Groen en kernenergie: ‘Jongeren hebben problemen met ons antinucleaire standpunt’
Terwijl energieminister Tinne Van der Straeten twee kerncentrales langer wil openhouden, blijft haar partij Groen gekant tegen kernenergie. Hoelang is die spreidstand houdbaar?
Code Groen, onder die slogan verzamelen de Vlaamse ecologisten zaterdag in Leuven voor hun tweejaarlijkse partijcongres. Code Rood had ook gekund, want de partij van covoorzitters Nadia Naji en Jeremie Vaneeckhout verkeert in zwaar weer. Het congres, waar de leden zich buigen over twaalf door de basis klaargestoomde voorstellen ‘voor een groenere, gezondere planeet met meer gelijkheid en welzijn voor iedereen’, is de opmaat voor de verkiezingscampagne 2024. Maar de kans is groot dat straks niet de goedgekeurde voorstellen maar de balans van Groen binnen de Vivaldi-regering met alle aandacht gaat lopen. Onheilsprofeten waarschuwen voor een herhaling van het rampjaar 2003, toen Agalev onder de kiesdrempel zakte na deelname aan de paars-groene regering-Verhofstadt I. Zo’n vaart hoeft het niet te lopen, maar feit is dat Groen al betere tijden heeft gekend. Onlangs haakten vier mandatarissen af voor de federale of regionale verkiezingen. Het werd telkens met aannemelijke, persoonlijke motieven uitgelegd, maar van groot vertrouwen in een komende hoogconjunctuur voor de partij getuigt het niet.
Kernenergie is geen thema op het Groen-congres. Een bewuste keuze: het ligt te gevoelig voor een open debat.
Een Groen-verkozene
Griekse tragedie
Dat het Bpost-dossier nu ook het imago van federaal vicepremier Petra De Sutter als bekwaam bestuurder ondergraaft, is een regelrechte pr-ramp. Toch zal de bedachtzame minister van Overheidsbedrijven en Ambtenarenzaken zaterdag een glansrol spelen als gesprekspartner van het Nederlandse GroenLinks-boegbeeld Kauthar Bouchallikht. Het is niet allemaal kommer en kwel. Tinne Van der Straeten kan als voorzitter van de Commissie Energie met een recente triomf uitpakken. De Verklaring van Oostende, waarmee negen landen zich ertoe verbinden de Noordzee tot ’s werelds grootste groenestroomcentrale te ontwikkelen, mag gerust historisch worden genoemd. Op sociale media is Groen niet zuinig met lof voor de federale minister van Energie, die mee aan de basis ligt van de deal. Veel discreter is de partij over de slopende onderhandelingen die Van der Straeten samen met premier De Croo (Open VLD) voert over de levensduurverlenging met tien jaar van de kernreactoren Tihange 3 en Doel 4. Dat de deadline voor een akkoord al bijna twee maanden verstreken is, daar zullen weinig congresgangers hun slaap voor laten. Eerder integendeel, het wijst op een combattieve houding in een partijtje armworstelen met vele miljarden belastinggeld als inzet.
Pijnlijk is wel dat de twee centrales überhaupt openblijven, in weerwil van de al in 2003 door de toenmalige paars-groene regering bij wet vastgelegde en in het Vivaldi- regeerakkoord herbevestigde kernuitstap in 2025. Natuurlijk waren er in maart 2022 dwingende omstandigheden om dat plan te herzien. Galopperende gasprijzen, bezorgdheid over de bevoorradingszekerheid: de Oekraïnecrisis heeft alles veranderd. Het neemt niet weg dat Van der Straeten in een Griekse tragedie is beland, als een heldin die door het lot gedwongen wordt haar eigen kind te offeren. De definitieve kernuitstap moest de ultieme trofee worden die Groen aan Vivaldi zou overhouden. ‘Onze afspraak met de geschiedenis’, liet Petra De Sutter in 2021 optekenen.
Te gevoelig thema
In de partijcommunicatie heet het nu dat de wet op de kernuitstap onder Vilvaldi onverkort wordt uitgevoerd, weliswaar in stappen en volgens een nieuwe tijdskalender. Slimme formuleringen kunnen niet beletten dat het publieke debat een voor Groen ongewenste wending heeft genomen. Kernenergie, in het verleden al meermaals dood en begraven verklaard, wint dankzij de Oekraïneoorlog én de klimaatcrisis aan bondgenoten. Ook in kringen waar je ze niet meteen verwacht.
In mei vorig jaar besliste de Finse groene partij Vihreät tijdens een ledencongres om kernenergie als duurzame oplossing te omarmen. ’s Werelds bekendste klimaatactiviste, Greta Thurnberg, noemde de Duitse kernuitstap een grote stommiteit, omdat de weggevallen CO2-vrije stroomproductie goeddeels wordt vervangen door vervuilende kolenstroom. Twee jaar geleden bestempelde econoom Paul De Grauwe de Belgische kernuitstap in een dubbelinterview met De Zondag als een grote vergissing. Verrassend genoeg kreeg hij volmondig gelijk van zijn gesprekspartner Anuna De Wever, hét gezicht van de klimaatmarsen in Vlaanderen. De Wever, die intussen anderhalf jaar stage achter de rug heeft bij de groene fractie in het Europees Parlement, wenste niet in te gaan op het verzoek van Knack om terug te blikken op haar pronucleaire uitspraken van toen.
‘Kernenergie is zelfs geen thema op het congres’, merkt een Groen-verkozene, die anoniem wil blijven, op. ‘Een bewuste keuze: het ligt te gevoelig voor een open debat. In de wandelgangen wordt er wel over gediscussieerd. Ik heb het dan niet over de verlenging van Tihange 3 en Doel 4, dat is een verhaal apart. Het gaat erom dat niet iedereen achter het standpunt staat dat kernenergie geen toekomst heeft in de transitie.’
Groen dreigt de aansluiting te missen met een generatie die de strijd tegen kernwapens en kerncentrales niet heeft meegemaakt.
De verkozene behoort tot een dissidente minderheid die gelooft dat 100 procent hernieuwbare energie op korte termijn niet haalbaar is. ‘Technisch kan het,’ nuanceert hij, ‘maar niet voor 2040 à 2050. ’ Natuurlijk willen ook zij maximaal inzetten op rationeel energieverbruik door isolatie en sturing van de vraag, en ze verwachten veel van nieuwe opslagtechnologie en van het uitbouwen van slimme, grensoverschrijdende distributienetten. ‘Maar dat zal nooit volstaan,’ zegt de verkozene, ‘zeker niet in het licht van de doorgedreven elektrificatie die noodzakelijk is voor de klimaatdoelstellingen. Als een extra energiebron nog zo lang nodig blijft, dan zijn we veel beter af met kerncentrales dan met fossiele brandstoffen. Nieuwe centrales bouwen is geen oplossing, dat duurt veel te lang en is veel te duur. Maar zolang het veilig kan, moeten we alle bestaande centrales laten draaien. Alleen de centrales waarin scheurtjes werden aangetroffen, kunnen we het best stilleggen.’
Veilige ggo’s
De argumenten zouden uit de koker van Maarten Boudry kunnen komen, de in groene kringen verketterde filosoof die in Vlaanderen het ecomodernistische verzet tegen de kernuitstap vertolkt. De verkozene, zelf wetenschappelijk opgeleid, worstelt met het imago van Groen als partij die wetenschap en vooruitgang afwijst. ‘Dat heeft een lange voorgeschiedenis. Agalev werd ooit opgericht vanuit bekommernissen waarvan intussen overduidelijk is gebleken dat ze terecht zijn. Maar heel wat aanhangers van het eerste uur zijn doorgeschoten in een aversie tegen wetenschap en industrie. De verkrampte omgang met kernenergie staat niet op zichzelf. Vijf jaar geleden werd de partij verscheurd door een discussie over genetisch gemodificeerde gewassen. Jong Groen wilde toen de deur openzetten voor ggo’s als een veilige en nuttige technologie. Voor enkele oudere tenoren kon dat absoluut niet door de beugel, met hoogoplopende ruzies tot gevolg. Tja, het is menselijk. Iemand zoals Bart Staes heeft zijn halve leven in het Europees Parlement gevochten tegen ggo’s, en dan komen de jongeren van zijn eigen partij doodleuk vertellen dat ggo’s oké zijn.’
Het ergste vindt de verkozene dat de perceptie van een partij die vijandig staat tegenover de wetenschap niet eens klopt. ‘Hernieuwbare energie is zelfs bij uitstek een verhaal van wetenschap en technologie’, zegt hij. ‘Maar ook over kernenergie zijn we pragmatischer dan ons imago doet vermoeden. Anders waren Groen en Ecolo wel uit de regering gestapt toen de verlenging van Tihange 3 en Doel 4 werd beslist. Een maand geleden heeft Duitsland zijn laatste drie kerncentrales definitief gesloten. Een mijlpaal voor de antinucleaire beweging, maar je zult geen triomfantelijke tweet van Groen vinden. En wat te denken van de 100 miljoen euro die Van der Straeten aan het SCK in Mol heeft toegezegd voor onderzoek naar nieuwe kerntechnologie, meer bepaald de fameuze SMR’s (kleine, modulaire reactoren, nvdr)? Toch blijft straks het beeld hangen van de partij die mordicus tegen kernenergie is, maar wel de minister levert die de kernuitstap uitstelt. Onmogelijk uit te leggen, en het belemmert het zicht op groene verwezenlijkingen die veel essentiëler zijn, zoals de Noordzee-deal of de vergroening van de bedrijfswagens. Dat komt er natuurlijk van als je zelf roept dat onze regeringsdeelname afgerekend zal worden op de kernuitstap.’
Klimaatcatastrofe
Volgens de verkozene hebben vooral jongeren moeite met het antinucleaire standpunt. Daar zit zijn frustratie als loyale partijmilitant: Groen dreigt de aansluiting te missen met een generatie die de twintigste-eeuwse strijd tegen kernwapens en kerncentrales niet heeft meegemaakt. Maar die generatie ziet wel een klimaatcatastrofe opsteken, die met iedere extra ton CO2 in de atmosfeer erger wordt.
Toch zijn dissidente stemmen moeilijk te vinden, ook binnen Jong Groen. Covoorzitter Kilian Vandenhirtz (19) vertolkt netjes het partijstandpunt. Hernieuwbare energie is de toekomst, daar verandert de tijdelijke, door buitengewone omstandigheden gedwongen verlenging van Tihange 3 en Doel 4 niets aan. ‘Oude, onbetrouwbare kerncentrales oplappen heeft geen zin’, voegt hij eraan toe. ‘We kunnen dat geld beter in hernieuwbare energie stoppen. Onderzoek naar SMR’s kan wel voor Jong Groen, al is dat slechts verre toekomstmuziek die ons in de klimaatcrisis geen stap vooruithelpt.’
Steven Vanden Bussche, gewezen covoorzitter van Jong Groen Leuven en actief partijlid, kleurt wel openlijk buiten de lijntjes. ‘Kernenergie is niet het probleem’, heeft hij al eens getwitterd tijdens een klimaatdiscussie. ‘Ik bekijk het als een kwestie van trade-offs’, zegt de 25-jarige student European studies. ‘Bevoorradingszekerheid is essentieel, want elektriciteit is noodzakelijk voor ons welzijn. Hernieuwbare energie kan die zekerheid voorlopig niet bieden – het is trouwens een open vraag of dat ooit zal lukken. Dus moeten we een keuze maken tussen nucleair en fossiel. Ik baseer me op Our World in Data, een gezaghebbend platform van wetenschappers die globale problemen in cijfers vatten. Ze hebben de positieve en negatieve aspecten van verschillende energiebronnen vergeleken. Over de positieve kunnen we kort zijn: stroom is stroom. Onder de negatieve aspecten valt het menselijke leed, rechtstreeks door luchtverontreiniging, schadelijke mijnbouw of stralingsgevaar, en onrechtstreeks door de gevolgen van de klimaatopwarming. Bij fossiele energie is dat leed 96 keer groter dan bij kernenergie, 150 keer zelfs als je alleen de klimaatgevolgen verrekent. Zo bekeken is de keuze snel gemaakt.’
De tweet was overigens geen coming- out, Vanden Bussche heeft zijn standpunt onder partijgenoten al vaak verdedigd. ‘Dat wordt geaccepteerd’, zegt hij. ‘Er is ruimte voor discussie binnen Groen. Ik sta zeker niet alleen, maar niet iedereen wil met zijn pronucleaire mening naar buiten komen. Het ligt nu eenmaal gevoelig.’
Politieke framing
Jeremie Vaneeckhout, als 37-jarige beslist geen veteraan van de antinucleaire beweging, ziet geen hiaat in het congresprogramma. ‘We hebben kernenergie onlangs uitgebreid besproken tijdens de studiedagen over de energiemix 2020-2050′, zegt de Groen-covoorzitter. ‘Ons standpunt is unaniem goedgekeurd door de politieke raad, zowat het parlement van de partij. Ook Jong Groen heeft er zich in de politieke raad achter geschaard. Waarom er dan zaterdag op terugkomen? We willen het liever hebben over de transitie naar 100 procent hernieuwbare energie.’
De jongere generaties hebben de neiging om dit louter door de bril van de klimaatcrisis te bekijken.
Mieke Vogels, ex-partijvoorzitter
De voorzitter is zich bewust van de spagaat in de communicatie. Kernenergie principieel afwijzen en ondertussen meewerken aan de verlenging van Doel 4 en Tihange 3 is geen simpele boodschap voor de achterban. ‘Het is een perceptieprobleem’, zegt hij. ‘Maar percepties evolueren. Over tien jaar zal Vivaldi niet worden herinnerd als de regering die twee kerncentrales heeft verlengd, maar als de regering die onder impuls van de groenen de productie van Noordzeestroom heeft verdrievoudigd. Groen antiwetenschappelijk? Dat is politieke framing. We bekijken het energievraagstuk op basis van criteria zoals bevoorradingszekerheid, economische haalbaarheid, impact op klimaat, gezondheid en milieu. De verlenging van twee kerncentrales past in die rationele visie. Volgens het internationaal klimaatpanel IPCC moeten we de komende zeven à tien jaar een fundamentele omslag maken om de klimaatopwarming binnen de perken te houden. Dan moet je niet gaan rekenen op SMR’s of thoriumreactoren, technologieën die beloftevol heten te zijn maar voorlopig alleen op PowerPoint bestaan.’
Waarom dan niet meteen de verlenging van de oudste drie centrales overwegen, zoals niet alleen MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez maar ook dissidente partijleden bepleiten? ‘Omdat uitbater Engie daar helemaal geen brood in ziet’, kaatst Vaneeckhout terug. ‘Die oude centrales vallen trouwens om de haverklap uit met technische problemen. Maar dat is niet eens het voornaamste bezwaar. Twee reactoren maken het verschil niet, maar een park van vijf centrales zou de transitie naar hernieuwbare, goedkope en propere energie te veel vertragen.’
Mieke Vogels, voormalig Groen-voorzitter, Vlaams minister en Antwerps schepen, ziet geen reden om haar radicale afwijzing van kernenergie te herroepen. ‘De jongere generaties hebben de neiging om het louter door de bril van de klimaatcrisis te bekijken’, zegt ze. ‘Zeker, kernenergie stoot geen CO2 uit, maar duurzaam is ze allerminst. Alleen al het probleem van het kernafval is onoplosbaar, alle getoeter over geologische berging ten spijt. Waarom slepen de onderhandelingen met Engie over de verlenging van die twee centrales zo lang aan? Omdat ze het niet eens raken over de gigantische factuur voor het afval.’
Donquichots
Dat die generatiekloof ook door haar partij loopt, spreekt Vogels niet tegen. Ze heeft er wel een uitleg voor. ‘We hebben in 2003, na de goedkeuring van de wet op de kernuitstap, te vroeg gejuicht. Zo, die slag hebben we gewonnen, zo werd er niet alleen binnen de partij maar ook bij middenveldorganisaties geredeneerd. We hebben ons op andere thema’s toegelegd, en ondertussen hebben we verzuimd om nieuwe lichtingen te sensibiliseren voor de strijd tegen kernenergie. Die fout heeft de nucleaire lobby niet gemaakt: ze is erin geslaagd haar ideeën te verspreiden, verpakt in een ecomodernistisch jasje.’
Toch wijst ze niet alleen haar eigen generatie met de vinger. ‘Van ons werd gezegd dat we donquichots waren’, zegt Vogels. ‘We vochten tegen windmolens, figuurlijk dan. Ik heb de indruk dat de nieuwe generatie vooral tegen percepties vecht. Ze zijn zo bang voor het verwijt dat ze zich tegen wetenschap en vooruitgang kanten dat ze kernenergie omarmen en hun ogen sluiten voor de gevaren die daaraan vastzitten.’