‘De slechte gewoonten van automobilisten horen niet op het fietspad’
Redacteur Tex Van berlaer maakt zich zorgen om een evolutie bij fietsers. ‘Iedereen lijkt plots gehaast.’
Het begon enkele jaren geleden. Ik was een twintiger en gebruikte, net als vandaag, dagelijks de fiets. Opeens werd ik voortdurend voorbijgestoken. Niet door fysiek sterkere jongeren, maar door ouderen. Bomma’s en bompa’s raasden voorbij. Het deed me twijfelen aan mijn fitheid, maar ze bleken zich te laven aan technologische doping: de elektrische fiets.
Sindsdien is de verkoop ervan geëxplodeerd. Ouders vervoeren hun kroost-in-bakfiets makkelijker en verder, werknemers nemen sneller de fiets naar het werk. En het daguitstapje van ouderen hoeft niet langer afhankelijk te zijn van een De Lijn-bus die niet komt.
Tot zover het goede nieuws. Want er is iets gaande op onze fietspaden. Het lijkt of we een pak gehaaster en onverdraagzamer zijn geworden. Zeker met de intrede van de speedpedelec – de elektrische fiets op steroïden – is er iets in gang gezet.
Dan heb ik het niet zozeer over de statistieken, want die zijn er. Het aantal fietsongevallen is toegenomen. Zeker met speedpedelecs. De groei van de verkoop is overigens niet evenredig met het aantal ongevallen. In 2022 kwamen er volgens mobiliteitsfederatie Traxio 17.500 speedpedelecs bij, een groei van 42 procent tegenover 2021. Maar terwijl het aantal gebruikers de afgelopen vijf jaar 10 zo groot werd, waren er 20 keer meer ongevallen.
Uiteraard is een auto of ander gemotoriseerd voertuig vaak betrokken partij bij een ongeval. Dit is geen victim blaming tegenover fietsers. De stelregel blijft: hoe minder wagens, hoe veiliger de verkeerssituatie. Daarom is het een goede zaak dat het aandeel van de auto in ons verplaatsingsgedrag voor het eerst onder 60 procent zakt.
Maar het gaat ruimer. Wie met een gewone fiets rijdt, voelt zich steeds meer een minderheid. En dat gevoel zal niet wegebben. Onlangs kondigde de Belgische fietsenfabrikant Norta aan dat het de klassieke stadsfietsen uit productie haalt. Voortaan maakt het enkel elektrische fietsen. Naast die elektrische modellen duiken er steeds meer koersfietsen op, ook bij niet-wielertoeristen. Ook die fietsers halen hoge snelheden.
Ontvlambaar
De omslag op de weg is echter niet zozeer technisch van aard, maar fysiek en mentaal. Iedereen lijkt plots gehaast. Wie niet snel genoeg plaats vrijmaakt voor een fietser die met 25 kilometer per uur of sneller komt aangereden, krijgt verwijten naar het hoofd geslingerd. Met twee naast elkaar fietsen wordt steeds moeilijker, iets vluchtig vooraleer de volgende achterligger hoorbaar aan komt suizen (want ook in het assortiment fietsbellen en -toeters is een luide revolutie bezig).
Ik grijp naar de stukken van dichter en schrijver Bernard Dewulf, die de schoonheid van het fietsen als geen ander kon stileren. Van op het balkon van mijn vroegere woonplek in Antwerpen zag ik de man vaak voorbijfietsen: kalm, op het gemak, à l’aise. Dewulf toonde op papier én op straat dat fietsen ook een levenshouding is, een tegenbeweging tegen de gejaagdheid van het leven. Kortom, tegen alles wat auto’s onaangenaam maakt. De stress, de snelheid, de ontvlambaarheid.
Want dat ervaar ik steeds vaker: automobilisten die hun oude gewoonten meenemen op de fiets. De mentaliteit van gemotoriseerd personenvervoer blijft best waar ze hoort. En dus niet op het fietspad, dat overigens al te vaak te smal is voor zo’n gedrag. En niet te vergeten: waarop ook veel kleine kinderen zich verplaatsen.
Beste fietser, het is niet omdat je gemakkelijk snel kan gaan, dat het ook hoeft. Geniet van het decor, kijk wat rond, stap een keertje af. En als je dringend ergens moet zijn, vertrek dan tien minuten vroeger.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier