De (s)preekstoel van Knack.be

‘Financiering van de erediensten zit vrijheid van godsdienst meer in de weg dan dat ze die bevordert’

De (s)preekstoel van Knack.be Knack.be maakt ruimte voor religie en levensbeschouwing

‘Is het eigenlijk wel maatschappelijk wenselijk om religieuze instituten financieel te ondersteunen in hun uitbouw?’ vraagt Dick Wursten van de VPKB.

Om erkend te worden als gebedshuis moest de Staatsveiligheid al een positief advies uitbrengen. Onder druk van Vlaams minister van Inburgering Liesbeth Homans heeft minister van Justitie Koen Geens nu besloten ook de federale en lokale politie langs te sturen. Ook moeten ook de militaire inlichtingendiensten en het Centrum voor Dreigingsanalyse (OCAD) er op af. En alsof dat nog niet genoeg is, moeten ook de Dienst Vreemdelingenzaken en het Ministerie van Financiën hun steentje bijdragen. En wat als minister Homans het nu nog aandurft om terughoudend te blijven bij het erkennen van nieuwe moskeeën?

‘Financiering van de erediensten zit vrijheid van godsdienst meer in de weg dan dat ze die bevordert’

Los van het feit dat je – als je die opsommig van maatregelen leest – eerder aan de bestrijding van drugsbendes of de Albanese maffia denkt, dan aan religieuze instellingen, vergeten zowel Homans als Geens een ding: Is het eigenlijk wel maatschappelijk wenselijk om religieuze instituten financieel te ondersteunen in hun uitbouw?

Ik weet wel dat de grondwet dit voorschrijft, maar de grondwet – met alle respect – is en blijft een historisch document. En het is niet noodzakelijk zo dat wat in 1831 een goed idee leek (namelijk de subsidiëring van de materiële onkosten van de rooms-katholieke eredienst, want daar ging het toen om), dat dat 186 jaar later nog steeds beantwoordt aan de maatschappelijke noden op het terrein van religie. Toen leek het een rechtvaardige compensatie voor de roofzucht van Napoleon, en voor het feit dat de kerk haar positie van bevoorrechte partner van de Belgische staat had moeten opgeven. Dat laatste gebeurde toen het koninkrijk België een religieus neutrale grondwet aannam (1831). De jure zijn toen in België kerk (beter: de geïnstitutionaliseerde religie) en staat (beter: het burgerlijk bestuur)gescheiden.

Zoals bij veel scheidingen was ook deze alimentatieregeling niet zonder slag of stoot tot stand gekomen en waren er later nog geregeld hevige conflicten – vooral de diverse ‘schoolstrijden’ hakten er diep in. Toch werd het scheidingscontract nooit wezenlijk aangepast. Dat vond men niet nodig. De overheid bleef instaan voor de financiering van de kerk, zowel qua personeelskosten als betreffende het onderhoud en de inrichting van de gebouwen.

Alimentatie van zeven erkende erediensten

Bij de opstelling van deze alimentatieregeling had men slechts één georganiseerde religie in beeld: de rooms-katholieke kerk. Nadien meldden zich ook andere erediensten aan en eisten ‘gelijke behandeling’ met de rooms-katholieke kerk en verkregen die ook. Neutraal is neutraal. Het gevolg is dat de Belgische staat in zaken van religie promiscue is geworden. Was dit eerst tot grote ergernis van de belangrijkste ex (de rooms-katholieke kerk), gaandeweg legde iedereen zich erbij neer en settelde zich. Het gevolg is dat de overheid nu moet instaan voor de alimentatie van zeven erkende (dat is: volgens een aantal formele regels georganiseerde) erediensten. Ook de georganiseerde vrijzinnigheid heeft in een laat stadium (1993) de overheid verleid – via een soort travestie-act waarbij ze zich verkleedde als ‘eredienst’ – om mee te kunnen eten uit de ruif. Het Boeddhisme, een aantal Hindoe-groeperingen en de Syrisch-orthodoxe kerk hebben een aanvraag ingediend. Waarom die nog niet erkend zijn is niet echt duidelijk. De erkenningscriteria zijn bijzonder vaag.

Heeft u zich bijvoorbeeld wel eens afgevraagd waarom er eigenlijk vier varianten van het christendom erkend zijn (rooms-katholiek, orthodox, anglicaans, protestants) en maar één islamitische?

Identiteitskenmerk

Onderwijl blijft de overheid braaf de onderhoudskosten betalen, de alimentatie. Waarom? Zo is dat afgesproken. Het staat in de wet. En blijkbaar denken veel politici dat ze zo ook stiekem wat controle kunnen houden over het doen en laten van al die levensbeschouwelijke organisaties. Dat is wel niet de bedoeling van die wet en kan volgens de grondwet ook helemaal niet, maar een wet gebruiken voor een ander doel, daarvoor draaien we onze hand niet om. Nochtans lijkt me juist dat redelijk naïef. Denkt minister Geens nu echt dat hij door de ene groep ‘brave moslims’ te helpen, hij daarmee de invloed van een andere groep, met minder goede bedoelingen kan terugdringen? Dat lijkt mewishful thinking: Religieuze instituten doen en zeggen toch wat ze willen. Wat echter bijna iedereen over het hoofd ziet, is dat door het simpele feit dat je religieuze instituten de kans geeft om zich uit te bouwen (dat is het effect van subsidie), je het behoren bij een religieuze groep als identiteitskenmerk versterkt. En laat nu juist dat – het jezelf identificeren als ‘moslim’, ‘christen’, ‘atheïst’ etc. – het meest scheidende principe zijn dat wij in onze samenleving kennen.

Ik vind het dan ook niet verwonderlijk dat sommigen vinden dat het tijd is voor een update van het systeem van de eredienstfinanciering. Nu zit ze de vrijheid van godsdienst eerder in de weg, dan dat ze die bevordert.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content