Energiecrisis: waarom november cruciaal wordt voor de kernuitstap
Tijdens de klimaattop in Glasgow hangt ook in Brussel elektriciteit in de lucht. De bouw van gascentrales en zelfs de kernuitstap staan weer ter discussie. Energieminister Tinne Van der Straeten (Groen) blijft er rustig bij. Aan het eind van deze maand legt ze de regering een nota voor die de sluiting van de kerncentrales concreet moet maken.
Georges-Louis Bouchez is stilaan de huisleverancier van pittige Wetstraatartikels waarin hij minstens zo vaak de coalitiepartners bekritiseert als de oppositie. Vorige maandag schoot de MR-voorzitter in Le Soir voor de zoveelste keer met scherp op federaal energieminister Tinne Van der Straeten (Groen): ‘Wie nieuwe kerncentrales afwijst, heeft niets begrepen van het klimaat.’ Daardoor ging de bal aan het rollen. Diezelfde dag vond ook Open VLD-voorzitter Egbert Lachaert dat ‘we moeten durven in te zetten’ op nieuwe kerncentrales. Nochtans weten de liberale voorzitters goed dat ze met die vraag ingaan tegen de tekst van het regeerakkoord: ‘De regering kiest resoluut voor de herbevestiging van de kernuitstap. De wettelijke uitstapkalender wordt gerespecteerd, zoals voorzien.’
Volgens de paars-groene wet op de kernuitstap van 2003 hadden de eerste kerncentrales al in 2015 moeten sluiten. Maar omdat opeenvolgende regeringen tien jaar lang niets hadden gedaan om die sluiting te organiseren, moest minister van Energie Marie-Christine Marghem (MR) in 2015 holderdebolder de wet aanpassen zodat de drie oudste reactoren (Tihange 1, Doel 1 en Doel 2) nog tien jaar langer open mochten blijven. Daardoor werd 2025 het nieuwe ‘begin van het einde’ van de nucleaire sector in België. De laatste kernreactor (Doel 2) sluit in december 2025, maar de eerste (Doel 3) al op 1 oktober 2022. Dat is over minder dan een jaar.
Elke windmolen roept protest op. Stel u voor wat dat zou geven voor de bouw van nieuwe nucleaire reactoren.
Een insider
Maar omdat kernenergie nog altijd nodig is voor de energiebevoorrading van het land, moet dus in andere energiebronnen worden voorzien. Traditioneel trekt de milieubeweging de kaart van de alternatieve, schone, hernieuwbare energie – zon, wind en water. Maar omdat daarin dus veel te weinig geïnvesteerd werd, lost dat alleen het probleem niet op. Daarom wilde Marghem de sluiting van kerncentrales compenseren met de bouw van nieuwe gascentrales. Die zijn inderdaad vervuilend, maar ze zijn niet zo (potentieel) gevaarlijk als kerncentrales, en ze zorgen evenmin voor (soms ettelijke honderdduizenden jaren bestaand) radioactief afval. Alternatieve energievormen, met gascentrales op kop, zouden er komen na een veiling, in de hoop dat daardoor de prijs voor de consument zo laag mogelijk zou uitvallen. Destijds volgden alle Zweedse regeringspartijen de redenering van Marghem, de N-VA eiste zelfs dat ze spoed zou maken met haar plan.
Vandaag houdt haar opvolgster, Tinne Van der Straeten, dezelfde logica aan. Niet omdat ze van gascentrales houdt, maar omdat gascentrales de veiligste en vooral de snelste manier zijn om af te komen van kernenergie. Maar niet de schoonste. Dat weet de energieminister natuurlijk ook. Ze is trouwens niet principieel tegen kernenergie, ‘op voorwaarde dat die veilig is, en geen gevaarlijk en langdurig kernafval met zich meebrengt’.
Disruptieve tijden
De eerste partij die een probleem begon te maken van gascentrales was de N-VA, zij het pas nadat ze in december 2018 bij de zogenaamde Marrakeshcrisis was opgestapt uit de regering-Michel. Volgens Marghem lag het probleem van de N-VA níét bij het gas: ‘De N-VA wil gewoon geen kernuitstap.’
Ook de MR heeft de keuze voor de gascentrales altijd gesteund. Haar verkiezingsprogramma van 2019 had het nog over de bouw van maar liefst négen gascentrales. Tot Bouchez in Le Soir uitlegde waarom dat vandaag niet meer zo is: ‘Intussen heeft de MR een andere voorzitter.’
Van der Straeten had het al bij haar eedaflegging op 1 oktober 2020 kunnen voorspellen dat ze het in november 2021 hard te verduren zou krijgen. In het regeerakkoord staat namelijk dat voor ‘eind november 2021 een volledig rapport over de geselecteerde projecten na de veiling aan de regering (onder meer de bewuste gascentrales, nvdr) wordt voorgelegd’. Het rapport moet dus ten laatste deze maand ook een stand van zaken geven over de bevoorradingszekerheid en de impact op de elektriciteitsprijzen.
Dat betekent dat het kabinet-Van der Straeten het voorbije jaar keihard heeft moeten werken om dit bijzonder ingewikkelde dossier rond te krijgen. De ambities van de Vivaldi-regering in 2021 klinken even fel als die van paars-groen in 2003. Toen was de principiële beslissing voor een toekomstige kernuitstap – hét symbool van de brede milieubeweging – een van de belangrijkste dossiers om de breuk met de vorige eeuw en een oude politieke cultuur zichtbaar te maken. Vandaag beleven we andermaal disruptieve tijden: de praktische organisatie van een nu te realiseren kernuitstap wordt ingebed in een breder ‘ambitieus klimaatbeleid’ en een ’transitie naar een duurzaam energiesysteem’. Opnieuw staat het energiedossier symbool voor een andere politiek, een nieuw beleid dat past in een geglobaliseerde wereld. Hoge ambities. Maar tegelijk wordt gelet op de kleintjes: het regeerakkoord eist natuurlijk dat ‘de bevoorrading, de duurzaamheid en de betaalbaarheid gewaarborgd blijven’.
Een partijkaart van Groen was zeker geen voorwaarde om toe te treden tot het federale kabinet Energie, kennis en ervaring wel.
Om dat reusachtige project op een ongezien korte termijn gerealiseerd te krijgen, had de minister een kabinet nodig dat zowel binnen de regering als daarbuiten vertrouwen zou wekken. Vandaar de merkwaardige samenstelling – toch naar de normen van veel kabinetten. Een partijkaart van Groen was zeker geen voorwaarde om toe te treden tot het federale kabinet Energie, kennis en ervaring wel. De nieuwe kabinetschef Tom Vanden Borre is al een kwarteeuw actief in de energiesector. Hij leerde het wereldje kennen bij het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK), is verbonden aan het Leuvense Instituut voor Milieu- en Energierecht van de KU Leuven, en werkte intussen bij het FANC (de waakhond voor de nucleaire veiligheid), de Vreg (de Vlaamse energieregulator), de Europese Commissie (directoraat-generaal Energie), energiereus ENI, en bij Comeos, de Belgische federatie voor handel en diensten. Als kabinetsmedewerker van premier Guy Verhofstadt (Open VLD) onderhandelde hij begin jaren 2000 mee over de wet op de kernuitstap. Andere kabinetsmedewerkers werkten voor kortere of langere tijd voor het SCK, Luminus, SeghersBetterTechnologies, Siemens, Engie, Eneco, Group Machiels enzovoort. Een van hen was jarenlang medewerker op een rist liberale kabinetten (Marc Verwilghen, Annemie Turtelboom, Maggie De Block, Marie-Christine Marghem), een ander was van 2014 tot 2018 kabinetsmedewerker van vicepremier Jan Jambon (N-VA). Lid zijn van Groen is niet verboden: kabinetssecretaris Jos Stassen is verknocht aan zijn partij.
Burgerprotest
Als het goed is, mag het gezegd worden: er is het voorbije jaar op het kabinet Energie onwaarschijnlijk hard gewerkt. En dat ondanks forse tegenkanting. Dat nog altijd geen enkele van de geplande Vlaamse gascentrales een vergunning kreeg, vergemakkelijkt de kernuitstap natuurlijk niet. In de Wetstraat verdenkt zowat iedereen de N-VA ervan dat ze dit dossier ‘honderd procent partijpolitiek’ aanpakt. Veel moeite hoeft minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) niet eens te doen. Haast elke gascentrale leidt tot burgerprotest. Dat krijgt vervolgens steun van ‘groene’ actievoerders en advocaten waarvan sommigen bij de Klimaatzaak betrokken waren. In Tessenderlo protesteert zelfs de lokale Groen-afdeling mee.
