Het federale kernkabinet heeft maandagavond een akkoord bereikt over de begroting van volgend jaar. Het laatste struikelblok was een discussie over de flexi-jobs. Dat systeem wordt uitgebreid van 10 naar 22 sectoren, maar die uitbreiding gaat gepaard met een hogere sociale bescherming.
Daarnaast is ook sprake van een verhoging van de minimumlonen. Voor wie minder dan 2.200 euro bruto betaalt, komt die neer op minstens 35 euro per maand. Iemand met het absolute minimumloon kan rekenen op 50 euro per maand. En tot en met een bruto-maandloon van 2.700 euro komt er 12 euro bij. De hele begrotingsoefening is goed voor 1,7 miljard euro, waarbij 500 miljoen euro naar meervragen gaat.
Het systeem van de flexi-jobs breidt in de begroting fors uit, maar er komt ook een sterkere sociale bescherming voor wie in het systeem actief is. De uitbreiding van de flexi-jobs, waar de liberalen hard op aandrongen, was de laatste zware dobber vooraleer Vivaldi het eens kon raken over de begrotingsopmaak.
Het systeem zag in 2017 het levenslicht en bestaat vandaag onder meer in de horeca en bij de bakkers en slagers. Er zijn meer dan 125.000 mensen aan de slag in een flexi-job. Het gaat dus om gepensioneerden of wie minstens vier vijfde werkt. Er komt nu dus een uitbreiding naar de 12 nieuwe sectoren. Daarbij horen de kinderopvang en het onderwijs, waar de Vlaamse regering op had aangedrongen, maar ook de voeding, de autosector, enzovoort.
Het was vooral de PS die lange tijd haar voet voor de uitbreiding zette. Daarom komt er ook een verhoging van de sociale bescherming. Zo zullen voor werknemers die als flexi-jobbers werken, de de barema’s van de sector worden toegepast, al geldt dat niet voor de horeca. Er komt ook een plafond van zo’n 12.000 euro per jaar dat iemand via een flexijob mag verdienen. Tot slot gaat de patronale bijdrage van 25 naar 28 procent, wat toelaat om de sociale zekerheid beter te financieren.
Politie
In de begroting krijgt de politie haar loonsverhoging dan toch iets sneller dan voorzien. De regering heeft daarvoor extra middelen vrijgemaakt in de begroting van 2024, lichtte minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) maandagavond toe op de persconferentie na afloop van het begrotingsconclaaf.
Die zou eigenlijk al in 2023 ingaan, maar de regering stelde de verhoging van ongeveer 2.000 euro bruto per jaar uit, tot grote onvrede van de politiebonden. Ze zouden hun loon in drie schijven zien stijgen: telkens 45 procent van het beloofde bedrag in oktober 2023 en oktober 2024, en dan nog eens 10 procent in 2025. De regering besliste nu om het proces te versnellen, en de tweede schijf integraal in oktober volgend jaar uit te betalen.
Er gaan ook bijkomende middelen naar het drugscommissariaat. Drugscommissaris Ine Van Wymersch krijgt 10 miljoen euro waarvan 5 miljoen structureel om onder meer samen met de regionale computer crime units witwasoperaties met cryptomunten aan te pakken. Daarnaast krijgt de politie middelen om de aanwezigheid in onder meer treinstations als Brussel-Zuid op te schroeven en gaat er ook extra geld naar de noodcentrales, die al langer met personeelstekorten kampen.
Kritiek
N-VA-Kamerfractieleider Peter De Roover is niet onder de indruk van het begrotingswerk van de federale regering. Het begrotingsakkoord dat het kernkabinet maandagavond sloot doet hij af als ‘een stuiptrekking’. ‘Vivaldi schuift de budgettaire puinhoop schaamteloos door naar de volgende regering én de volgende generaties’, vindt hij. ‘Dit is geen begrotingsinspanning, maar een stuiptrekking. Als daarnaast de uitbreiding van de flexi-jobs de enige arbeidsmarktmaatregel is, dan blijft er niets over van de ambitie om naar een tewerkstellingsgraad van 80 procent te gaan’, vindt hij.
Ook de extreemrechtse oppositiepartij Vlaams Belang is niet onder de indruk van het begrotingsakkoord dat de federale regering maandagavond bereikte. Volgens Kamerfractieleidster Barbara Pas is er van hervormingen geen sprake en ‘wordt niemand er beter van’.
Het Vlaams Belang is echter niet onder de indruk. De partij hekelt de extra middelen voor de opvang van asielzoekers en het gebrek aan ‘grondige koopkrachtmaatregelen voor onze mensen’. Daarnaast is er ook kritiek op de afbouw van het voordeel op professionele diesel, de bankentaks en de uitbreiding van de flexi-jobs. Dat laatste gaat volgens Kamerlid Wouter Vermeersch mogelijk ten koste van de rechten van werknemers.
