsmotor redde

'Het voornemen om de verbrandingsmotoren te bannen is met één voetnoot getorpedeerd', zegt Mathias Bienstman van de Bond Beter Leefmilieu. © Belga Image
Jeroen de Preter
Jeroen de Preter Redacteur

Op verzoek van de N-VA en Febiac werd het Vlaamse klimaatplan afgezwakt.

Op 23 november 2016 keurde het Vlaams Parlement ‘kamerbreed’ de klimaatresolutie goed. Die bevat een reeks noodzakelijke maatregelen om de engagementen van het klimaatakkoord van Parijs na te komen. ‘Met dit akkoord’, schreef N-VA-energiespecialist Andries Gryffroy toen, ‘zetten we de bakens van het klimaatbeleid voor de komende decennia uit.’

Ter illustratie verwees Gryffroy naar de voorstellen voor de verbrandingsmotor. Volgens de klimaatresolutie moeten auto’s met een verbrandingsmotor door een ‘afbouwscenario’, waarbij ‘uiterlijk 15 jaar voor 2050 de laatste nieuwe personenwagen met verbrandingsmotor in de EU verkocht wordt’.

De ambitie om de verbrandingsmotor voorgoed te bannen was nog springlevend toen in juni een ontwerptekst werd bezorgd aan een aantal kabinetten. In de tekst, de basis voor het later goedgekeurde ‘Vlaams Klimaatbeleidsplan’, stond dat vanaf 2030 ‘ alle nieuwe verkochte personenwagens emissievrij’ moeten zijn. Ook zou tegen dan ‘het hele openbaar vervoer’ en minstens 30 procent van de nieuwe bestelwagens ‘emissieloos’ moeten rijden.

Er is in dit land geen sterk stimulerend beleid voor elektrische wagens.

Joost Kaesemans (Febiac)

De interkabinettenwerkgroep (IKW), waar onder anderen vertegenwoordigers van de ministers Joke Schauvliege (Milieu, CD&V), Bart Tommelein (Energie, Open VLD) en Liesbeth Homans (vice-ministerpresident, N-VA) aanwezig waren, snoeide stevig in die ambities. Dat blijkt uit het ‘Vlaams Klimaatbeleidsplan 2021-2030’, dat eind juli werd goedgekeurd.

Opvallendste vaststelling: in de uiteindelijke tekst is plots wél nog toekomst voor wagens met een verbrandingsmotor. Zo staat nu in het plan dat vanaf 2030 minstens de helft van de verkochte personenwagens emissievrij, de rest ‘koolstofarm’ moet zijn. Eenzelfde wijziging in de passage over openbaar vervoer en bestelwagens: de term ‘emissieloos’ werd hier zelfs helemaal vervangen door ‘koolstofarm’.

Wat de Vlaamse regering met ‘koolstofarm’ precies bedoelt, wordt duidelijk in een voetnoot. Behalve elektrische voertuigen heten ook voertuigen die rijden op biobrandstoffen koolstofarm.

Mathias Bienstman van de Bond Beter Leefmilieu stelt dat het voornemen om de verbrandingsmotoren te bannen zo met één voetnoot is getorpedeerd. Een bijzonder slecht idee, zegt hij. ‘Er zijn biobrandstoffen die meer broeikasgassen uitstoten dan gewone diesel, en dus slechter zijn voor het klimaat.’ Bienstman vermoedt dat de Vlaamse regering met dat manoeuvre de verbrandingsmotor voor een uitdoofscenario wilde behoeden.

Vraag is dan wie om welke reden de verbrandingsmotor heeft ‘gered’. ‘De tekst is op voorstel van de N-VA in die richting gewijzigd’, aldus een bron binnen de regering. Volgens nog een andere bron kwam de aanpassing er na tussenkomst van automobielfederatie Febiac. ‘Onze visie is gevraagd’, zegt Joost Kaesemans van Febiac. Hij noemt de aanpassing een goede zaak omdat de ambitie volgens hem niet realistisch was. ‘In ons land rijdt niet eens één procent van de verkochte personenwagens elektrisch. Wij verwachten een sterke groei de volgende jaren, maar het blijft een moeilijk verhaal. Elektrische wagens zijn nog altijd duur. Bovendien is er in ons land, anders dan in Noorwegen, geen sterk stimulerend beleid.’

De N-VA wilde geen commentaar geven.

Dit artikel verschijnt woensdag 21 november in Knack.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content