Bijna 20.000 mensen met een beperking moeten jaren wachten op geld waar ze recht op hebben. ‘Het is genoeg geweest’, schrijft Knack-redactrice Ann Peuteman. ‘We moeten de volgende minister van Welzijn diets te maken dat de tijd om is: dit pikken we niet langer.’
Ze staat op het punt eronder door te gaan, schrijft ze me in een lange e-mail. Een paar jaar geleden heeft haar man een motorongeval gehad. Sindsdien zit hij in een rolstoel, raakt hij maar moeilijk uit zijn woorden en kan hij zijn rechterarm niet meer gebruiken. Overal heeft hij hulp bij nodig. Dus is zijn vrouw, die als verpleegkundige in een ziekenhuis werkt, op nachtdiensten overgeschakeld zodat ze er overdag zoveel mogelijk voor hem kan zijn. Al haar vrije tijd gaat op aan de zorg voor haar man en hun twee jonge kinderen. Na haar nachtdienst slaapt ze hoogstens drie, vier uur en ze kan zich niet herinneren wanneer ze voor het laatst is gaan shoppen of met vriendinnen heeft afgesproken. Ze is óp, schrijft ze. Dus raad ik haar aan om persoonsvolgende financiering (PVF) voor haar man aan te vragen. Dat geld zouden ze kunnen gebruiken om betaalde hulp in te schakelen of om het inkomensverlies te compenseren als ze zelf minder zou gaan werken. ‘Hebben we gedaan’, antwoordt ze. ‘Zielsgelukkig was ik toen ik te horen kreeg dat we recht hebben op zo’n budget. Maar meteen daarna volgde een ijskoude douche: het geld is op. Ook de volgende jaren maken we weinig kans om te krijgen waar we op papier recht op hebben.’
Gaan we echt braaf wachten tot er een minister van Welzijn komt die wél iets doet?
Ze is bijlange niet de enige mantelzorger die eronderdoor dreigt te gaan. In Vlaanderen moeten duizenden mensen zich in bochten wringen om de zorg voor een partner of kind rond te krijgen. Bijna 20.000 volwassenen en kinderen met een beperking wachten op een budget om de nodige ondersteuning te kunnen bekostigen. Gemiddeld staan ze vijf jaar lang op de wachtlijst, sommigen zelfs tien jaar. Nochtans hoor je te krijgen waar je wettelijk recht op hebt. Zeker als het om iets heel essentieels gaat. Wat mensen met een beperking meemaken, zouden we in geen enkel ander domein pikken. Stel je voor dat iemand zegt dat uw zoon recht heeft op onderwijs, maar dat er pas over een paar jaar een plaats voor hem zal vrijkomen in een lagere school. Of dat u wel recht hebt op een werkloosheidsuitkering, maar daar is nu even geen budget voor is. Of u hebt een acute appendixontsteking, maar er wordt u aangeraden om de operatie nog wat uit te stellen omdat het budget van de ziekteverzekering op is voor dit jaar. Dan zouden we toch met z’n allen in opstand komen?
Stel je voor dat uw zoon recht heeft op onderwijs, maar dat er pas over een paar jaar plaats voor hem vrijkomt in een lagere school.
Dus vraag ik me af waarom we wel lijdzaam blijven toezien hoe mensen met een beperking en hun familie jaar na jaar in de kou blijven staan. De reactie op de campagne #ikwachtmee, die organisaties uit de gehandicaptensector vorige week lanceerden, waren zelfs aan de lauwe kant. Veel vragen ze nochtans niet van ons: we kunnen onze solidariteit betuigen door een foto van onszelf te maken waarop we met onze rug naar de camera gedraaid staan, die op Instagram delen en er @ikwachtmee in taggen. Al moet ik toegeven dat ik dat zelf ook niet heb gedaan. Niet omdat ik me het lot van mensen met een beperking niet aantrek, maar omdat ik het helemaal gehad heb. Ik wil niet mee wachten. Ik verdom het om nog langer te wachten op een beschaafde samenleving waar mensen met een beperking de steun krijgen die ze nodig hebben en waar ze ook nog eens recht op hebben.
Tien jaar tijd heeft Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen (CD&V) gehad om daarvoor te zorgen. Wie zolang aan het roer zit, zou zich niet meer mogen verschuilen achter het feit dat een mentaliteitswijziging nu eenmaal tijd kost en dat er toch al veel financiële inspanningen zijn geleverd. Dus kunnen we de volgende minister van Welzijn maar beter duidelijk maken dat we dat niet meer pikken. Daarom ben ik mijn eigen éénvrouwsactie begonnen: #ikverdomhetomnoglangertewachten. Je maakt gewoon een foto van jezelf waarop je een de boel bij elkaar gilt en post die op Instagram met die hashtag erbij. Of iets in die trant. Zolang de volgende Vlaamse regering maar doorheeft dat het ons menens is. We zijn het wachten zat.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier