Zibar Omar
‘Het Turks offensief tegen de Koerden zal de strijd tegen IS zeker niet ten goede komen’
‘Het gevaar van IS diende in Ankara als excuus om de strijd tegen de Koerden te kunnen voeren’, schrijft Zibar Omar. ‘Waar komt deze koerswijziging van de Turkse president Erdogan vandaan?’
De Bergen van Koerdistan trotseren dezer dagen de Turkse F16’s die de doelwitten van de Koerdische Arbeiderspartij (PKK) met vuur en olie bestoken. Daar reageren de Koerdische militanten met bloedige aanslagen op. Deze treurige wending is op gang gekomen na de zelfmoordaanslag van 20 juli, gepleegd door de Islamitische Staat (IS) in de grensstad Suruç.
Eerst leek het erop dat de Turkse regering erop uit was om IS af te straffen omdat die laatste aanslagen op het Turkse grondgebeid durfde te plegen. Maar het is inmiddels duidelijk geworden dat IS meer een schaamlapje is voor de regerende Partij van Gerechtigheid en Ontwikkeling (AKP) om meer naar de kiel van de Koerden te grijpen dan die van de terreurorganisatie. Wat beweegt president Recep Tayyip Erdogan ertoe om deze risicovolle koerswijziging te wagen?
‘Het Turks offensief tegen de Koerden zal de strijd tegen IS zeker niet ten goede komen’
De Turkse draaikolk is hoofdzakelijk een gevolg van de geboorte van het Koerdisch zelfbestuur in Noord-Syrië (kortweg Rojava genoemd). De houding van Ankara is even oud als de Turkse republiek die elke Koerdische autonomie, waar dan ook, als een mes in zijn buik voelt. Bovendien is met de Syrische burgeroolog een nieuwe machtsverhouding in de regio ontstaan waar de PKK handig munt wist uit te slaan. De Koerdische partij wist zijn invloedsfeer sterk uit te breiden, ook in andere delen van Koerdistan. Juist dat is waar Ankara zich aan ergert.
Rojava is een paar jaren geleden uit de grond gestampt door de Democratische Eenheidspartij (PYD), een dochterorganisatie van de seculiere PKK. Deze autonome regio beschikt eveneens over een leger dat beter bekend staat als YPG (Eenheden van Volksverdediging).
Reeds vanaf het prille begin heeft Turkije deze nieuwe Koerdische realiteit aan zijn zuidelijke grenzen en die onder de invloed van zijn aartsvijand PKK valt, met argusogen bekeken. Ankara vreest immers dat Rojava de nationalistische ambities van de Turkse Koerden zal aanwakkeren die binnen het kader van het vredesproces tussen AKP en PKK tamelijk getemperd geraakten.
‘Tot grote teleurstelling van Erdogans partij echter slaagden de Koerdische strijders er in de terroristen van IS terug te drijven, mede dankzij Westerse luchtaanvallen.’
Tegelijkertijd worden de Koerdische gebieden in Syrië geteisterd door aanvallen van extremistische groepen, voornamelijk van AL Nusra Front en IS. Met deze laatste is YPG in een barre oorlog verwikkeld waarvan het hoogtepunt in september 2014 bereikt werd met het IS-offensief tegen Kobani.
De Turkse regeringspartij koesterde destijds de hoop op een overwinning van de jihadisten. Tot grote teleurstelling van Erdogans partij echter slaagden de Koerdische strijders er in de terroristen van IS terug te drijven, mede dankzij Westerse luchtaanvallen. Ook lijkt YPG nog steeds in staat te zijn om nieuwe gebieden op het IS-kalifaat te veroveren, waardoor de grenzen van Rojava zich steeds uitbreiden.
Door deze realiteit nam de nervositeit in Ankara fors toe. Dat werd vertaald in talrijke dreigementen van AKP aan het adres van Rojava. Het opvallendste dreigement kwam op 26 juli uit de mond van de president zelf, waarin hij verklaarde geen Koerdische entiteit aan zijn zuidelijke grens te dulden.
Alarmbellen in Ankara
Daartegenover staat de Koerdische ambitie om de drie kantons van Jazira, Kobani en Afrin in één verenigd autonoom gebied te verenigen. Dat zou de overlevingskansen van Rojava enorm vergroten. De Koerden slaagden er reeds in de kantons Jazira en Kobani onderling te verbinden. Ze rukten verder op richting Afrin, door hun greep op de westelijke oever van de Eufraat te verstevigen.
Deze gang van zaken deed de alarmbel in Ankara afgaan. Eerst trachtte de Turkse regering de Koerdische strijders in een slecht daglicht te plaatsen door hen van demografische zuiveringen tegen de Arabieren en Turkmenen in de grensstad Tal Abayd te beschuldigen. Terwijl geen haan naar die loze beschuldigingen kraaide, bleef de YPG terreinwinst boeken en IS de ene zware klap na de andere toebrengen. Daardoor raakten de slagvaardigheden van de jihadisten verzwakt en verworven de Koerdische troepen de roem van enige betrouwbare en doeltreffende bondgenoot van de internationale coalitie tegen IS te zijn.
Door deze evolutie en teneinde zich te behoeden voor verdere gevolgen, probeerde Turkije het over een andere boeg te gooien door zich wat terughoudender op te stellen tegenover de Syrische burgeroorlog. Maar tegelijkertijd bleef de regerende AK-partij een lakse houding aannemen tegenover buitenlandse jihadisten die Syrië via Turkije binnenstroomden. Dit beleid zorgde ervoor dat Turkije zowat helemaal buiten de het toneel van de IS-bestrijding kwam te staan.
Doorzichtige strategie
Samenlopend met deze ontwikkelingen leed de regeringspartij van Erdogan bij de laatste parlementsverkiezingen van 7 juni een bittere nederlaag. Zijn grote uitdager, de Koerdische HDP (Partij van Democratische Volkeren) slaagde met 13% van de stemmen er in de kiesdrempel te halen. Door deze stembusgang kwam een einde aan de absolute meerderheid van AKP die nodig is om grondwetwijzigingen door te voeren ten voordele van Erdogans’ autoritaire ambities. De frustratie van Erdogan ten aanzien van de Koerden werd daar allerminst milder van.
Door zijn huidige koerswijziging probeert Turkije het tij in zijn voordeel te doen keren en zich te profileren als een onmisbare schakel in de strijd tegen IS. Het liefst wil het land een einde maken aan de almaar groeiende samenwerking tussen de westerse coalitie en de Koerdische YPG.
Loyale Turkmeense milities
De Turkse bombardementen tegen de PKK-stellingen is feitelijk een manoeuvre om met Rojava af te rekenen. Het doorzichtige doel is de YPG te beletten om de Eufraat over te steken en zodoende het verdere samensmelten van Rojava tegen te houden. Binnen deze context dient het Turkse plan te worden bekeken om een bufferzone binnen Syrië in te stellen.
De controle over deze bufferzone, zo’n 100 km breed tussen de kantons Kobani en Afrin, wil Turkije in handen geven van loyale Turkmeense milities. Daarvoor heeft Ankara onlangs 1500 Turkmenen getraind en bewapend. Bijgevolg wekt deze bufferzone veel argwaan bij de internationale gemeenschap op tegenover de ware Turkse voornemens.
Hoe dan ook zet de AKP ongestoord haar offensief tegen de Koerden voort en is ze vastberaden om het spel met hen op het scherpst van de snede te spelen. Dit zal de strijd tegen IS zeker niet ten goede komen en zal de situatie in Syrië nog uitzichtlozer en ingewikkelder maken. Ook niet te vergeten dat het Turkse plan weleens averechts zou kunnen uitdraaien voor Turkije.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier