Fatih De Vos, rapper en jeugdwerker: ‘Echt goede therapeuten zijn gewoon te duur voor mij’

Faith De Vos: 'Ik ben een pleaser, ik wil aanvaardbaar worden.' © Carmen De Vos

‘Ik ben altijd al een wandelende brug tussen verschillende culturen en subgroepen geweest’, zegt Fatih De Vos. ‘Nu moet ik me nog met mezelf verzoenen.’ Emotioneel zit de Gentse jeugdwerker en rapper volledig geblokkeerd. Gelukkig brengt wandelen wat rust in het hoofd. ‘Huisje-tuintje-boompje is mijn grootste nachtmerrie.’

Elke week vraagt Knack aan ondernemende Belgen hoe ze lijf en psyche in balans houden.

‘Zolang ik niet in mijnen bloten op de foto hoef,’ zei Fatih De Vos op voorhand, ‘is het allemaal oké voor mij.’

Dat hij met het blootleggen van zijn ziel minder problemen heeft, blijkt tijdens ons gesprek al meteen. ‘Ik heb het wree lastig met de ratrace’, zegt De Vos na amper drie minuten. ‘We moeten allemaal productief zijn, van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat, anders ben je slecht bezig. Ik ben graag ook eens niet productief. Ik zit graag gewoon eens op de bank, zonder ook maar iets nuttigs te hoeven doen. En ik wil me daar niet schuldig over voelen.’

De Vos groeide op in de beruchte woontorens aan het Gentse Rabot, en heeft naar eigen zeggen ‘zijn portie miserie’ al gehad. Alleen al het feit dat hij bestond, was voor sommige mensen een probleem: hij werd als buitenechtelijk kind geboren uit een Belgische moeder en een Turkse vader, en werd lange tijd genegeerd door zijn Turkse familie. Voor hen was zijn moeder een ongelovige.

Vandaag is hij jeugdwerker bij Graffiti vzw, ‘een experimenteerplek die kinderen en jongeren uitdaagt om van zich te laten horen’. Hij rekruteert en coacht nieuwe vrijwilligers, zet buurtprojecten op en tekent mee het beleid uit. ‘De gasten met wie ik werk, jongeren die uit kwetsbare situaties komen en daardoor allerlei issues met zich meedragen, hebben het sowieso al moeilijk. Maar door de hele coronacrisis wordt het er niet beter op. In sommige buurten zijn er nog meer politiecontroles dan anders, en vooral voor de jongeren in instellingen en gevangenissen zijn dit bijzonder zware tijden. Door de isolatie en de eenzaamheid zijn er veel spanningen.’

Dat er nog niet genoeg tegemoetgekomen wordt aan psychotherapie is een heel groot gat in de Belgische gezondheidszorg.

Zijn muzikale ambities heeft De Vos noodgedwongen wat teruggeschroefd: nieuwe nummers van zijn hiphipcollectief Rauw en Onbesproken zitten er niet meteen aan te komen. ‘Ik zou heel graag nog eens nieuwe muziek maken’, zegt hij met een koffie en een sigaret in de hand. ‘Maar door het jeugdwerk en allerlei projecten in de culturele sector komt dat ongewild altijd op de laatste plaats. Voorlopig heb ik te weinig tijd en mentale ruimte vrij om creatief te zijn.’

‘Mijn balans tussen lichaam en geest is de laatste jaren een ramp’, zei u toen we deze afspraak maakten. Hoe komt dat?

FATIH DE VOS: Ik ben nooit een gezondheidsfreak geweest, maar vroeger sportte ik meer en leefde ik gezonder dan nu. Veel van mijn vrienden zijn fitnessers, zij zijn heel bewust met hun lichaam bezig. Ik niet, ik ben geen patser die zo snel mogelijk zo veel mogelijk spieren wil kweken. Ik heb wel af en toe gefitnest vroeger, om mijn conditie wat te verbeteren, maar ik hou het nooit lang vol. Sinds ik meer zittende jobs heb, en ook gewoon ouder word, rook ik meer en merk ik dat mijn conditie achteruitgaat. Als ik op deze manier doorga, zal ik er op mijn veertigste veel spijt van hebben, vrees ik.

Hoezo?

De Vos: Dan ga ik beginnen uit te zetten en kleine of grote kwaaltjes krijgen. Daar ben ik bang voor. Ik moet dat dus echt aanpakken. Het probleem is dat ik vooral mentaal actief ben. Ik heb een moeilijk hoofd, ik put mezelf al mijn hele leven uit door te piekeren en mezelf ter discussie te stellen, door mijn identiteit te construeren en weer te deconstrueren. Daar gaat minstens 80 procent van mijn energie naartoe. Soms tot op het randje, of erover, want ik heb al wat burn-outs en depressies gehad.

Het hoofd hoeft het lichaam toch niet per definitie in de weg te staan? Plato was een worstelaar.

De Vos: Juist, en uit de les Latijn herinner ik me nog de spreuk ‘Mens sana in corpore sano’. In theorie klinkt dat allemaal goed, inderdaad. (lacht) Dat ik niet met mijn uiterlijk bezig ben, en dat ik bijvoorbeeld ook bijna nooit nieuwe kleren koop, heeft te maken met mijn zelfbeeld dat niet altijd even hoog is. Ik heb het in de eerste plaats altijd op mijn mentale capaciteiten gebaseerd, en niet op oppervlakkigheden zoals hoe ik eruitzie. Ik heb mijn troeven, dat weet ik ondertussen, maar mijn fantastische lichaam is er niet een van. Aan dat oppervlakkige, sociaal geconstrueerde schoonheidsideaal weiger ik te voldoen.

Is beweging niet vooral goed voor het innerlijk, meer nog dan voor het uiterlijk?

De Vos: Dat is waar, en daarom wandel ik wel regelmatig. Ik merk ook met het ouder worden dat ik meer en meer naar de natuur trek. Ik ben altijd een stadskind geweest, ik heb altijd het gevoel gehad dat ik later naar Parijs of Kaapstad of New York zou moeten gaan, maar nu voel ik meer de drang om de connectie met de natuur op te zoeken. Wandelen past in die evolutie, het brengt wat rust in mijn hoofd.

Fatih De Vos, de woelwater van het Rabot, is burgerlijk aan het worden?

De Vos: (lacht) Ow, ow, rustigmaat. Absoluut niet. Burgerlijk worden is mijn grootste nachtmerrie. Ik zit met heel veel bindingsissues, en huisje-tuintje-boompje is een van mijn grootste angsten. Mijn vriendin heeft het daar natuurlijk lastig mee. Ik wil geen burgerman in een fermette worden. Burgerlijk worden en connectie zoeken met de natuur zijn twee totaal verschillende dingen.

Wordt u graag ouder?

De Vos: Fysiek niet. Ik merk dat ik al een kaal plekje begin te krijgen, bijvoorbeeld. Maar mentaal voel ik me eigenlijk nog altijd achttien. Mijn visie op het leven was toen nog niet zo onderbouwd en genuanceerd als nu op mijn vierendertigste, ik ben al veel diplomatischer en kan beter uit mijn eigen perspectief treden. Maar ik heb niet de behoefte om me te settelen en kinderen te krijgen, zoals de meesten van mijn vrienden doen. Ik zie mezelf als een nomade. Dat heb ik waarschijnlijk van mijn vader, die uit Emirdag naar Gent gekomen is. Al zit het bij mij meer in mijn geest: het leven is voor mij een avontuur. Ik wil niet in een vast stramien terechtkomen, ik wil mijn jeugdige naïviteit juist zo lang mogelijk behouden. Dat kan perfect in een kleine geografische ruimte, zoals Gent, maar mijn allergrootste droom blijft de wereld zien. Eerst nog een laatste hiphopalbum uitbrengen waar ik helemaal tevreden over ben, om het muziekhoofdstuk van mijn leven af te ronden, en dan zo veel mogelijk reizen.

Zal dat rust brengen, denkt u?

De Vos: Waarschijnlijk niet. Ik ben bang voor rust. Ik heb een natuurlijke rusteloosheid in mij en juist in die rusteloosheid vind ik rust. Begrijp je? (lacht) Dat nomadenbloed heeft natuurlijk ook nadelen, zeker in een relatie. Op deze leeftijd, we zijn ten slotte geen achttien jaar meer, willen de meeste mensen een veilige cocon creëren. Ik niet.

Dat heeft veel te maken met uw thuissituatie als kind, vermoed ik?

De Vos: Alles. Ik heb nooit een stabiele thuissituatie gehad. Mama, papa en kind onder één dak: dat heb ik niet gekend. Ik ben opgevoed door mijn moeder en mijn grootmoeder, en ook bij mijn grootouders was de situatie allesbehalve rozengeur en maneschijn. Daar draag ik de sporen van – onder andere bindingsangst.

Ik kende mijn vader wel, hij kwam geregeld op bezoek, maar hij heeft me niet opgevoed. Dat is puur mijn moeder geweest. In een precaire situatie dan nog: alleenstaand, in een sociale woning, in het Rabot dan nog eens, keihard moeten werken om de eindjes aan elkaar te knopen, zowel in de week als in het weekend. Ik heb nooit een klassieke, vaste gezinssituatie gezien.

Ik ken zowel gasten die overvallen gepleegd hebben als gasten die doctoraten hebben ingediend, en ik heb over geen van beide groepen vooroordelen.

U rationaliseert het nu wel mooi, maar emotioneel moet het toch nog altijd moeilijk zijn?

De Vos: Emotioneel zit ik volledig geblokkeerd, daar ga ik niet over liegen. Ik heb therapie nodig, dat is duidelijk. (zwijgt) Ik heb al heel veel therapieën geprobeerd in mijn leven, maar tot nog toe heeft het nooit echt geklikt met de therapeut in kwestie. En de echt goede therapeuten zijn vaak gewoon te duur voor mij. Daar zie ik een heel groot gat in de Belgische gezondheidszorg: dat er nog niet genoeg tegemoetgekomen wordt aan psychotherapie. Alleen mensen uit de middenklasse kunnen zich dat op regelmatige basis veroorloven. Qua opleidingsniveau beschouw ik mezelf intussen wel als een middenklasser, maar financieel ben ik dat zeker niet. Al is dat misschien ook gewoon een excuus. Ik ben van nature een uitsteller, ik ben al mijn hele leven bang om knopen door te hakken.

U durft de confrontatie met uzelf nog niet aan?

De Vos: Dat is het. Ik zit gewrongen tussen de verschillende persoonlijkheden in mezelf. Ik ben de rapper die gewoon muziek wil maken, maar ook de jeugdwerker die de wereld wil verbeteren, de socioloog die op een breder niveau wil nadenken over de samenleving en de avonturier die de wereld wil zien. Ik heb daar nog altijd geen harmonie in gevonden. En dat gaat ook over religie. Ik ben dan wel een moslim, ik zit nog altijd met veel existentiële en spirituele vragen waar ik in de islam nog geen antwoorden op gevonden heb. Als je niet weet wie je zelf bent en welke richting je uit wilt, is het moeilijk om te weten te komen wat voor personen, welk vast kader, je rond je nodig hebt.

U hebt uzelf lang gehaat omdat u ‘half’ was, hebt u ooit gezegd. Is dat nog altijd zo?

De Vos: Dat is gelukkig al een stuk beter. Het feit dat ik half-Belg en half-Turk ben, heb ik volledig aanvaard. Ik beschouw het niet langer als een keuze die ik moet maken, maar juist als een rijkdom die ik gekregen heb. Maar als een of andere organisatie me vraagt een bio van mezelf door te sturen, blokkeer ik wel nog altijd. Ik vind dat verschrikkelijk, ik wil mezelf niet afbakenen en in bepaalde categorieën duwen. (denkt na) Mijn zelfhaat heeft na al die jaren plaatsgemaakt voor bescheidenheid, heb ik het gevoel. Ik probeer mijn persoonlijke prestaties niet te veel in de verf te zetten, of zelf veel pluimen op mijn hoed te steken. Zo iemand zal ik nooit worden.

Sla uzelf toch maar even op de borst: waarin bent u beter dan iemand anders?

De Vos: Ik heb een groter empathisch vermogen dan de meeste mensen, denk ik, juist vanuit mijn achtergrond, vanuit de verschillende werelden die ik al van kindsbeen af ken. Ik ben ook een verzoener. En ik ben een betere rapper dan de meeste mensen.

Rustig, rustig. Of daar gaat uw bescheiden imago.

De Vos: (lacht) Ik wil er nog één eigenschap aan toevoegen, mag dat? Ik schrijf ook goed, vind ik zelf. Schrijven, rappen en empathie voelen: dat zijn mijn drie krachten.

Ongetwijfeld hebt u die empathie ook al dikwijls vervloekt?

De Vos: Tuurlijk. Dat is de reden waarom ik zo moeilijk ‘nee’ kan zeggen en zo bang ben om mensen te bruuskeren. Ik ben een pleaser, ik wil aanvaard worden. Al van toen ik vijf, zes jaar was, zeggen ze tegen mij dat ik me niet mag laten doen, dat ik veel te braaf ben voor deze wereld. Maar ik heb mezelf niet gemaakt: mijn moeder is ook zo. Ik heb al assertiviteitstrainingen gevolgd, met van die belachelijke ‘goed/fout’-filmpjes uit de jaren tachtig, maar die hadden geen effect op mij. Als ik vandaag al wat meer kloten aan mijn lijf heb, is het omdat ik op de harde manier heb bijgeleerd. Door ondankbare mensen te willen pleasen.

Misschien bent u simpelweg een kameleon?

De Vos: Een aanpasserke, zoals mijn vrienden zeggen. Ik ben altijd al een wandelende brug tussen verschillende culturen en subgroepen geweest. Een blanke arbeider, een middenklasser, een moslim, een Turk, een Gentenaar, een kind van een katholieke moeder: ik ben het allemaal. Daardoor kunnen veel mensen goed met mij overweg en heb ik een heel diverse vrienden- en kennissenkring. Ik ken zowel gasten die overvallen gepleegd hebben als gasten die doctoraten hebben ingediend, en ik heb over geen van beide groepen vooroordelen.

Verbinden, is dat uw levensdoel?

De Vos: (denk na) Mijn levensdoel niet echt, nee, want diep in mijn hart zou ik graag wat meer voor mezelf willen leven en mezelf wat meer op de eerste plaats zetten. Ik zie het eerder als mijn lot. Het is tegelijk een vloek en een zegen: ik moet me vooral nog met mezelf verzoenen. Voer voor een psycholoog, sowieso, ik weet het. Maar die psycholoog zal alles weer willen ordenen, en juist van die orde ben ik bang.

Laten we afronden met levensvreugde. Wanneer hebt u voor het laatst kippenvel gekregen door schoonheid?

De Vos: (denkt lang na) Toen ik Beware, Verwoerd nog eens hoorde, een nummer van Miriam Makeba. Ik waande me zo weer op reis in Zuid-Afrika, waar ik heel gelukkig ben geweest. En ook telkens wanneer er Franse rap uit de nineties op de radio is, want dat was in mijn jeugd echt mijn therapie. En ook toen ik via Google Street View door Marseille aan het stappen was, door een quartier waar ik zelf nog projecten gedaan heb. Het kan vreemd klinken, maar ik doe dat graag: digitaal teruggaan naar plekken waar ik ooit geweest ben. Muziek en reizen, daar haal ik levensvreugde uit. Wat meer tijd voor mezelf zou dus welkom zijn.

Fatih De Vos

– 34 jaar

– groeide op in de Gentse Rabottorens, als kind van een Turkse vader en een Belgische moeder

– woont nog altijd in Gent

– studeerde sociologie

– verwierf bekendheid als frontman van het Gentse hiphopcollectief Rauw en Onbesproken

– werkt als jeugdwerker bij Graffiti vzw en zet ook mee zijn schouders onder verschillende culturele projecten in Gent, onder meer in de Vooruit

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content