Geen enkele econoom twijfelt eraan dat we opnieuw met een crisis zullen worden geconfronteerd
Tien jaar geleden brak een financieel-economische crisis uit die ons aan de rand van de afgrond bracht. Kan zoiets zich herhalen? Waar en wanneer?
De tijd heelt niet alleen alle wonden, ze steelt ook vele herinneringen. De financieel-economische crisis die tien jaar geleden uitbrak, herinneren we ons nog wel. Al was het maar omdat er toen iets is gebeurd wat iedereen voor onmogelijk had gehouden: grote banken, zoals bij ons Fortis en Dexia, dreigden failliet te gaan. Plots kwam niet alleen het geld van beleggers maar ook het spaargeld van de goede huisvaders en -moeders in gevaar. De overheden moesten de banken redden om het ineenstorten van onze economie – en een volksopstand – te voorkomen.
Wat we ons misschien minder goed herinneren, is hoeveel die crisis ons heeft gekost. Exact is dat niet te becijferen, maar de Belgische overheidsschuld is sindsdien met meer dan 150 miljard euro gestegen. Tussen 2008 en 2013 was er zeker 8 procent minder groei dan we normalerwijze hadden mogen verwachten. In die periode gingen bovenop het courante aantal faillissementen nog eens 8410 bedrijven failliet, en het beschikbaar inkomen van de gezinnen steeg 4,4 procent minder dan verwacht. Acht jaar deden we erover om de financiële crisis te verteren. Pas in 2016 was het welvaartsverlies helemaal weggewerkt. En de rente blijft ook nu uiterst laag, de spaarders betalen de crisis met andere woorden nog altijd af. De tijd heelt alle wonden, de littekens blijven.
Misschien is dat net een van de belangrijkste eigenschappen van een échte crisis: ze komt onverwachts.
Kan zo’n crisis zich herhalen? Zeker. Er zijn al vele crisissen gepasseerd sinds in 1637 de eerste zeepbel barstte, de ‘Tulpenmanie’ waarbij gespeculeerd werd op tulpenbollen. En niets wijst erop dat zoiets in de toekomst niet meer zal gebeuren. In zijn leerrijke boek Achteraf is het makkelijk gaat Hans Bevers na waardoor zware economische tegenslagen in het verleden werden veroorzaakt. De hoofdeconoom van Bank Degroof Petercam brengt ze onder in drie grote categorieën: oorlog, inflatie (inclusief olieschokken) en financiële zeepbellen.
De eerste helft van vorige eeuw hakten de twee wereldoorlogen en de Grote Depressie zwaar in op de economie en de samenleving. In de tweede helft volgden bijna drie decennia van stabiliteit, tot er tussen 1971 en 1973 een einde kwam aan de goudstandaard (waarbij de dollar tegen een vaste prijs inwisselbaar was voor goud) en we geconfronteerd werden met de eerste oliecrisis. Sindsdien volgden de financiële schokken elkaar snel op. Bevers merkt op dat de recente economische recessies niet zozeer door oorlog of inflatie werden aangewakkerd, dan wel door financiële zeepbellen. Zoals de crisis van 2008, die haar oorsprong vond in een bubble op de Amerikaanse vastgoedmarkt, waarbij banken onverantwoorde risico’s namen en massaal veel onbetrouwbare kredieten verzamelden.
Ook nu zijn er duidelijke prijsstijgingen van het vastgoed: in Canada, Australië, Israël, Zwitserland, Zweden, Noorwegen en ook in België. Leiden zij tot een nieuwe zeepbel? Of moeten we meer vrezen voor de snel stijgende koersen op de Amerikaanse beurzen? Zijn het de groeiende schulden bij gezinnen, bedrijven en overheden die ons zorgen moeten baren? Dienen we misschien vooral beducht te zijn voor een hapering van de Chinese economie? Of sluimert er nog een ander gevaar dat aan onze aandacht ontsnapt? In elk geval concludeert Bevers ‘dat er enerzijds meer en meer risicosignalen opduiken, en dat er anderzijds tot op heden onvoldoende bewijsmateriaal op tafel ligt om een nieuwe grote crisis af te kondigen’.
Geen enkele econoom twijfelt eraan dat we vroeg of laat opnieuw met een serieuze financieel-economische crisis zullen worden geconfronteerd. Die crisis zal niet van buitenaf komen, zoals vaak nog wordt gedacht. Bevers wijst er in zijn boek op dat de belangrijkste crisissen van de vorige eeuw allemaal van binnenuit kwamen, want ‘crisissen zitten nu eenmaal ingebakken in het kapitalisme’.
Maar waar en wanneer? ‘Ik geloof niet dat er tijdens ons leven nog een financiële crisis uitbreekt’, zei Janet Yellen, de steeds voorzichtige oud-voorzitter van de Amerikaanse Centrale Bank in een van haar laatste toespraken in 2017. Daartegenover staat een uitspraak van oud-topman Jean Claude Trichet van de Europese Centrale Bank eerder dit jaar: ‘Het wereldwijde financiële systeem is nu kwetsbaarder dan vóór de crisis.’ Bevers schrijft: ‘Eerlijk, we weten het niet.’
Misschien is dat net een van de belangrijkste eigenschappen van een échte crisis: ze komt onverwachts. Daarna kan iedereen dan weer zeggen dat hij de crisis had zien aankomen.
Hans Bevers, Achteraf is het makkelijk. Uitgeverij Polis, 19,99 euro. p>
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier