‘Gewoon immoreel’: België exporteert schadelijk pesticide chloorpyrifos
Het Waalse bedrijf Arysta LifeScience Benelux exporteert een gewasbeschermer die in Europa verboden is.
Het gewasbeschermingsmiddel chloorpyrifos wordt gebruikt om fruit, groenten en kolen te beschermen tegen bodeminsecten. Nadat het jarenlang op de Europese markt was toegelaten, besliste de Europese Commissie in 2020 om de toelating voor het middel in te trekken. Kort daarvoor had de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) aangekondigd dat er epidemiologisch bewijs bestaat waaruit een verband blijkt tussen blootstelling aan chloorpyrifos en ‘ongunstige neurologische ontwikkelingsresultaten’ bij kinderen. Gevolg: chloorpyrifos mag niet langer in Europa verkocht en gebruikt worden.
Opmerkelijk genoeg werd de export van chloorpyrifos buiten Europa níét aan banden gelegd. Knack en Le Soir onthullen nu voor het eerst de schaal waarop die export is blijven doorgaan, op basis van data verkregen door de Zwitserse ngo Public Eye en Unearthed, het milieujournalistieke project van de ngo Greenpeace UK.
Op basis van de Wet op de openbaarheid van bestuur vroegen Unearthed en Public Eye documenten op bij het Europees agentschap voor chemische stoffen (ECHA) en de Belgische overheid. Het gaat onder meer om ‘formulieren voor exportmelding’ – waarin bedrijven moeten aangeven welke gewasbeschermingsmiddelen ze exporteren, in welke hoeveelheid en met welke bestemming.
Wat blijkt? Plannen om chloorpyrifos buiten de EU te exporteren werden vorig jaar slechts in twee EU-lidstaten aangegeven: België (349 ton) en Denemarken (30 ton). De Belgische export staat op naam van Arysta LifeScience Benelux, een dochterbedrijf van de Indiase multinational UPL. Bovendien kondigt het Waalse bedrijf in de documenten aan dat het in 2023 nog eens 313 ton chloorpyrifos-producten uit België zal uitvoeren.
Geen antwoord
Heeft de uitvoer ook daadwerkelijk plaatsgevonden? En waarom blijft Arysta chloorpyrifos exporteren ondanks de mogelijke schadelijke effecten? Op die vragen antwoordde het bedrijf niet. ‘UPL voldoet aan alle Belgische, Europese en internationale wet- en regelgeving’, zegt Arysta-woordvoerster Caroline Marlair. Ze bevestigt dat de chloorpyrifos is aangemaakt op de site van UPL in Ougrée, een dorpje in de provincie Luik.
Via import van voeding kan het pesticide alsnog op ons bord belanden.
De export van chloorpyrifos door Arysta in 2022-2023 was bestemd voor 17 verschillende landen – van Algerije over Ecuador tot Oezbekistan. Zo was 140 ton chloorpyrifos bestemd voor Tunesië en 115 ton voor Algerije. In die landen hebben landbouwers nauwelijks toegang tot de nodige persoonlijke beschermingsmiddelen.
‘België blijkt de grootste exporteur van een gevaarlijk pesticide dat in Europa al drie jaar verboden is, en dan nog vooral naar lagelonenlanden waar de bevol- king vaak extra kwetsbaar is voor de gezondheidsimpact van zulke giftige producten’, reageert Joeri Thijs, woordvoerder van Greenpeace België. ‘Volgens de letter van de wet mag dit dan (nog) geen probleem zijn, het is gewoon immoreel. Het is heel erg cynisch dat bedrijven in ons land blijven cashen op het vergiftigen van mensen die minder of helemaal niet beschermd worden door regelgeving en die vaak ook minder toegang hebben tot goede gezondheidszorg.’
Zenuwstelsel foetus
Ook Jonas Jaccard, advocacy officer van de Franstalige ngo SOS Faim, spaart zijn kritiek niet. ‘Hoewel deze export legaal is, valt niet te ontkennen dat de Europese en vooral de Belgische wetgever een verantwoordelijkheid heeft in de menselijke en ecologische rampen die dit veroorzaakt in derde landen, door bedrijven toe te staan dergelijke producten te exporteren’, zegt Jaccard. ‘Chloorpyrifos is in Europa verboden wegens zijn effecten op de ontwikkeling van het zenuwstelsel van de foetus, met gevolgen voor de intellectuele ontwikkeling van het kind. Als het effect van het middel hier is aangetoond, dan zal het elders in de wereld dezelfde effecten hebben, of erger nog. Deze situatie is dus volkomen hypocriet.’
En er is nog een reden om vragen te stellen bij de export van chloorpyrifos. Door voeding in te voeren uit landen die chloorpyrifos wél nog gebruiken, kan het schadelijke gewasbeschermingsmiddel alsnog op ons bord belanden. Zo stuurde het Belgische Voedselveiligheidsagentschap (FAVV) vorig jaar in 15 gevallen een waarschuwing uit naar andere EU-lidstaten omdat de maximale residulimiet voor chloorpyrifos in voeding overschreden was. Het ging daarbij onder meer om wilde aardbeien uit Servië en cacaobonen uit Ecuador – twee landen die chloorpyrifos uit België kopen.
In december kondigden minister van Leefmilieu Zakia Khattabi (Ecolo) en minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) een koninklijk besluit aan waarmee ze de uitvoer van schadelijke pesticiden verbieden. Het ontwerp wordt momenteel voorgelegd aan verschillende adviesinstanties. De woordvoerster van Khattabi bevestigt aan Knack en Le Soir dat chloorpyrifos nog aan de lijst met pesticiden in het KB zal worden toegevoegd. ‘Het definitieve ontwerp zal vervolgens aan de ministerraad worden voorgelegd.’
Verdrag van Rotterdam
En wat vindt de industrie? ‘We begrijpen de bekommernis over eventuele risico’s die met het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen gepaard gaan’, reageert Sigrid Maebe, woordvoerster van Belplant (de Belgisch-Luxemburgse vereniging van de industrie van plantenbescherming). ‘Onze visie? Wij pleiten ervoor om dit op Europees niveau te regelen. Verbied de export van de in de EU verboden gewasbeschermingsmiddelen vanuit Europa naar landen die noch lid zijn van de OESO, noch aangesloten zijn bij het Verdrag van Rotterdam.’ Dat verdrag legt wederzijdse verantwoordelijkheden en informatie op bij de handel in chemische stoffen. ‘Stimuleer landen om aan te sluiten bij dit verdrag’, besluit Maebe. ‘En voorzie in de nodige middelen om het verdrag correct te implementeren.’