Toch ziet niemand een écht alternatief voor de sluiting van de kerncentrales volgens de afgesproken agenda. Bestaande kerncentrales nogmaals langer openhouden zou eventueel een optie kunnen zijn, maar die optie is niet meer zo vanzelfsprekend als in 2015. Toen al moest de FANC in zeven haasten een positief veiligheidsadvies geven. Daar wil men niet nog eens de arm worden omgewrongen: de centrales zijn alweer een stuk ouder, en de veiligheidsissues zijn er niet minder op geworden. Ook het Grondwettelijk Hof heeft zich ermee bemoeid, onder meer omdat een Milieu-effectenrapport (MER) ontbrak bij de wet op de verlenging van de oude kerncentrales. Ook met die ‘reparatiewet’ is het kabinet-Van der Straeten nog altijd bezig. De bouw van nieuwe kerncentrales, zoals Bouchez suggereert, is in die context schier onmogelijk.
Het is geen toeval dat Engie tegenwoordig fors investeert in nucleaire ontmanteling: blijkbaar is dat een nieuwe groeisector.
Een insider: ‘Elke windmolen, elke hoogspanningslijn, elke gascentrale roept protest, bezwaarschriften, juridische procedures op. Stel u voor wat dat zou geven voor de bouw van nieuwe nucleaire reactoren. Vandaag krijgt niemand nog een nieuwe kerncentrale vergund.’ Zelfs de exploitant van de Belgische kerncentrales, de Franse energiegroep Engie, lijkt het nucleaire hoofdstuk stilaan af te sluiten. Dat is deels een financiële kwestie – slechts twee Belgische centrales openhouden is niet rendabel genoeg -, deels een strategische optie. Door zich te blijven concentreren op de nucleaire sector loopt het bedrijf achterop inzake offshore-energie. Het is geen toeval dat Engie tegenwoordig fors investeert in nucleaire ontmanteling: blijkbaar is dat een nieuwe groeisector.
Nog een probleem: als de regeringDe Croo de kerncentrales toch zou openhouden, moet natuurlijk de al afgesloten veiling worden geannuleerd – gascentrales zijn dan niet meer nodig. Dat leidt onvermijdelijk tot een hoop schadeclaims van bedrijven die vaak miljoenen euro’s investeerden om met een sterk dossier naar de veiling te kunnen. Ook het Vlaamse bedrijfsleven kijkt met argusogen naar de aanpak van Demir. Als de Vlaamse milieuminister vergunningen weigert voor projecten die aan de voorwaarden voldoen, creëert dat rechtsonzekerheid. Een beetje bedrijfsleider gruwt daarvan.
Transitie
Mogelijk weet Bouchez dat maar al te goed, en kriebelt hij Van der Straeten en de groenen alleen om zichzelf en de MR te profileren. In Le Soir verzuchtte hij al: ‘Als ik er niet in slaag rond mij een meerderheid te verzamelen, dan zal de wet op de kernuitstap toegepast worden. Als ik over de hele lijn verlies, zal mijn ego zich daarnaar schikken. Ik denk alleen dat het land dan een fout begaat.’
Is dat zo? De grote doelstelling van het kabinet-Van der Straeten is niet zomaar de kernuitstap, maar de energietransitie. Afstappen van het nucleaire beleid van de voorbije decennia is daarvoor de voorwaarde. Vlaanderen zou dé Europese hub moeten worden van (groene) waterstof. Vandaar dat het recente bericht dat de Vlaamse groep Deme ’s werelds grootste offshore windmolenpark zal bouwen op het kabinet op gejuich werd onthaald. Het is een signaal dat ook in het bedrijfsleven de wind keert.
De werking en de samenstelling van het kabinet dragen de vingerafdruk van de minister zelf. Van der Straeten was tot 2007 actief in Groen. Ze ruilde de politiek in voor een loopbaan als advocate, gespecialiseerd in milieu en energie. Vandaar dat ze als minister geen ‘inloopperiode’ nodig had. Veertien dagen na haar eedaflegging zat ze al een eerste keer bij de bevoegde Europees Commissaris, de linksliberale Margrethe Vestager. Het klikte. Vestager volgde de plannen voor de Belgische energieomslag van nabij, én met sympathie. Officieel kreeg het CRM-beleid (wat staat voor Compensatie Renumeratie Mechanisme) van Van der Straeten pas in augustus 2021 groen licht en een hoop subsidies van Europa. In werkelijkheid had Vestager eind juli, op de laatste werkdag voor haar zomervakantie, de ochtend vrijgemaakt om met de Belgische minister de laatste knelpunten af te toetsen. Het was ook Margrethe Vestager die Tinne Van der Straeten goede raad gaf: ‘Move forward, without drama.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier