Filosoof Willem Lemmens over euthanasie: ‘Er moet een taboe heersen over de dood’
Euthanasie hoort zeker niet verder te worden uitgebreid, en abortus is geen vorm van gezinsplanning. Filosoof Willem Lemmens hekelt de manier waarom we over leven en dood spreken. ‘Wat betekent dat precies, voltooid leven?’
‘In Vlaanderen heerst een pensée unique over ethische kwesties, ook in de pers. Een gezonde democratie kan zich dat niet permitteren’, zegt Willem Lemmens (Universiteit Antwerpen). De filosoof en ethicus ergert zich al langer aan de progressieve lichtzinnigheid waarmee in Vlaanderen en België over zaken als abortus en euthanasie wordt gesproken. In het laatste voorstel van Gwendolyn Rutten, voorzitster-in-lopende-zaken van Open VLD, om mensen die een voltooid leven hebben te helpen sterven, ziet hij dan ook absoluut geen heil.
Willem Lemmens: Het voorstel van Gwendolyn Rutten ligt helemaal in lijn met de visie op de dood die ook al in onze euthanasiewetgeving aanwezig is. De ervaring van ondraaglijk lijden is per definitie een subjectieve beoordeling. Daarom is het essentieel dat een arts vaststelt dat de patiënt ongeneeslijk ziek is. En ook de ervaring van een voltooid leven is louter subjectief. Wat betekent dat precies? Wie zal dat vaststellen? De grote voorstanders van euthanasie, zoals Wim Distelmans en Marc Cosyns, zijn tegenstanders van dat voorstel.
Een voorstel over voltooid leven tast het weefsel van de samenleving aan. Een samenleving hoort de dood niet te omarmen.
De aanleiding was het getuigenis van radio-icoon Lutgart Simoens, nu 91 jaar. Kunt u zich niets voorstellen bij een ‘voltooid leven’?
Lemmens: Ik ben zelf 56 jaar, dus ik heb dat gevoel gelukkig nog niet, maar voor mensen die nog ouder zijn dan ik is dat een zeer menselijk gevoel. Men verzoent zich met het komende levenseinde. De vraag is hoe de samenleving op zo’n vraag moet reageren. Het is problematisch om persoonlijke, particuliere verhalen aan te grijpen om een heel belangrijke politieke discussie over het levenseinde te voeren. Dat is emopolitiek, waarbij tegenstanders monddood worden gemaakt omdat ze zogezegd geen begrip voelen voor dat verhaal. Het is een hele grote beslissing om mensen actief te helpen een einde aan hun leven te maken. We moeten heel goed luisteren naar waar die vraag precies vandaan komt. Wat loopt er vandaag allemaal scheef in de ouderenzorg? Waarom zijn zo veel ouderen eenzaam? Waarom liggen de zelfdodingscijfers in die groep zo hoog?
Dat is de cynische lezing van zulke voorstellen: het leven van ouderen is ons steeds minder waard, zowel qua zorg die we nog voor hen willen dragen als qua gemak waarmee we hen laten sterven. Ziet u dat zo?
Lemmens: Natuurlijk doet Rutten zulke voorstellen niet met in haar achterhoofd de besparingen in de sociale zekerheid. Maar wat maakt een leven vandaag nog waardevol? We leven in een cultuur die daar meer en meer over denkt in economische termen. We moeten een bijdrage leveren aan de samenleving, dat is blijkbaar het belangrijkst. Rutten gaat ook uit van een extreem individualistisch en hedonistisch mensbeeld. We moeten kunnen genieten en ‘onszelf zijn’. Een leven dat niet aan zulke idealen beantwoordt, wordt al snel minder waard. (op dreef) Zo’n voorstel over voltooid leven tast het weefsel van de samenleving aan. Een samenleving hoort de dood niet te omarmen. Het is zelfs belangrijk dat er een taboe heerst over de dood.
Is dat taboe in België niet al lang verdwenen? Onze euthanasiewetgeving is al ruim.
Lemmens: Euthanasie zou hoogst uitzonderlijk moeten zijn, in een noodtoestand waarbij een dokter echt niet meer weet wat hij anders nog kan doen. Het zal u misschien verbazen, maar daar was eigenlijk ook geen euthanasiewetgeving voor nodig. Vóór die wetgeving bestond, gebeurde dat vroeger soms ook al – iedereen wist dat. Nu zien we dat euthanasie wordt gesacraliseerd, het wordt voorgesteld als een goede, mooie dood.
Euthanasiewetgeving heeft onvermijdelijk een invloed op de publieke moraal. De goedkeuring ervan werd gezien als een enorme ethische stap voorwaarts. Men cultiveert het haast als de ideale dood, terwijl nabestaanden zich daar achteraf ook heel slecht over kunnen voelen. Dat kan een traumatiserende ervaring zijn waar ze nog jaren mee worstelen. De dood zal altijd messy blijven. Ik ben een filosoof, geen arts, maar ook mij bereiken getuigenissen van mensen en dokters die zeggen dat ze zich onder druk voelden gezet om over te gaan tot euthanasie.
In de media krijgen verhalen zoals de euthanasie van rolstoelatlete Marieke Vervoort veel aandacht. Vindt u dat kwalijk?
Lemmens: Wie kan geen bewondering hebben voor haar, en empathie voelen voor haar beslissing? Maar terwijl de dood vroeger als iets intiems werd ervaren, wordt ze nu publiek beleefd, om er troost uit te halen. Ik heb het daar soms moeilijk mee. Zo’n verhaal, net als de dood van Hugo Claus, wordt dan aangegrepen door de voorstanders van euthanasie om te pleiten voor verdere uitbreidingen. Getuigenissen die een andere licht werpen op de wetgeving krijgen geen aandacht en worden afgedaan als ‘accidenten’. Dat is het nieuwe taboe. Terwijl ik al genoeg verhalen heb gelezen en gehoord om mij grote zorgen te maken.
Ludo Vanopdenbosch is een arts en voorstander van euthanasie die in de controlecommissie zat. Hij is daar in 2017 uitgestapt, en heeft een brief naar het parlement gestuurd waarin hij het heeft over een beangstigende straffeloosheid en over een lichtzinnige houding in de commissie ten aanzien van kritische stemmen. Het parlement, dat de controlecommissie nochtans onder zijn hoede heeft, heeft daar niets mee gedaan. De dood van Tine Nys (van wie de voorwaarden voor haar euthanasie in 2010 niet gerespecteerd zouden zijn, nvdr) komt binnenkort voor assisen. Dat is toch zeer verontrustend? Ik pleit er niet zozeer voor dat de euthanasiewetgeving weer wordt afgeschaft, wel dat er dringend werk wordt gemaakt van een grondige evaluatie.
Abortus betekent echt wel meer dan een tand laten trekken.
Hoe uitzonderlijk is de Belgische euthanasiewetgeving in vergelijking met de rest van de wereld?
Lemmens: Veel buitenlandse experts die ik spreek zijn verbaasd over wat bij ons gebeurt. Zij zeggen me dat wij onder een stolp leven, en niet beseffen hoe er elders in de wereld naar ons gekeken wordt. Twee jaar geleden hebben we aan de Universiteit Antwerpen een conferentie georganiseerd waarop ook buitenlandse specialisten kwamen spreken. Allemaal zeiden ze dat ze in België dingen zien waarvan ze hopen dat ze in hun land nooit zullen voorkomen.
Kunt u verklaren waarom België een van de landen is waar euthanasie het snelst werd goedgekeurd?
Lemmens: In het begin zat er een afrekening met de katholieke moraal in. Dat is de reden waarom de wet er aan het begin van deze eeuw is doorgedrukt. Maar ondertussen zien ook vrijzinnigen in dat we daarin te ver zijn doorgeschoten. Ariane Bazan, hoogleraar psychologie en psychoanalyste van de ULB, die je bezwaarlijk katholiek kunt noemen, heeft een visie over euthanasie die nauw bij de mijne aansluit.
In welke mate inspireert uw geloof uw standpunt over deze kwestie?
Lemmens: Eigenlijk niet. Ik beschouw mezelf als een zeer liberale katholiek. Dit zijn bekommernissen die ik uit als filosoof en als ethicus. Met mijn geloof hebben ze niets te maken.
Laten we euthanasie naar abortus gaan. U schreef in De Standaard dat koning Boudewijn misschien wel gelijk had toen hij probeerde om de legalisering van abortus tegen te houden. Wat bedoelde u daarmee?
Lemmens: Boudewijn zag abortus als iets wat zeer moreel beladen is, en daar geef ik hem gelijk in. Vandaag wordt het haast gezien als een symbool van de ontvoogding van de vrouw, als een absoluut vrouwenrecht. Sommige politici vinden het niet kunnen dat bepaalde vormen van abortus nog altijd strafrechtelijk vervolgd kunnen worden. Abortus mag niet meer zijn dan een neutrale, medische ingreep, waarbij alleen telt wat de vrouw wil.
Samengevat: baas in eigen buik.
Lemmens: Ik wil niet terugkeren naar de tijd van koning Boudewijn, maar net als euthanasie is abortus iets wat alleen in zeer uitzonderlijke gevallen moet kunnen. Het is een vorm van gezinsplanning geworden, terwijl we het over het begin van nieuw leven hebben. Het betekent echt wel meer dan een tand laten trekken.
In ons land wordt de termijn waarbinnen abortus is toegestaan wellicht uitgebreid van 12 naar 18 weken. In Nederland kan het tot 22 weken. Met welke argumenten wordt er over die grens gediscussieerd?
Lemmens: Ik ben geen medicus, maar die grens zal altijd enigszins arbitrair zijn. Ik stel vast dat er steeds meer ouders zijn die een soort officiële erkenning willen voor een kind dat dood geboren wordt of dat tijdens de zwangerschap sterft. Het gaat dan over zwangerschappen vanaf 24 weken tot aan de geboorte. U voelt zelf dat men zo heel dicht tegen de abortustermijn komt aan te zitten. Sommige ouders willen dus de foetus verwijderen, anderen willen hun kind voor de rest van hun leven gedenken. Zo’n abortustermijn zal dus altijd eerder een cultureel dan een medisch gegeven zijn.
Mist u een conservatieve stem in de politiek?
Lemmens: Ja. Politici durven hun nek niet uit te steken, maar aan progressieve zijde is er ook heel weinig respect voor conservatieve argumenten. Ik herinner mij dat Wouter Beke (CD&V) ooit probeerde om enkele kanttekeningen te plaatsen bij de euthanasiewetgeving. De manier waarop hij toen is afgebrand door filosoof Etienne Vermeersch heeft mij zeer ontgoocheld. Naar gezonde conservatieve overwegingen wordt in Vlaanderen nauwelijks geluisterd.
Willem Lemmens
– 1963 geboren in Brugge
– Studies wijsbegeerte en culturele antropologie (KU Leuven)
– 1997 doctoreert over de moraalfilosofie van David Hume (KU Leuven)
– 2000 wordt professor aan UAntwerpen
– 2004-2018 lid van het Belgisch Raadgevend Comité voor Bio-ethiek
– 2012 hoofd van het Centrum Pieter Gillis (UA)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier