Walter Pauli
‘Als het in Jabbeke te onveilig is voor kinderen van asielzoekers, wat dan met de kinderen uit Jabbeke zelf?’
In Jabbeke wil de burgemeester geen asielzoekers omdat hij hun kindjes, echt waar, wil beschermen tegen een ‘mogelijke’ PFAS-besmetting.
Burgemeester Frank Casteleyn van Jabbeke is aangesloten bij de CD&V – u weet wel, de partij van verbondenheid – maar aan dat begrip geeft hij toch een eigen invulling. Beleefdheidshalve noemen we zijn insteek ‘dorps’. Zijn partijgenote Nicole de Moor, staatssecretaris voor Asiel en Migratie, had namelijk voormalige gebouwen van de civiele bescherming aangewezen als een tijdelijk opvangcentrum voor 150 tot 500 kwetsbare asielzoekers. Concreet gaat het om gezinnen met kinderen.
Dat zint burgemeester Casteleyn niet, zoals dat ongetwijfeld tientallen burgemeesters niet zou zinnen, boven en onder de taalgrens. Maar als niemand zijn backyard openstelt, dan moeten die asielzoekers op straat blijven slapen, nu nog in Brussel en straks ook massaal in Gent en Antwerpen, enzovoort. Spreiden dus, zoals dat altijd en overal gebeurt. En daarbij hoort blijkbaar lokaal protest, zo goed als altijd en overal. Het argument van burgemeester Casteleyn klinkt dan ook bekend in de oren: ‘De veiligheid is niet gegarandeerd.’ Vergis u nochtans niet: het gaat hem niet om de veiligheid van de inwoners van Jabbeke. Het gaat hem over de veiligheid van de asielzoekers zelf, en vooral van hun ‘spelende kinderen’.
Het voorkomen van epizoötieën
Het zou namelijk kunnen dat het landelijke Jabbeke een van de meest vervuilde gemeenten van het land is. Ooit heeft de civiele bescherming namelijk geoefend met schuim. En dus vreest de burgemeester, vele jaren later, dat er ‘mogelijk’ sprake is van een PFAS-besmetting. En dáár zouden tientallen asielzoekertjes moeten spelen? De burgemeester weet niet of zijn diepste angst wel gegrond is op feiten, maar een mens kan niet voorzichtig genoeg zijn, zeker niet met kinderen van asielzoekers. Op straat slapen en half doodvriezen, dat is ook niet leuk natuurlijk maar nog altijd minder mensonterend dan de kans lopen om blootgesteld te worden aan een mogelijk imaginaire PFAS-vervuiling. ‘Dat wil ik niet op mijn geweten hebben’, aldus de meest gewetensvolle burgemeester van het land.
En dus heeft hij een dringend onderzoek naar dat PFAS gevraagd. Echt waar, daar alleen is het hem om te doen, beklemtoont hij. Al had hij bijvoorbeeld tegen de correspondent van Het Laatste Nieuws nog een paar andere dingen gezegd – mogelijk vervuilend toch wel voor zijn eigen imago, en het gastvrije karakter van de gemiddelde Jabbekenaar. ‘Dat het een tijdelijke maatregel is? Mijn schoonmoeder zou ook even bij ons komen wonen. We zijn nu tien jaar verder’, zo stak hij van wal. Ofwel leest de schoonmoeder geen kranten meer, en zijn vrouw en schoonfamilie evenmin, ofwel is die captatio benevolentiae een leugen. Een leugentje.
Als niemand zijn backyard openstelt, dan moeten die asielzoekers op straat blijven slapen, nu nog in Brussel en straks ook massaal in Gent en Antwerpen.
Het Laatste Nieuws noteerde getrouw wat de burgemeester zei. Zeer interessant om te weten trouwens: Casteleyn verbood de opvang van asielzoekers op de specifieke site en beroept zich daarvoor op ‘artikel 135 van de nieuwe gemeentewet’. Sinds 1 januari 2007 is in die gemeentewet inderdaad een aangepast artikel 135 inschreven, en inderdaad wordt daardoor ‘aan het gezag van de gemeenten’ toevertrouwd om, wellicht volgens paragraaf vijf, ‘passende maatregelen te nemen om rampen en plagen, zoals brand, epidemieën en epizoötieën te voorkomen en het verstrekken van de nodige hulp om ze te doen ophouden’.
Kent burgemeester Casteleyn de details van die wet dan zo goed? Nee. Hij leerde de kneepjes van het vak van zijn voorganger Daniël Vanhessche. Die ‘riep eerder al datzelfde artikel in om de snelwegparking tijdelijk te sluiten’, aldus Casteleyn in Het Laatste Nieuws. Voor wie het zich niet meer zou herinneren: in 2018 stond Jabbeke op zijn kop wegens het mogelijke risico van de aanwezigheid van transmigranten die in en uit vrachtwagens zouden klimmen op de parking aan de E40-autosnelweg. Volgens de lokale pers van die tijd werden er ‘steeds meer transmigranten gezien in het centrum’, en dat creëerde natuurlijk een ‘onveiligheidsgevoel’. Dat door de parking ’s nachts te sluiten ook vrachtwagenbestuurders er niet meer konden slapen, was een detail dat de voorganger van Casteleyn al niet wakker hield. Het onveiligheidsgevoel, meneer. Die maatregel kon trouwens rekenen ‘op veel begrip en respect van de lokale bevolking’, schreef een lokale correspondent.
Averbode
Burgemeester Casteleyn speelt op zijn beurt die toen zo succesvolle schijf. ‘Het is niet verantwoord’, zegt hij, om asielzoekers onder te brengen in de bewuste gebouwen. ‘De site is een van de zovele die moet onderzocht worden op de aanwezigheid van PFAS’. Behalve de civiele brandweer heeft ook de Jabbeekse brandweer geoefend tot ze erbij neervielen – met tonnen schuim natuurlijk, zo mag toch worden vermoed, of gevreesd. Vandaar dat de burgemeester staalhard ontkent dat dit opnieuw ‘een achterpoortje’ zou zijn om opnieuw asielzoekers buiten te houden.
Toch zou de burgemeester best nog voorzichtiger zijn, bij zoveel mogelijk schuim dat er in Jabbeke en contreien ooit in het rond zou zijn gespoten bij al die oefeningen voor onze veiligheid. Als het in Jabbeke te onveilig is voor kinderen van asielzoekers, wat dan met de kinderen uit Jabbeke zelf? Spelen die de hele tijd op straten en pleintjes waar de lokale brandweer mogelijk ooit oefende, mogelijk met schuim waarin mogelijk PFAS zat? Kan hij dat op zijn geweten hebben? Zou de burgemeester paragraaf 5 van artikel 135 van het gemeentedecreet niet moeten inroepen om alle gronden die mogelijk met PFAS zijn besmet af te graven? Als hij oprecht voorzichtig is, dan breekt hij ook alle mogelijk gecontamineerde huizen af, worden het mogelijk besmette vee en andere dieren naar het vilbeluik gebracht of neergeschoten, en vooral, worden alvast alle bewoners en hun arme kinderen verhuisd naar een veilige plaats waar civiele bescherming noch brandweer ooit hebben geoefend.
Nee, evident wordt dat niet, in het kleine en bomvolle Vlaanderen waar alle burgemeesters beschikken over de talloze paragrafen van artikel 135 om wat dan ook te verbieden als het mogelijke onveiligheidsgevoel bij de plaatselijke bevolking zou toenemen. Welke Vlaming zou in godsnaam de verzamelde zeurkousen uit Jabbeke en infame deelgemeenten als Snellegem en Zerkegem dichtbij zijn eigen erf willen zien kamperen? Een spreidingsplan ligt voor de hand.
Misschien kan Zuhal Demir (N-VA) andermaal het nieuws halen door op eigen houtje de paters van Averbode te verplichten om hun gedoemde maar nagelnieuwe megastal nu al ter beschikking te stellen voor de Jabbekenaren, of op zijn minst voor de kinderen van Jabbeke: het gebouw is megagroot, nagelnieuw, modern en hyperhygiënisch, zo heeft de Boerenbond voortdurend uitgelegd – state of the art dus naar plattelandse normen. Voor de paters van Averbode is het een mooie kans om weer uiting te kunnen geven aan de spreekwoordelijke gastvrijheid die toch eigen is aan elke abdij, en aan dit gastvrije Vlaanderen. Een Vlaanderen waar alleen al het woord ‘asielzoeker’ inderdaad de vrees wettigt voor verdoken schuim – of schuim op de lippen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier