François De Smet (Défi) over Brusselse Good Move: ‘We moeten beter naar de grieven in de wijken luisteren’
Meer overleg over het Brusselse mobiliteitsplan Good Move is nodig, maar niets doen is geen optie, zegt François De Smet, voorzitter van de Brusselse regeringspartij Défi.
Na het gewelddadige protest in de Berenkuilwijk zette de gemeente Schaarbeek het nieuwe circulatieschema, bedoeld om de wijk autoluw en leefbaarder te maken, on hold. Er komt een extra consultatieronde, en op basis daarvan waarschijnlijk een nieuw circulatievoorstel in de lente van volgend jaar. Daarmee is Schaarbeek de zoveelste Brusselse gemeente – na Anderlecht, Jette en Molenbeek – waar Good Move op zijn minst gedeeltelijk sneuvelt door bewonersprotest.
Défi-voorzitter François De Smet betoont zich aan de telefoon een voorstander van meer en beter overleg met de Brusselaars.
‘Allereerst: Good Move, het Gewestelijk Mobiliteitsplan, gaat over veel meer dan alleen de lokale circulatieplannen. De aanleg van de derde metrolijn, dat is ook Good Move. En het succes van de nieuwe circulatieplannen wisselt afhankelijk van de buurt en de gemeente. Waaraan dat ligt, weet ik niet. Is er iets misgegaan tijdens het consulteren van de bevolking? Of hebben inwoners ook vaak hun kat gestuurd, vanwege de beruchte kloof met politici en het beleid? Ik blijf achter de filosofie van die plannen staan. In Brussel-stad is de invoering van het nieuwe circulatieplan vrij goed verlopen. Maar op plaatsen waar er weinig alternatieven zijn voor de auto, waar er bijvoorbeeld geen metro is, is er verzet.
Als mensen van de MR en de PVDA/PTB samen protesteren, krab je je toch even in de haren.
‘Ook lijkt het protest tegen de nieuwe circulatieplannen zich op een ander, onderliggend ongenoegen te enten, zoals in Anderlecht. Bewoners van die wijken voelen zich niet gehoord. Geweld en het weghalen van nieuwe verkeersborden, zoals in Schaarbeek, vallen natuurlijk nooit goed te praten. Maar men zal beter en meer overleg moeten plegen, en ook naar andere grieven uit die wijken luisteren.’
Is er in Brussel een cultuurstrijd gaande om de auto, tussen inwoners met veelal een migratieachtergrond uit volkse buurten die aan hun auto gehecht zijn, en meer bemiddelde groene jongens en meisjes die zich per fiets of e-bike verplaatsen?
‘Het protest komt uit heel verschillende hoeken en er is soms geen touw aan vast te knopen’, zegt de Défi-voorzitter. ‘Als mandatarissen van de MR en de PVDA samen protesteren tegen de nieuwe circulatieplannen, krab je je toch even in de haren. De MR is een echte autopartij – mijn auto, mijn vrijheid – terwijl de PVDA/PTB de plannen probeert te framen als misprijzen voor de werkende klasse.’
Je kunt je afvragen of Brusselse politici niet te gemakkelijk toegeven aan luidruchtig verzet. Andere inwoners zijn immers juist heel blij met de plannen voor autoluwe wijken.
‘Daarvoor dienen de verkiezingen. Het zal boeiend zijn om te zien welke impact Good Move heeft op de verkiezingscampagnes en de resultaten in 2024 en 2025. Maar niets doen is in Brussel sowieso geen optie. Dit gewest bezwijkt onder een verkeersinfarct en de luchtkwaliteit is erbarmelijk.’