‘Heft nieuwe regering het fiscaal bankgeheim op in België?’
Advocaten Nele Somers en Valérie Verstraeten staan stil bij de voornemens van de regering-De Croo met het oog op een rechtvaardigere fiscaliteit.
Het regeerakkoord van regering-De Croo vermeldt dat de banksaldi van Belgische rekeningnummers zullen worden overgemaakt aan het Centraal Aanspreekpunt (CAP). De regering heft daarmee het fiscale bankgeheim op zoals dat tot nog toe in België gold. Voor buitenlandse bankrekeningen was het bankgeheim reeds doorprikt op basis van de Europese en OESO-regelgeving. Het is dan ook niet verwonderlijk dat deze vraag op tafel ligt. Volgens het regeerakkoord is de maatregel ingegeven door een nobel doel, zijnde een rechtvaardigere en billijkere fiscaliteit. Echter, voelt de maatregel bij velen aan als een te verregaande inperking van onze privacy.
Het bankgeheim is de voorbije jaren steeds verder beperkt. Zo gold sinds 2011 dit geheim al niet wanneer er aanwijzingen van belastingontduiking zijn of wanneer er een opvallend verschil is tussen uiterlijke tekenen van rijkdom en de aangegeven inkomsten. Daarvoor was de opheffing van het bankgeheim enkel mogelijk wanneer een buitenlandse belastingadministratie informatie vroeg. Een tweede beperking volgde uit de strijd tegen het witwassen en financiering van terrorisme. De banken kregen een meldingsplicht in geval van verdachte transacties of bij transacties van bepaalde personen en regio’s.
Heft nieuwe regering het fiscaal bankgeheim op in België?
Deze beperkingen gingen gepaard met garanties om arbitraire bankonderzoeken door de fiscus te vermijden en de privacy van klanten te garanderen. Zo is toegang enkel mogelijk in bepaalde gevallen, werd een “getrapte” procedure ingevoerd waarbij de fiscus zich eerst dient te richten tot de belastingplichtige zelf vooraleer deze bij de bank aanklopt, kunnen alleen ambtenaren met graad van inspecteur dergelijk verzoek formuleren, en zijn deze ambtenaren gebonden door een beroepsgeheim. De vroegere Privacycommissie gaf al mee dat de opheffing van het bankgeheim enkel gerechtvaardigd is als de fiscus concrete vermoedens heeft van een inbreuk, waarbij het bewijs bij de fiscus ligt. Het kan volgens de Commissie niet de bedoeling zijn om een lijst met alle bankrekeningen en tegoeden te vragen. Het feit dat een aantal personen de fiscale regels niet al te nauw nemen, rechtvaardigt niet dat de rekeningen van alle klanten worden bekeken.
Om te vermijden dat de fiscus alle banken moet bevragen, werd een Centraal Aanspreekpunt opgericht. Dit aanspreekpunt houdt een databank bij van alle in België geopende bankrekeningen en de namen van hun titularissen. De banksaldi worden hierin niet bijgehouden. Tot op vandaag heeft de Belgische fiscus dus geen algemeen beeld van de activa die een belastingplichtige in België aanhoudt.
Automatische toegang tot saldo: een te verre inmenging in onze privacy?
Het regeerakkoord vermeldt kort dat er in het kader van de fiscale hervorming maatregelen zullen worden genomen op vlak van transparantie en preventie. En daarom “zullen de banksaldi van Belgische rekeningnummers overgemaakt worden aan het CAP”. Het akkoord stelt wel dat daarbij de privacy en de rechten van de belastingplichtige gerespecteerd dienen te worden zonder concrete waarborgen te vermelden.
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens erkende reeds dat het inwinnen en verwerken van bankgegevens onder de bescherming van privacy valt. Het recht op privacy is niet absoluut en kan beperkt worden in zover deze beperking nodig is om het doel te bereiken en in verhouding staat tot de doelstelling. Zijn er andere maatregelen mogelijk die even effectief zijn, dan moet de overheid die verkiezen. De vraag stelt zich of hier wel aan voldaan is.
Niemand zal ontkennen dat het vermijden van fiscale fraude en het streven naar fiscale rechtvaardigheid doelen van algemeen belang zijn. Echter, lijkt dit onvoldoende om de inmenging in het privéleven van alle rekeninghouders in België te rechtvaardigen. Vandaag rust de balans tussen privacy enerzijds en de strijd voor fiscale rechtvaardigheid anderzijds op de voorwaarde dat er vermoedens van fiscale fraude of ernstige risicokenmerken aanwezig moeten zijn om het bankgeheim op te heffen.
Het systematisch overmaken van een lijst van alle Belgische bankrekeningen, hun titularissen en het saldo is bovendien niet alleen disproportioneel, het is ook ineffectief. Slechts een minderheid van de belastingplichtigen pleegt een inbreuk die een mededeling van informatie aan de administratie kan rechtvaardigen. Minstens zullen er voldoende waarborgen moeten worden ingebouwd tegen onderzoeken door de overheid. Het is immers evident dat deze maatregel een verhoogd risico met zich meebrengt op arbitrair en oneigenlijk gebruik door de fiscus.
Nele Somers en Valérie Verstraeten zijn beiden advocaten bij ARTES.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier