Erika Vlieghe: ‘We zitten nog zeker tot na nieuwjaar in zwaar weer’
Leren leven met corona: het bleek meer dan een cliché waarmee we om de oren werden geslagen. Zelfs met een hoge vaccinatiegraad gaat Vlaanderen na anderhalf jaar opnieuw onderuit in een vierde golf. Infectiologe Erika Vlieghe is er niet erg gelukkig mee dat ze – ook opnieuw – gelijk krijgt. ‘De maskers zijn letterlijk afgevallen.’
Een pandemie onder controle krijgen duurt jaren’, zegt Erika Vlieghe. ‘Dat besef was er niet. Velen dachten dat we er met één vaccinatieseizoen vanaf waren.’ Het is makkelijk praten, nu de ziekenhuizen voor de vierde keer vollopen met coronapatiënten en vorige week maatregelen werden genomen waarvan we tot voor kort dachten dat we ze nooit meer zouden hoeven te ondergaan. Maar Vlieghe heeft recht van spreken. De infectiologe is voorzitster van de expertengroep GEMS, die nog steeds het Overlegcomité adviseert, en is altijd blijven waarschuwen voor overmoed. Zelfs toen de rest van ons zich in het rijk der vrijheid waande, bleef zij altijd even voorzichtig. Halfweg september, op het einde van de meest regenachtige zomer in jaren, vertelde Vlieghe aan Humo zelfs dat ze nog maar één keertje binnen in een restaurant had gegeten. De cafés en de restaurants zaten alweer een tijdje vol, maar Vlieghe sprak nog steeds veiligheidshalve in de buitenlucht af met vrienden.
Toen ik dat in september las, mevrouw Vlieghe, dacht ik: enkel De Morgen-journalist Joël De Ceulaer houdt zich in Vlaanderen ook nog aan zulke strenge regels.
Erika Vlieghe: Wat kan ik daarop zeggen? (lachje) Zeker het mondmasker hebben we in Vlaanderen veel te snel weer opgeborgen. Op zestien september was ik ook te gast in De Ideale Wereld. De makers hadden die dag een geestige sketch over wat we nu in godsnaam moesten aanvangen met al die voorraden aan maskers in de supermarkten die niemand nog wilde hebben. Ik zei toen dat we die daar het best nog even lieten liggen, maar ze bekeken me een beetje meewarig en vol ongeloof. Op sociale media werd ik ook geregeld uitgelachen omdat ik nog altijd een mondmasker droeg in televisiestudio’s, ik kreeg er zelfs bedreigingen voor. Ik wilde blijven tonen dat het belangrijk was om binnen een masker te dragen, maar in die weken stopten zelfs mensen die voorzichtig dachten te zijn daarmee. Overal kregen zij de indruk dat die maskers nergens meer voor nodig waren, en dus wilden ze niet tegen de stroom in blijven zwemmen.
We moeten onszelf niet kastijden omdat we fouten maken. We zijn het als maatschappij niet gewend om te gaan met crisissen die zo lang aanslepen.
Erika Vlieghe
De mondmaskers werden in die weken sowieso ook al veel minder goed gebruikt. Leerlingen mochten hun maskers in de klas afzetten als ze aan hun bank zaten, wat mensen vervolgens op kantoor ook toepasten. Als ze met vijf collega’s aan hun bureau bleven, deden ze dat zonder bescherming. Enkel iemand die even alleen in de gang naar het toilet ging, droeg er nog één. Ook iedereen die stil op zijn stoel zat in het theater of de cinema mocht zijn masker zogezegd afzetten. Dan haalt die maskerregel nog maar heel weinig uit.
De dag nadat u in De Ideale Wereld had gezeten, besloot het Overlegcomité dat mondmaskers zo goed als overal, zeker op plekken waarvoor een Covid Safe Ticket vereist was, konden worden weggelaten. Vandaag oogt dat helemaal als een onbezonnen beslissing.
Vlieghe: De maskers zijn toen letterlijk afgevallen, ja. Ik was daar ontzettend gefrustreerd over, want we zagen als experts de bui toen al hangen. Dat heeft er ook voor gezorgd dat we in oktober en november een aantal weken nodig hadden om de mensen ervan te overtuigen dat het echt weer de verkeerde kant uitging met de pandemie. Voor die beslissing betalen we nu dus de prijs. Eind juni al kreeg de GEMS het verzoek om eens goed na te denken over waar we in de herfst en de winter zouden staan. We hebben daar toen een uitgebreid advies over geschreven, waarin we ook weer waarschuwden voor een najaarsgolf en druk op de ziekenhuizen. De precieze hoogte van die golf was toen onbekend, maar we wisten dat ze eraan zat te komen. Op 14 september schreven we nog een advies over de mondmaskers, waarin we aanraadden om de regels daarrond niet te versoepelen. Die maskers zijn een eenvoudige en goede bescherming. Maar er was toen nauwelijks nog interesse in onze standpunten, ook in de media.
Dat was de periode waarin Open VLD-voorzitter Egbert Lachaert u ook verlatingsangst verweet.
Vlieghe: Inderdaad. Bart De Wever van N-VA vond toen dat Vlaanderen gegijzeld werd door de maatregelen uit Brussel, terwijl er amper nog maatregelen waren. Ik heb begin september alle partijvoorzitters een brief geschreven om mijn bezorgdheden uit te drukken. Ik kreeg enkel van de secretaresse van Joachim Coens (CD&V) een antwoord, dat ze de brief ging doorgeven aan haar voorzitter. Een journalist schreef toen in een commentaarstuk dat Erika Vlieghe nog steeds het recht heeft om tegen nieuwe versoepelingen te pleiten, maar dat het ondertussen ook wel gepermitteerd is om daar niet langer naar te luisteren. Succes ermee, heb ik nog gedacht. Ik was er ook niet heel rouwig om. Ik lijd namelijk echt niet aan verlatingsangst, ik had ander werk genoeg. De reden waarom het wel nuttig is om dit allemaal te reconstrueren, is dat we hieruit misschien kunnen leren dat we beter naar ongemakkelijke waarheden moeten luisteren. Dat geldt trouwens ook als het over het klimaat gaat. (glimlacht)
Ik onthoud uit dit relaas juist dat we wel héél weinig hebben geleerd na anderhalf jaar corona.
Vlieghe: Ik ben daar niet zo negatief over. We moeten onszelf echt niet kastijden omdat we fouten maken. We zijn het als maatschappij absoluut niet gewend om te gaan met crisissen die zo lang blijven aanslepen als een pandemie. Daar zijn meestal ook collectieve maatregelen voor nodig, terwijl we net een heel individualistische samenleving zijn geworden. Vergelijk het met iemand met een heel druk sociaal leven die plotseling ernstig ziek wordt. Zolang het echt moet zal hij in bed blijven liggen, maar zodra hij een kans ziet, springt hij eruit en pakt hij de draad van zijn oude leven weer op.
De reden waarom veel mensen lang niet geloofden dat we weer in de gevarenzone terecht konden komen en waarom dat ons nu zo zwaar valt, is eenvoudig: we zijn zo goed als allemaal gevaccineerd. Het vaccin was de enige kans om ooit terug te keren naar de normaliteit, werd ons verteld, dus de ontnuchtering is groot.
Vlieghe: Dat is waar. Ik blijf ook de grootste pleitbezorger van de vaccins. Zonder zou de ellende vandaag helemaal niet te overzien zijn, maar de verwachtingen over die vaccins waren wel extreem hooggespannen. We bevinden ons in een perfecte storm. Ten eerste was het overmoedig om alle maatregelen los te laten. De Zuid-Europese landen die dat niet hebben gedaan, staan er nu beter voor, ook al stijgt het aantal besmettingen daar ook wel. Ten tweede is de deltavariant onderschat. Hij was in Europa al dominant voor de zomer, maar toen golden er nog meer maatregelen. De zomer is ook altijd een mild seizoen voor respiratoire virussen. Het is eigenlijk pas in de herfst dat delta zijn ware gelaat kon laten zien. En ten derde hebben we vooral het effect van de vaccins op de besmettelijkheid van het virus overschat. De vaccins beschermen heel goed tegen ziekenhuisopnames en sterfgevallen. We zien ook echt een ander profiel van de mensen die vandaag in het ziekenhuis belanden: het zijn allemaal verzwakte patiënten of 65-plussers. Maar het vaccin beschermt helaas niet goed tegen de overdracht van het virus. Die risicopatiënten waagden zich met ons allemaal terug in de maatschappij alsof ze zich door het vaccin onaantastbaar waanden. Daar zien we vandaag de gevolgen van.
Was het wel zo verstandig om van ‘het rijk der vrijheid’ te spreken dat door de vaccins zou aanbreken, zoals onze minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke deed?
Vlieghe: Hij deed die uitspraak in het putteke van de winter. Zowel burgers, politici als wij als wetenschappers hadden toen behoefte aan een hoopvol verhaal. We hadden iets nodig om ons aan op te trekken, hoewel ik toen ook al heb gewaarschuwd omdat mensen hardop begonnen te dromen van een festivalzomer.
Door dat hoopvolle verhaal komt de klap nu natuurlijk extra hard aan.
Vlieghe: Maar ik heb me deze zomer behoorlijk vrij gevoeld, hoor. Iedereen die wilde, kon op vakantie, de scholen waren in september weer open en zo goed als alles was weer toegelaten. Enkel de evenementensector en de nachtclubs kregen nog beperkingen opgelegd. Het is door de allerlaatste maatregelen in september overboord te gooien dat we nu weer in de miserie zitten.
Niemand hoeft mij te overtuigen van het belang van een hoge vaccinatiegraad, maar ik hoed me voor een verdere polarisering in de samenleving.
Is het nieuwe pakket aan maatregelen waarover vorige vrijdag is beslist voldoende om de vierde golf weer naar beneden te drukken?
Vlieghe:(blaast) Dat zullen we nog moeten zien. Je moet de maatregelen implementeren, controleren en de mensen motiveren om zich er ook aan te houden. In ons privéleven worden we vooral gevraagd om onze contacten te beperken, of veilig te laten doorgaan. Er was heel weinig animo om daar ook strikte regels voor op te leggen.
Had u liever duidelijkere en strengere maatregelen gezien, zoals in Oostenrijk en Nederland? Voor onze noorderburen gaat alles om 17 uur al dicht.
Vlieghe: Wij hadden met de GEMS graag gezien dat de horeca om 20 uur sloot, nu is het 23 uur geworden. Wij geven als wetenschappers advies maar de uiteindelijk implementatie is aan de politici. Ik heb me erbij neergelegd dat zij soms andere beslissingen nemen dan wij adviseren. Zij moeten met zo veel meer zaken rekening houden. Deze maatregelen zijn weer heel invasief. Voor veel mensen gaat het misschien vooral over hun vrijetijdsleven, maar in het nachtleven en de evenementensector zitten er weer heel wat mensen zonder werk. Het is niet slecht om na drie weken een evaluatiemoment te beloven. Niemand garandeert dat op dat moment de vierde golf alweer voorbij is, maar we zullen al wel veel meer weten over het verloop ervan.
Hoelang denkt u dat de besmettings- en opnamecijfers nog zullen blijven stijgen?
Vlieghe: Daar kan ik niets over zeggen, net omdat we nog niet weten welk effect deze maatregelen zullen hebben. We zitten in het midden van een storm die vanaf eind september is beginnen aan te trekken. Momenteel is hij buiten categorie, en ik denk wel dat we nog zeker tot na nieuwjaar in zwaar weer zitten. De maatregelen van mondmaskers, afstand houden en nachtleven met zelftests zullen we hoe dan ook de hele winter moeten aanhouden. Het lijkt me altijd verstandiger om op het einde van de winter te versoepelen, in plaats van aan het begin ervan.
Twee weken geleden kwam er een Overlegcomité samen dat amper beslissingen nam. Het duurde weer anderhalve week voor politici opnieuw durfden door te pakken terwijl u al in september een storm op ons zag afkomen. Waarom moeten we altijd weer zo veel tijd verliezen?
Vlieghe: Die vraag moet u aan politici stellen. Ik zeg altijd tegen iedereen wat ik te zeggen heb, maar ik wil ook niet meedoen aan het bashen van politici. Het zijn enorm moeilijke beslissingen die zij moeten nemen, en mensen moeten vertrouwen in hen hebben om die maatregelen te willen naleven. De experts hebben trouwens ook niet altijd gelijk. In de aanloop naar de zomer vonden wij ook dat er wat te snel versoepeld werd, terwijl dat toen voor redelijk weinig problemen heeft gezorgd.
Hoeveel beter hadden we ervoor gestaan als er meer mensen waren gevaccineerd?
Vlieghe: Minstens de helft beter, en waarschijnlijk nog wel meer. De helft van de patiënten op intensieve zorg is niet gevaccineerd. Dat zijn vermijdbare opnames. Als zij gevaccineerd waren, hadden ze er ook voor gezorgd dat het virus minder hevig circuleerde in de hele samenleving. Dat is de reden waarom er vandaag zo’n enorme wervelwind van besmettingen door de scholen trekt, en waarom er beter nog strengere maatregelen waren genomen in het onderwijs. De kinderen zijn nog niet gevaccineerd, met alle gevolgen van dien.
Natuurlijk, er liggen nog altijd 340 patiënten op de intensieve zorg die wel gevaccineerd zijn. Wij hadden als experten ook al aan de alarmbel getrokken als het er in totaal maar zo veel zouden zijn geweest. De gevaccineerde patiënten die vandaag in het ziekenhuis liggen, zullen we daar de komende jaren ook blijven zien. Zij blijven kwetsbaar, zelfs met het vaccin. Alleen hoop ik dat de aantallen wel kleiner zullen worden.
Wie zijn de ongevaccineerde patiënten in het ziekenhuis?
Vlieghe: Er liggen mensen tussen die uit overtuiging niet gevaccineerd zijn en met wie een dialoog heel moeilijk is. Maar er liggen evengoed mensen tussen die gewoon een heel chaotisch leven leiden en er niet bij hadden stilgestaan dat zij zich beter ook lieten vaccineren. Of mensen van buitenlandse origine die in een heel andere wereld leven dan u en ik. Tussen die twee groepen zitten altijd mensen die wel te overtuigen zijn. Ik heb al een patiënt gehad die zelfs vroeg waar hij zo snel mogelijk zo’n booster kon krijgen, terwijl hij nog geen eerste of tweede prik had gehad. Ik heb hem met veel plezier doorverwezen naar het vaccinatiecentrum. Als zorgpersoneel moeten we hier zo professioneel mogelijk mee omgaan, zoals we ook een roker die voor de derde keer met een hartinfarct binnenkomt zullen helpen. We zeggen hem uiteraard dat het beter zou zijn om te stoppen met roken, maar en passant lappen we zijn hart toch maar weer voor de derde keer op.
Laten we niet vergeten dat we er echt beter voor staan dan vorig jaar, ondanks alles.
De vaccinatiegraad verschilt erg per regio: Wallonië doet het slechter dan Vlaanderen, en in Brussel is de situatie dramatisch. Zien we die verschillen ook in de ziekenhuisopnamen?
Vlieghe: In Brussel is het zorgstelsel veel vroeger al overbelast geraakt, in de nazomer, net als in Luik. In Brussel sterven ook verhoudingsgewijs nog steeds de meeste mensen, maar de besmettingsgraad ligt vandaag wel hoger in Vlaanderen. Dat klinkt misschien paradoxaal, maar in Vlaanderen is ook het explicietst gezegd dat we alle maatregelen konden lossen omdat we allemaal zo goed gevaccineerd waren. Dat heeft voor een fatale cocktail van onveilige contacten gezorgd. Oost-Vlaanderen is er momenteel heel slecht aan toe, net als tot voor kort West-Vlaanderen.
Bent u gewonnen voor verplichte vaccinatie?
Vlieghe: Ik ben daar eerlijk gezegd nog niet uit. Ik wil in ieder geval niet meedoen aan het opbod in de pers en zou daar eerst graag ethici, sociologen en filosofen over horen. Uiteindelijk is het aan politici om dan de knoop door te hakken. Niemand hoeft mij te overtuigen van het belang van een hoge vaccinatiegraad, maar ik hoed me voor een verdere polarisering in de samenleving. In ons land is de vrijwillige vaccinatie een groot succes. Dat mogen we niet op de helling zetten door het vaccin te verplichten. Misschien doet zo’n verplichting uiteindelijk wel meer kwaad dan goed.
Hebt u zelf antivaxers in uw omgeving?
Vlieghe: Ja. Uiteraard een kleine minderheid, terwijl mijn Brusselse collega’s met veel van hun vrienden zware discussies hebben. Ik wil er verder niet heel veel over zeggen, maar het heeft me juist wel meer doen nadenken over het gevaar van die polarisering. Wat lost zo’n verplichting voor die mensen op? Hoe gaan we dat trouwens implementeren? Het zou het conflict alleen maar verder op de spits drijven, terwijl we toch een manier moeten vinden om samen te blijven leven.
Iedereen krijgt binnenkort een uitnodiging voor een boostershot. Moeten we straks elke zes maanden om een nieuwe prik?
Vlieghe: Dat weten we niet. Als u mij vraagt waar we over zes maanden zullen staan, heb ik daar alleen in grote lijnen een antwoord op. Een boostershot kan nu helpen omdat we merken dat de immuniteit achteruitgaat, en omdat we in landen als Israël zien dat het een dam opwierp tegen een nieuwe golf. Onze hoogbejaarden profiteren daar vandaag ook al van, we zien gelukkig geen grote drama’s meer in woonzorgcentra. We leren stap voor stap wat het juiste vaccinatieschema is. Voor hepatitis B zijn bijvoorbeeld ook drie prikken nodig, maar we zullen daarover nog een hele tijd halfblind beslissingen moeten nemen. Het is belangrijk die keuzes wel goed uit te leggen, zodat iedereen mee blijft.
Veel experts waren lange tijd geen voorstanders van een booster voor iedereen. Een vergissing?
Vlieghe: In eerste instantie was de booster er voor de kwetsbaarste groepen, en daar zijn we in België vrij snel mee begonnen. Er was op dat moment nog veel wetenschappelijke discussie over het nut van zo’n algemene booster, en over het interval dat nodig was na de vorige prik. De Vlaamse regering pleitte meteen voor zo’n booster voor iedereen, als urgente oplossing voor de aantrekkende vierde golf. Maar daar waren in onze ogen andere maatregelen voor nodig die op korte tijd de circulatie van het virus kunnen doen dalen. Het was geen goed idee om de boosterprik op middellange termijn in de plaats van andere maatregelen te zien.
Momenteel is iedereen heel bezorgd over de omikronvariant. Wat weten we daar al over?
Vlieghe: Niet heel veel, buiten het feit dat hij heel zorgwekkend is. Het is de alfavariant die in België in het voorjaar voor de derde golf heeft gezorgd, en de vierde golf hebben we aan delta te danken. Dat is echt een straffe jongen. Het feit dat er een variant opduikt die daar eventueel mee in competitie zou kunnen gaan, is al bijzonder. Het lijkt er ook op dat zijn mutaties ervoor zorgen dat de vaccins misschien minder effectief werken, dat maakt ons helemaal zenuwachtig. De wereldwijde verspreiding van zo’n variant is eigenlijk niet tegen te houden, maar enkele veiligheidsmaatregelen kunnen de gang van het virus wel wat vertragen. Ondertussen is het des te belangrijker dat we ons huiswerk in eigen land op orde krijgen.
Tot slot nog een vraag waar u ongetwijfeld gek van wordt: hoe vieren we straks Kerstmis?
Vlieghe: Laten we niet vergeten dat we er echt beter voor staan dan vorig jaar, ondanks alles. Dat hebben we zeker aan de vaccins en de goede vaccinatiegraad te danken, maar ook aan andere tools zoals zelftests, maskers en CO2-meters. Ze zijn niet perfect, maar ze verminderen wel het risico op besmetting. Mijn gezinsleden en ik doen nu al elke keer een zelftest als we familie opzoeken. Het lijkt me onverstandig om een kerstfeest met vijftig gasten te plannen, maar het isolement van vorig jaar zullen we ons zeker niet hoeven op te leggen. Het zal iets ertussen zijn, en we hebben nog wel wat tijd om daarover na te denken, nee?
Erika Vlieghe
– 1971 geboren in Leuven
– Studie geneeskunde (KU Leuven) en tropische ziekten (Instituut voor Tropische Geneeskunde Antwerpen)
– 2014 doctoraat over antibioticaresistentie in Zuidoost-Azië
– 2014-2015 nationaal ebolacoördinator in België
– 2017 diensthoofd Algemene Inwendige Infectieziekten en Tropische Geneeskunde (UZA)
– Doceert tropische geneeskunde en infectieziekten aan de Universiteit Antwerpen en het Instituut voor Tropische Geneeskunde
– Voorzitster van de groep van experts die de regering adviseert over het coronabeleid (GEMS)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier