Foltering in de Antwerpse gevangenis: ‘Dit incident speelt zich af in een ongeziene crisissituatie’
Een gedetineerde in de gevangenis van Antwerpen is zwaargewond naar het ziekenhuis gebracht nadat hij dagenlang was gefolterd door medegevangenen. Het Antwerpse gerecht is een onderzoek gestart. ‘We moeten vermijden dat dit incident losgekoppeld wordt van de crisissituatie waarin we nu verkeren.’
In de Antwerpse gevangenis is een gedetineerde drie dagen lang mishandeld en verkracht door vijf medegevangenen. Hij werd in levensgevaar naar het ziekenhuis gebracht. De feiten zijn gefilmd en gingen sinds dinsdag rond in criminele kringen. Het 41-jarige slachtoffer zat in voorhechtenis wegens poging tot moord in inter-familiale kringen en zou in het verleden al eens veroordeeld zijn voor zedenfeiten met minderjarigen.
Het parket van Antwerpen is een onderzoek gestart en de mogelijke daders zijn opgepakt voor verhoor. Ook het gevangeniswezen zelf voert een intern onderzoek. In een interne communicatie schrijft gevangenisdirectie An Janssens dat ze ‘nog nooit zo’n ernstig geval van geweld’ zou hebben meegemaakt. Minister van Justitie Paul Van Tigchelt (Open VLD) spreekt van ‘gruwelijke en weerzinwekkende feiten’.
Volgens de vakbonden is dit een rechtstreeks gevolg van overbevolking en onderbezetting. De stakingen speelden volgens hen geen rol. ‘Dit had op elk moment, in elke inrichting kunnen gebeuren’, zei Robby De Kaey van ACOD op een persconferentie. Er zaten zes personen in de cel in plaats van drie, en door tijdsgebrek is meer dan ‘een oppervlakkige, visuele controle’ volgens De Kaey niet meer mogelijk. ‘Zo lang iemand teken van leven geeft, is dat jammer genoeg voldoende’.
De vraag hoe zo een persoon dagenlang onopgemerkt gefolterd en verkracht kon worden, brandt op ieders lippen, ook op die van Professor criminologie Tom Daems. ‘Het is moeilijk te vatten dat in een overvolle gevangenis noch andere gedetineerde, noch het penitentiair personeel geen enkel signaal hebben opgevangen. Het onderzoek zal daar helderheid in moeten scheppen.’
Wie is hiervoor verantwoordelijk?
Daems: Het onderzoek zal moeten uitwijzen wat er precies is gebeurd en wie verantwoordelijk is. Er ligt wel een grote verantwoordelijkheid op de schouders van de overheid en het gevangeniswezen. Bij geweld tussen gedetineerden geldt de zorgplicht, vastgelegd in artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Daaruit vloeit voort dat een overheid die mensen opsluit, verplicht is om gedetineerden niet alleen in menswaardige, maar ook in veilige omstandigheden op te sluiten. Verder moeten geweldsincidenten grondig onderzocht worden.
In het verleden zijn er over andere landen al uitspraken gedaan door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens voor een schending van artikel 3 van het EVRM bij geweldsincidenten tussen gedetineerden. Er was onvoldoende moeite gedaan om de veiligheid van gedetineerden te waarborgen, en onvoldoende inspanning geleverd om daarover onderzoek te doen. Die zorgplicht, en het garanderen van veilige detentie, is dus heel belangrijk.
Vakbonden klagen het ‘jarenlange wanbeleid van de regering’ aan. Ze wijzen op overbevolking enerzijds en onderbezetting anderzijds. Had dit kunnen worden vermeden?
Daems: Opnieuw, het onderzoek zal dat moeten uitwijzen, maar ik denk dat de huidige context wel een vruchtbare bodem is voor dat soort incidenten. Het aantal incidenten zal wellicht ook gerelateerd zijn aan overbevolking van gedetineerden en onderbezetting van personeel. In die zin begrijp ik de vakbonden wel. Dit incident speelt zich af in een ongeziene crisissituatie. We zitten met een gevangenispopulatie van ver boven de 12.000 gedetineerden. Met misnoegd personeel en recente stakingen waarbij zeven of acht gevangenissen de poorten sloten. Dat is ongezien in ons land.
Vakbonden vragen zich af of ‘er dan echt doden moeten vallen’ voordat er verandering komt. Is dit een kantelmoment voor beleidsmakers?
Daems: Het hangt ervan af hoe men met dit incident omgaat. Als het wordt gezien als een losstaand rotteappelverhaal missen we de boot. We moeten vermijden dat dit losgekoppeld wordt van de ruimere context en crisissituatie waarin we nu verkeren. Daarom moet men nu naar binnen kijken en de manier waarop we momenteel straffen uitvoeren ter discussie durven te stellen. De oefening moet worden gemaakt met die cruciale vraag: hoe kon dit gruwelijke incident gebeuren?
Toen twee gedetineerden in 2003 zich in de gevangenis van Andenne van het leven beroofden tijdens een stakingsactie, was dat niet meteen het kantelmoment om die stakingsproblematiek op te lossen. Dat heeft veel langer geduurd. Het incident werd in 2005 wel door het Europees Anti-Folter Comité aangegrepen. België werd aangespoord om het gevangenisbeleid bij te sturen, maar deed dat niet. Dat duurde nog tot 2019, met de invoering van een gegarandeerde dienstverlening tijdens stakingen.
Om het wat oneerbiedig te zeggen: zelfs een dode betekent niet noodzakelijk een kantelpunt. Belangrijk is dat men dit incident niet gaat zien als een kankervlek die je even wegsnijdt. We moeten die koppeling met de huidige context écht maken.
Van Tigchelt zei dat dit incident toont hoe gruwelijke geweldfeiten door criminelen zowel binnen als buiten de gevangenismuren worden gepleegd. Is dat die loskoppeling waar u op doelt?
Daems: Het risico bestaat dat dit verhaal geïndividualiseerd wordt en daarmee de verantwoordelijkheid van de schouders wordt geschoven. Natuurlijk moeten die individuele betrokkenen worden berecht. Maar als men de omstandigheden schept waarin dit kan gebeuren, is het de verantwoordelijkheid van de overheid om dat op te lossen. Er rust een plicht op hun schouders om een veilige detentiecontext te creëren. Dat doe je niet door mensen in overbevolkte cellen op te sluiten en niet door te werken met personeel dat continu misnoegd is.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier