Ann Peuteman
‘Hebben politici écht huisbezoeken nodig om te weten wat er leeft?’
Overal in Vlaanderen leggen politici dezer dagen om ter meest huisbezoeken af. ‘Nochtans zou men beter spaarzaam met zulke meet & greets omgaan’, schrijft Knack-redactrice Ann Peuteman. ‘En niet alleen omdat veel kiezers daar helemaal niet op zitten te wachten.’
Een paar jaar geleden zat mijn broer met de kinderen pizza te eten toen er werd aangebeld. Kauwend deed hij de deur open terwijl de jongste tegen zijn been aanleunde. Voor hem stond een vrouw die hij niet kende. ‘Er is iemand die u wil spreken’, zei ze. ‘Vindt u dat goed?’ Voor hij het goed en wel besefte stond hij oog in oog met een socialistische minister én een gigantische camera. Heel intimiderend vond hij dat. Na een kort gesprek, dat amper ergens over ging, sloot hij de deur weer achter zijn ongenode gasten. Maar amper zat hij aan tafel of er werd wéér aangebeld. Dit keer stond er geen socialistisch peloton voor zijn deur maar wel Paul Jambers. Of het bezoek van de politicus zijn stemgedrag zou beïnvloeden, wou die weten. Sindsdien denkt mijn broer wel twee keer na voor hij in volle verkiezingscampagne de voordeur opendoet.
En hij is niet de enige. Van veel mensen hoor ik dat ze helemaal niet zitten te wachten op onaangekondigd bezoek van de een of andere politicus, of hij daarbij wordt gefilmd of niet. Tegenwoordig hebben verkiezingskandidaten toch kanalen genoeg om hun ideeën kenbaar te maken? Sociale media, debatten, tv-programma’s, kranten en desnoods ook brievenbussen. Bij potentiële kiezers gaan aanbellen lijkt eerder iets uit de tijd dat de melkboer nog aan huis kwam en meneer pastoor stemadvies gaf. Niet dus. In een tijd dat politici zich zo authentiek mogelijk willen zijn, zijn huisbezoeken weer aan een opmars bezig. Kwestie van op te vallen in de massa kandidaten die de burger overspoelen met memes, e-mails en zelfs sms’en.
Daarbij komt nog dat huisbezoeken hun nut al hebben bewezen bij populaire politici als de Gentse burgemeester Daniël Termont en zijn voorganger Frank Beke. Alleen zou men onderhand moeten weten dat niets zo geloofwaardig is als het origineel. Sommigen gaan graag bij hun kiezers op bezoek, doen dat met flair en halen er nog iets uit ook. Zij moeten dat vooral blijven doen. Maar anderen vinden het ronduit vreselijk. Ooit volgde ik een kandidaat die in de aanloop naar verkiezingen huisbezoeken deed in de Zwalmstreek. Op elke oprit bleef hij even staan om moed te verzamelen. Je zag hem haast hopen dat de bewoners niet thuis zouden zijn. Wat voor zin heeft dat? Ook kandidaten die alleen in campagnetijd bij hun kiezers op de koffie gaan of de bezoeken aan hun campagneteam overlaten zodra de fotografen weg zijn, zouden beter thuisblijven. Ook geen goed idee is de hele tijd opscheppen over het aantal bellen waarop je al hebt gedrukt. ‘De voorbije jaren heb ik 10.000 huisbezoeken gedaan!’ ‘Ik heb élke inwoners van mijn gemeente bezocht. Maar ze waren niet allemaal thuis.’ Bij CD&V maken ze zich zelfs sterk dat ze tegen de gemeenteraadsverkiezingen van oktober een miljoen huisbezoeken zullen afleggen. Wie biedt meer?
Het is ook heel twijfelachtig of mensen hun stem echt van zo’n meet & greet laten afhangen. Tenzij hen een parkeerplaats voor de deur of een fietspad in de straat wordt beloofd natuurlijk. Bovendien zijn huisbezoeken wellicht niet de beste manier om te zien ‘wat er leeft in de stad’. Wie echt iets te verbergen heeft – uit vrees of schaamte – laat zo’n glunderende kandidaat gewoon niet binnen. Natuurlijk is het belangrijk dat politici naar gewone mensen luisteren, maar hebben ze echt vele duizenden huisbezoeken nodig om te beseffen hoeveel armoede achter al die gevels schuilgaat? Moeten ze zelf over een put in de stoep struikelen om te geloven dat bejaarde buurtbewoners daar niet met hun rollator langs kunnen? ‘Ach man, ga naar het stadhuis en doe er iets aan’, zou je gaan denken. Zo wonnen politici vroeger verkiezingen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier