Hasselts burgemeester Nadja Vananroye (CD&V): ‘De eerste files zijn al gesignaleerd’

De vrijwel onbekende Nadja Vananroye introduceerde een nieuwe bestuursstijl na het ontslag van Hilde Claes in 2016.

Met welke beslissing hebt u de voorbije zes jaar het grootste verschil gemaakt?

Nadja Vananroye: Het grootste verschil heb ik gemaakt door in 2016 het burgemeesterschap te aanvaarden, nadat Hilde Claes (SP.A) ontslag had genomen. Het was belangrijk om opnieuw het vertrouwen te winnen van de gemeenteraadsleden, burgers en ambtenaren. Door een andere bestuursstijl te introduceren, heb ik de rust teruggebracht. We zijn er vervolgens in geslaagd om het Jessa Ziekenhuis met drieduizend werknemers in Hasselt te verankeren. En samen met de provincie en de UHasselt werken we aan een herbestemmingsproject voor het Begijnhof.

Waar bent u niet in geslaagd?

Vananroye: We hebben helaas geen constructieve dialoog met de oppositie. Ik was vast van plan om rekening te houden met hun opmerkingen, maar voor een goed gesprek moet je met tweeën zijn. De oppositie haakt vaak op het allerlaatste moment af, of ze plant een mes in mijn rug. Jammer.

Wat wilt u de volgende zes jaar veranderen?

Vananroye: Hasselt groeit sterk: elk jaar komen er 600 burgers bij, van wie de helft jongeren. Die groei moeten we de komende jaren goed managen. Dat betekent nieuwe woningen, scholen, wegen en fietspaden. Mobiliteit is een knelpunt aan het worden. De eerste files zijn al gesignaleerd in Hasselt.

Hoe gaat u dat oplossen?

Vananroye: Dat kan Hasselt niet alleen. Onze stad en bij uitbreiding heel Limburg is zwaar onderbedeeld qua spoorwegverbindingen, bijvoorbeeld.

Wat hebt u de voorbije zes jaar over uw stad geleerd?

Vananroye: Dat we een stad zijn waar veel mensen graag op bezoek komen. Het aantal toeristen blijft stijgen en onze culturele instellingen werken goed. We zijn ook een echte onderwijsstad, met 10.000 scholieren en 20.000 studenten. Daar keek ik toch wel van op.

Hoe zou u de inwoners van uw stad typeren?

Vananroye: Ik vind Hasselaren hartelijk en bourgondisch. Bezoekers vertellen me dat ze hier graag komen shoppen omdat de verkoopsters vriendelijker zijn dan in Antwerpen of Brussel. Wij verwelkomen de mensen hier nog altijd met een lekkere vlaai.

Is er een andere Vlaamse stad waar u jaloers op bent?

Vananroye: Mechelen. Ik vind dat de stad van Bart Somers goed werk levert, zeker op het vlak van de veiligheid. Mechelen heeft ook het water teruggebracht in het stadscentrum. Ik zou de Demer in Hasselt ook graag openleggen.

Welke internationale stad is uw voorbeeldstad?

Vananroye: Amsterdam. Zeven jaar lang ging ik er met mijn studenten uit de Sociale School in Heverlee het Nederlandse welzijnsbeleid bestuderen. Amsterdam is een grootstad die het warme gevoel van een kleinere stad heeft behouden, in de Jordaan, maar ook in de chique modestraten. Onze Kapelstraat is de PC Hooftstraat van Amsterdam.

Hebt u de afgelopen jaren boetes gekregen. Zo ja, welke?

Vananroye: Nee. Ik rij al 25 jaar met de auto, maar een boete heb ik al heel lang niet meer gehad.

Wie zou, uzelf en uw partijgenoten even niet meegerekend, de beste burgemeester zijn voor uw stad?

Vananroye: Ik kijk dan vooral naar mensen van buiten de politiek: Yves Breysem, de algemeen directeur van het Jesse Ziekenhuis, of Ben Lambrechts van de Limburgse Hogeschool PXL.

En uw uitdager Steven Vandeput?

Vananroye: Hij heeft me wel een beetje ontgoocheld. Hij vindt dat Hasselt beter bestuurd moet worden, maar als ik suggesties vraag, houdt hij zijn mond.

Zou u in zee gaan met het Vlaams Belang of de PVDA om uw sjerp te behouden?

Vananroye: Hasselaren staan niet open voor dat soort extremen. Die partijen halen hier nauwelijks stemmen. Het Vlaams Belang heeft één verkozene, de PVDA nam niet deel aan de vorige verkiezingen.

Is uw job te combineren met een parlementair mandaat?

Vananroye: Ik vind van niet. Een centrumstad besturen is meer dan een voltijdse job.

Hoeveel mandaten hebt u naast uw burgermeesterschap?

Vananroye: Geen enkel betaald mandaat.

Hoeveel verdient u als burgemeester?

Vananroye: Na aftrek van mijn bijdrage aan de CD&V (7,5 procent van het brutoloon), is dat netto 3594 euro. Dat is genoeg, maar minder dan wat ik vroeger verdiende in de privésector, terwijl ik nu véél meer uren en bijna alle weekends werk.

Doet u de hele termijn van zes jaar uit als u opnieuw wordt verkozen?

Vananroye: Natuurlijk, en nog liever twee bestuursperioden, want die tijd heb je nodig om voldoende te kunnen realiseren.

Wat vindt u de mooiste plek van uw stad?

Vananroye: We hebben de tuin van het stedelijk museum Het Stadsmus opengesteld. Een aanwinst voor de binnenstad.

Wat vindt u de lelijkste plek van uw stad?

Vananroye: We zijn hard aan het werk aan onze ‘Blauwe Boulevard’, een nieuwe woonzone aan de kanaalkom van het Albertkanaal. Dat was een grauwe, mistroostige industriezone, maar de laatste jaren is de site hard op weg om een van de hipste buurten te worden, met niet alleen dure lofts maar ook kleinere flats voor starters en ruimte voor groen en sport.

Gaat u weleens uit eten met bouwpromotoren?

Vananroye: Die gelegenheid heeft zich nog niet voorgedaan, maar ik ben daar principieel niet tegen.

De Leuvense burgemeester Louis Tobback zegt dat hij promotoren enkel in zijn bureau spreekt.

Vananroye: Dat is hoe het uitkomt. Een lunch neemt soms te veel tijd in beslag, maar anderzijds kun je een vergadering zo combineren met iets te eten.

Doet uw stad voldoende om burgers te betrekken bij het beleid?

Vananroye: Ik hecht veel belang aan participatie. Mensen worden mondiger en eisen steeds meer inspraak. Terecht. Onlangs hebben we enkele prijzen gewonnen met ons digitaal participatieplatform voor de heraanleg van het Kapermolenpark. We zijn van plan dat vaker te doen.

Zult u de rest van uw leven in uw stad blijven wonen?

Vananroye: Ja, héél zeker.

Hoe komt u tot rust?

Vananroye: Ik heb een vast stamcafé, de Kleine Hal. En ik ga met mijn negenjarig zoontje naar de skatebaan, of ik supporter voor hem bij het basketbal.

Hoe houdt u uw werk-privébalans in evenwicht?

Vananroye: Ik zie dit niet als werken. Het is een passie.

Stel: u moet verhuizen. Naar welke (Vlaamse) stad of welk dorp trekt u dan?

Vananroye: Gent.

Welk persoonlijk verhaal van een van uw inwoners heeft u de voorbije zes jaar het meest geraakt?

Vananroye: Uit de stadsmonitor blijkt dat Hasselt van alle centrumsteden de stad is waar de burgers de meeste sociale contacten hebben. Daar ben ik erg trots op. Dat wordt mooi geïllustreerd door Maryam Jamshid. Zij is als tienjarige gevlucht uit Afghanistan en heeft zich fenomenaal opgewerkt: op school en later binnen onze partij. Ze werkt nu op het kabinet van minister van Justitie. Maryam wordt een speerpuntkandidaat op onze lijst en heeft alles in zich om straks schepen te worden in Hasselt.