Vrije Tribune
‘Geestelijke gezondheidszorg: onbegrijpelijk dat politici niet aan de bestaande noden tegemoetkomen’
‘De geestelijke gezondheid van ons land gaat ons allen aan’, schrijven Kirsten Catthoor en Kris Van den Broeck van de Vlaamse Vereniging voor Psychiatrie naar aanleiding van een recent rapport van de OESO over de kostprijs van Europese gezondheidszorg.
Psychische problemen kosten ons jaarlijks 20 miljard euro, besluit de OESO in hun rapport over de Europese gezondheidszorg. De directe kosten van de gezondheidszorg bedragen echter maar een kwart van het totaal. Dat betekent dat iets minder dan 15 miljard euro naar andere, meer economische kosten gaat, zoals uitkeringen en verlies aan productiviteit. De OESO dringt aan op investeringen, gaande van gezondheidspromotie inzake geestelijke gezondheid, over preventie van psychische klachten tot een toegankelijke zorg voor wie het nodig heeft. De Vlaamse Vereniging voor Psychiatrie (VVP) beaamt dit: meer middelen voor deze sector betekent gezondheidswinst voor de patiënt als individu, zijn familie en sociale omgeving. Maar ook voor de economie en de maatschappij als geheel.
Geestelijke gezondheidszorg: onbegrijpelijk dat politici niet aan de bestaande noden tegemoetkomen.
Het aantal mensen met psychische problemen is exponentieel gegroeid, tot bijna 1 op 6 mensen in ons land. Helaas zijn psychische klachten doorgaans niet snel opgelost; psychiatrische behandelingen kosten tijd en geld. Zorgverleners, mondige patiëntenverenigingen als Uilenspiegel, Similes en Psychonet, en stigma-doorbrekende initiatieven als Te Gek en Rode Neuzendag klagen terecht het capaciteitstekort in de geestelijke gezondheidssector aan. Inderdaad, de budgetten hebben de patiëntengroei niet gevolgd, en het taboe op alles wat met psychiatrie te maken heeft, maakte de sector weinig populair bij lobbyisten en beleidsmakers binnen de gezondheidszorg. Het gevolg is een weinig toegankelijke hulpverlening; er zijn financiële drempels, wachtlijsten – zoals ook de 18-jarige Winde uit Kessel-Lo nog aankaartte dit weekend – en zelfs hier en daar diensten met een patiëntenstop. Als patiënt met een psychisch probleem, gebeurt het dus niet zelden dat je geduld moet hebben vooraleer je de juiste hulpverlener hebt gevonden en een individueel aangepast behandeltraject kan aangaan.
Nochtans hanteert de huidige geestelijke gezondheidszorg – net zoals de somatische geneeskunde – behandelvormen die wetenschappelijk onderbouwd zijn en gunstige resultaten opleveren. De organisatie is ook gelijk; behandelingen voor enkelvoudige problemen kunnen in een individuele ambulante context: bij de huisarts, een centrum geestelijke gezondheidszorg, een vrijgevestigd psychiater/psychotherapeut. Het omgaan met meer complexe moeilijkheden gebeurt in multidisciplinaire teams met hoge expertise, in een gespecialiseerd ziekenhuis of via een mobiele equipe. Maar wachtlijsten in algemene ziekenhuizen voor vastgestelde ernstige ziektes zijn zo goed als onbestaande. In de geestelijke gezondheidszorg zijn ze schering en inslag. En dat is een gigantisch probleem. Want hoe sneller de behandeling start, hoe sneller het herstelproces kan beginnen.
Wanneer een patiënt na een behandeling hersteld is, kan hij of zij immers weer aan de slag, wat goed is voor de economie. Zowel voor lichamelijke als psychische klachten geldt dat de kans op werkhervatting afneemt naargelang iemand langer thuis zit, dus een snelle interventie bij een hulpvraag is belangrijk – al moet een voldoende en aangepaste genezingstijd mogelijk zijn voor wie ernstige geestelijke gezondheidsproblemen heeft.
Het belang van preventie en vroege interventie is evenmin te onderschatten. Het goed en tijdig omringen van kwetsbare kinderen, de adolescent die na comazuipen op spoed belandt, de werknemer met recente neerslachtigheid, de collega met prille zelfmoordgedachten, kan veel leed voorkomen. Ook dit vraagt bijkomende inspanningen. Het grote publiek heeft nood aan meer informatie over geestelijke gezondheid(szorg). Hulpverleners binnen de algemene geneeskunde en de welzijnssector moeten vlotter en intensiever met de sector geestelijke gezondheidszorg kunnen samenwerken. Dit zal ertoe bijdragen dat problemen vroeger herkend worden én dat het taboe afneemt.
Toegegeven, binnen de geestelijke gezondheidszorg zelf is er ook ruimte voor verbetering. Media berichten geregeld over wantoestanden in de zorg. En al doen deze berichten anders vermoeden, de sector deed het afgelopen decennium, bovenop de constante patiëntenstroom, immense inspanningen om zich anders te gaan verhouden ten aanzien van patiënten en om de kwaliteit van zorg te verbeteren. Zo werkten talrijke settings aan hun dienstverlening door middel van accrediteringstrajecten en het Vlaams Indicatorenproject voor Patiënten en Professionals (VIP²), en nemen patiënten nu een meer sturende positie in de hulpverleningsrelatie. De sector onderging bovendien een grootscheepse reorganisatie waardoor patiënten nu meer en meer begeleid worden in hun thuisomgeving. Er wordt nadruk gelegd op de herstelvisie: kunnen leven in hoopvolle tevredenheid, met het ervaren van zinvolheid in een sociale context. Maar grondige hervormingen vragen ook (budgettaire) ruimte.
De geestelijke gezondheid van ons land gaat ons allen aan. Toch blijken politici er niet toe te komen de nodige middelen tegenover de bestaande noden te zetten. Dat is voor ons onbegrijpelijk; de stijging van psychische klachten zet door, en ondermijnt ons economisch bestel.
Kirsten Catthoor is wetenschappelijk secretaris van de VVP.
Kris Van den Broeck is directeur van de VVP.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier