Hella Van Laer

‘Hef echte taksen op ongezonde voeding’

Hella Van Laer Licentiaat voedings- en dieetleer (K.U. Leuven) en diëtiste

Hella Van Laer maant de overheid aan om meer te doen om het obesitasprobleem aan te pakken. ‘De toestand is zorgwekkend, omdat veel mensen vandaag nog altijd te weinig stilstaan bij hun eetgedrag.’

Volgens de nieuwste resultaten van de zesde Gezondheidsenquête die Sciensano afnam bij meer dan 10.000 Belgen, is de voorbije 20 jaar de gemiddelde Belg alleen maar dikker geworden.. Bijna de helft van de Belgen heeft overgewicht en 15,9 procent is obees. Zorgwekkende cijfers.

De toestand is zorgwekkend, omdat veel mensen vandaag nog altijd te weinig stilstaan bij hun eetgedrag. Het besef dat een jarenlang ongezond eetpatroon enorme gevolgen heeft, dringt blijkbaar maar moeilijk door. Ondertussen wordt een steeds grotere groep obees. Terwijl er ook in de media regelmatig mensen met zwaar overgewicht mogen komen zeggen hoe trots ze zijn op hun lichaam, worden de oorzaken nauwelijks aangepakt.

Zijn we als samenleving dan echt aan het wachten tot zich ook hier ook extreme toestanden voordoen zoals we die kennen uit de Verenigde Staten? Moeten we misschien evolueren naar een maatschappij waar mensen niet meer zonder hersenimplantaten of medicatie kunnen om te weerstaan aan alle verleidingen? Nochtans is onze kennis over gezonde voeding er de afgelopen jaren onmiskenbaar op vooruit gegaan. Maar net hier knelt het schoentje. We wéten het wel, maar we passen het niet toe. Vergelijk het met de milieuproblematiek: we weten maar al te best hoe erg het met het milieu gesteld is, maar concrete maatregelen uitrollen of toepassen, blijft moeilijk. Het is gemakkelijker om de andere kant op te kijken . De (politieke) moed voor een grondige algemene aanpak ontbreekt totaal.

Hef echte taksen op ongezonde voeding.

Nochtans zijn de gevolgen van een slecht eetpatroon wereldwijd zichtbaar. Voor het eerst in de geschiedenis zijn er wereldwijd vandaag meer mensen te dik dan te mager.

In mijn praktijk merk ik dagelijks waar het misloopt. En net als bij het klimaatprobleem zal het niet voldoende zijn om met een vermanend vingertje te zwaaien.

Hoog tijd voor een andere aanpak. Maar hoe pakken we zoiets aan? Ons reptielenbrein, dat directe, primitieve beloning nastreeft, is niet goed bestand tegen de consumptiemaatschappij van vandaag. We worden constant op de proef gesteld. Fastfood, snacks, snoep, frieten, alcohol. Al wat zoet, zout en vet is, is bingo in ons brein.

We wéten allemaal wel dat bijvoorbeeld veel groenten en vezels eten gezond is, maar de verlokking van de geur van gebraden vlees of frieten en van de zalige smaak van zoetigheid brengen ons overal in de verleiding. Als we weten dat o.a. stress en slaaptekort het hongergevoel stimuleren en ons doen hunkeren naar een nepbevrediging, dan begrijp je waarom meer en meer mensen in die val trappen. Wetenschappelijk onderzoek toont inderdaad aan dat chronische stress en slaaptekort een rechtstreeks invloed hebben op ons hongergevoel.

Verhoogde cortisolwaarden zetten een cascade aan veranderingen in ons lichaam in gang. De drang naar calorierijke voedingsmiddelen groeit recht evenredig. En voor je het beseft kom je in een vicieuze cirkel terecht. De meeste mensen zijn daar gewoon niet tegen bestand. Het grootste deel van ons eetgedrag speelt zich immers in die delen van ons brein af waar er op automatische piloot wordt geleefd. Niets zo heerlijk om je dan te verliezen in een glas alcohol, een heerlijk bord pasta, of een reep chocolade. Gedrag waar we vaak niet meer bij stil staan, het gebeurt dus als het ware van zelf. Ondanks onze kennis over gezonde voeding verliezen we ons dan vaak in die ongezonde snack. ‘Morgen herpak ik me wel!’ De toegenomen stress op het werk, in het verkeer en zelfs in onze vrije tijd is medeverantwoordelijk voor de obesitas-epidemie.

Het is élke dag feest in onze obesogene wereld! En alle reclamecampagnes en promoties voor ongezonde voeding duwen ons nog meer in de foute richting. Eén kopen, één gratis, dat kan je toch niet laten liggen?

Hebben we een andere keuze? Ja, maar die is uiteraard niet zo evident. Ik hoor coaches het graag zeggen: ‘durf lef te hebben, durf te veranderen!’ ¨Maar durven veranderen betekent ook: zekerheden en gewoontes durven én kunnen opgeven.

Gewoon minder frequent en kleinere porties eten zou al een flinke stap vooruit zou zijn voor onze gezondheid. Maar er spelen zo veel factoren een rol waardoor het ‘gewoon minder eten’ niet zo simpel wordt als het lijkt. Je hebt de enorme impact van een chronisch slaaptekort, het moordende effect van chronische stress en dan nog onze minder goede gewoontes die we in de loop der jaren ontwikkeld hebben en die niet zo maar eventjes af te bouwen zijn. Komt er nog bij dat ons oerbrein jammer genoeg voorgeprogrammeerd is om véél te eten.

Helaas is de ene persoon er beter tegen bestand dan de andere. Ligt de verantwoordelijkheid bij jou als individu? Een dieet alleen helpt dan uiteraard niet en dan heb je het gevoel dat we met de kraan open aan het dweilen zijn. De kraan moet dus toe, én snel.

Toch lijken er bij onze politici maar weinigen die zich vragen stellen bij ons eetgedrag. Aan de gevoelens die een invloed uitoefenen op ons eetgedrag, zou al tijdens de schooltijd aandacht moeten worden besteed. Je moet je bewust worden van de valkuilen van suikerrijke voedingsmiddelen, en van de technieken waarmee ze aan de man worden gebracht.

Als individu tegen al die negatieve invloeden optornen is voor vele mensen een sisyfusarbeid. Daarom moeten we de krachten bundelen, in de vorm van een gezamenlijk beleid. Onze ministers van Volksgezondheid, zowel op federaal als op Vlaams niveau, hebben in het verleden op vlak van voeding niet het lef getoond om daarin daadwerkelijk verandering te brengen. Ik hoef je niet te vertellen dat ten gevolge van ons complex Belgisch politiek systeem drastische veranderingen doorvoeren een bijna onmogelijke zaak is. En ik vrees dat in onze nieuwe regering het obesitas-probleem helaas weer geen prioriteit zal zijn. Nochtans kosten alle gevolgen ervan ons handenvol geld. Om dat te beseffen hoef je geen gezondheidseconoom te zijn.

Daarom mijn advies: hef echte taksen op ongezonde voeding. Maak groenten toegankelijker en goedkoper. Beperk of verbied reclame op ongezonde voeding. Haal die troep uit de automaten op school en in het ziekenhuis en vervang het door écht gezonde zaken en water.

De omkadering van het beleid kan beter, bijvoorbeeld met een permanent team van onafhankelijke experts, met mensen die praktijkervaring hebben en echt het verschil kunnen maken.

Een concreet voorbeeld: in België neemt het aantal bariatrische chirurgie (maagverkleiningen) jaar na jaar toe. Maar zo’n ingreep blijft een (dure) pleister op een houten been, want met een chirurgisch mes kan je op lange termijn het brein niet behandelen. De manier waarop ons gezondheidssysteem georganiseerd is, helpt de zaken ook niet vooruit. Chirurgen, endocrinologen, cardiologen, allemaal worden ze vergoed per patiënt. De échte oorzaken aanpakken, daar is bijna niemand mee bezig. Investeren in wat extra tijd om de hele leefstijl te veranderen, wordt nauwelijks gedaan.

Waarom gaat er niet meer aandacht naar preventieve geneeskunde? Hier en daar duiken nieuwe, inspirerende initiatieven op, maar zolang de grote instanties niet de neuzen in dezelfde riching sturen, blijft het ook hier dweilen met de kraan open. In de opleidingen geneeskunde moet meer aandacht besteed worden aan de gevolgen van een welbepaald eetpatroon of levensstijl.

Diëtisten zouden permanent een kwaliteitsvolle bijscholing moeten volgen. Inzicht en kennis rond voeding is een wetenschap die volop in beweging is, maar de implementatie op het terrein blijft nog te vaak uit, of verloopt traag. Als je ziet dat er in ziekenhuizen nog steeds frisdrankautomaten staan, op plaatsen waar voortdurend gezondheidsmedewerkers passeren, dan zakt de moed je soms in de schoenen. Ongeveer hetzelfde kan je zeggen van sportkantines.

Het zal wel zo zijn dat ook hier het gezond verstand moet plaats maken voor pure commercie, maar mag het een beetje meer zijn?

Als de problemen bekend zijn, kunnen we dan niet eindelijk de handen in elkaar slaan om het tij te keren? Waarom blijft ieder op zijn eigen eilandje zitten? De voedingsindustrie verdient ondertussen veel geld met ongezonde producten. Hetzelfde geldt voor de geneesmiddelenindustrie, die medicatie kan slijten aan een groeiende groep bejaarden die pillen moet slikken om de nefaste gevolgen van ongezonde voeding te neutraliseren of te elimineren.

Dit is geen eenvoudige opdracht. Maar alleen door op alle mogelijke vlakken samen te werken, zullen we het gigantische obesitas-probleem en alle gevolgen ervan écht serieus kunnen aanpakken. Landen als Finland en Nederland staan op dat vlak al veel verder in hun pogingen om politici, de voedingsindustrie, de gezondheidszorg, het onderwijs in dezelfde richting te laten kijken. En zonder drastische overheidsmaatregelen zal de situatie in ons land er niet beter op worden. De hogere prijs voor sigaretten in combinatie met duidelijke gezondheidscampagnes heeft ervoor gezorgd dat minder mensen roken.

Als je de cijfers van de gezondheidsenquête ziet, kan je niet anders dan vaststellen dat het huidige beleid gefaald heeft in zijn aanpak van obesitas. Daarom hoop ik dat de nieuwe regeringen een nieuwe wind zullen laten waaien en het lef zullen tonen om echt het verschil te maken.

Hella Van Laer, lic. voedings- en dieetleer (K.U. Leuven), erkende diëtiste en auteur van het boek ‘Breek met hoe je eet’ (Van Halewyck).

Partner Content