Het institutionele kluwen dat België heet: ‘Al die hervormingen zijn niet bevorderlijk voor de betrokkenheid van de burger’
Het Centre de recherche et d’information socio-politiques (CRISP) probeert orde te scheppen in de institutionele samenstellingen van België. ‘Van alle federale systemen moet dat van België het meest complexe zijn.’
Als je België aan een buitenlander uitlegt en de toehoorder knikt dat hij het begrepen heeft, dan heb je het niet goed uitgelegd. Caroline Sägesser van het Centre de recherche et d’information socio-politiques (CRISP) – een onafhankelijke vzw die Belgische en Europese politieke beslissingen toelicht – kent de boutade maar al te goed. ‘Van alle federale systemen moet dat van België het meest complexe zijn’, zegt ze. Toch heeft ze samen met drie collega’s van het CRISP een meer dan verdienstelijke poging tot duiding ondernomen. In het nummer 2500 van hun wekelijkse publicatie Courrier hebdomadaire worden de evolutie en de eigenschappen van de Belgische instellingen vanuit alle denkbare invalshoeken beschreven en geanalyseerd.
In wezen gaat het om de tegenstelling tussen Vlamingen en Walen.
Caroline Sägesser
Dat Sägesser zelf uit Zwitserland komt, een behoorlijk complexe federale staat, doet aan haar oordeel over de institutionele lasagne van België niets af. ‘Net zoals Duitsland en de Verenigde Staten is Zwitserland geconcipieerd als federale staat’, zegt ze. ‘Van bij het begin was er een consensus over de verdeling van de bevoegdheden en de onderlinge samenwerking tussen de verschillende entiteiten. België daarentegen is een unitaire staat die langzaam geërodeerd is en naar een federaal systeem is geëvolueerd. Ik ken geen enkel land ter wereld waar ze de staatshervormingen met nummers moeten bijhouden. Die permanente hervormingsdrang is overigens niet bevorderlijk voor de betrokkenheid van de burger. Maar het is toch vooral de overlap van regio’s en gemeenschappen die het Belgische federalisme uniek maakt.’
Uniek betekent niet nastrevenswaardig. Ons systeem vreet volgens Sägesser tijd en energie. ‘Het Belgische model heeft bovendien iets heimelijks’, vervolgt ze. ‘Op het eerste gezicht gaat het over de onderlinge verhoudingen tussen de regio’s, de gemeenschappen en de federale entiteit. Maar in wezen gaat het om een heel andere verhouding, namelijk de tegenstelling tussen Vlamingen en Walen. Wat België extra bijzonder maakt, is het ontbreken van nationale partijen, de PVDA even buiten beschouwing gelaten. In Zwitserland organiseren partijen zich per kanton of per deelstaat, maar ze trekken wel naar nationale verkiezingen met nationale lijsten en programma’s’.
Het CRISP, dat in Vlaanderen geen tegenhanger kent, is incontournable voor Franstalige media wanneer zij politieke of sociaal-economische duiding zoeken. ‘Onze ongebondenheid is onze grote troef’, zegt Sägesser. ‘Wist je dat het CRISP in 1958 als tweetalig initiatief is begonnen? Er zijn zelfs enkele Nederlandstalige publicaties verschenen. Pas in 1970 is het een zuiver Franstalig instituut geworden, met dank aan… de eerste staatshervorming.’