En als de betonstop er nu echt niet komt? ‘De mentaliteitswijziging is sowieso al ingezet’
‘Ik vrees voor een herhaling van het rekeningrijdenscenario.’ Vlaams Parlementsvoorzitter Wilfried Vandaele (N-VA) ziet de toekomst van de betonstop somber in. Maar hoe groot is de kans dat die er echt niet komt? En wat zou het betekenen voor Vlaanderen?
Wilfried Vandaele (N-VA) vreest het ergste. In de vorige legislatuur heeft de betonstop bloed, zweet en tranen gekost. Via dat principe zou er tegen 2025 immers nog maar 3 hectare per dag mogen worden volgebouwd – tegen 2040 zelfs 0. De bedoeling is dat we allemaal minder verspreid gaan wonen en dat de verrommeling, zo eigen aan Vlaanderen, aan banden wordt gelegd.
Die ingrijpende beslissing heeft politieke moed vereist. En concreter: politieke toegevingen aan de onderhandelingstafel. De ‘overwinningen’ die je in één dossier binnenhaalt, vormen de basis voor toegevingen in een ander.
Daarbij lag vooral Open VLD dwars. De liberalen stelden zich vanaf dag één vragen bij mogelijke inbreuken op het eigendomsrecht van mensen wier bouwgrond zou verworden tot open ruimte. Daarnaast namen ze de ‘keizer-kostermentaliteit’ van de Vlaamse regering op de korrel. Als de betonstop er komt, dan zouden de gemeenten voldoende autonomie moeten behouden, zo luidde het. Ondanks alles kwam er een politiek akkoord uit de bus in 2018.
Voor alle duidelijkheid: vooralsnog liggen de ontwerpen van decreet die de betonstop – officieel Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) – regelen gewoon klaar. Er ontbreken enkel juridische verfijningen, waaronder een milieueffectenrapport voor het decreet rond kwetsbare bossen. Vanaf de Raad van State groen licht geeft, is de betonstop eigenlijk een feit.
Maar vanaf de Raad van State zijn eerste opmerkingen gaf, kort voor het einde van vorige legislatuur, zagen sommigen de bui al hangen. Een dossier dat over de verkiezingen wordt getild is altijd een risico. Vraag dat maar aan gewezen (en grotendeels vergeten) Vlaams minister Gilbert Bossuyt (SP.A), onder wiens auspiciën in 2003 het eerste Mobiliteitsplan Vlaanderen werd afgewerkt waarin het principe van ‘rekeningrijden’ voor het eerst formeel werd aanbevolen.
We moeten het bijkomend ruimtebeslag afbouwen en het een halt toeroepen vanaf 2040.
Hete adem
Op dit moment is het nog maar de vraag wie het dossier op tafel legt. In principe zijn alle potentiële onderhandelingspartners voorstander. N-VA stelde in haar verkiezingsprogramma dat ‘we het bijkomend ruimtebeslag moeten afbouwen en het een halt toeroepen vanaf 2040’. CD&V verdedigt het plan van de eigen ministers Joke Schauvliege en Koen Van den Heuvel. SP.A pleitte in haar programma voor ‘een krachtige uitwerking van de betonstop’. Open VLD blijft sceptisch maar kan zich vinden in het afgeklopte akkoord. Toch zal iemand het voortouw moeten nemen aan de onderhandelingstafel.
Zou er dan echt een rekeningrijdenscenario komen? Een dynamiek waarin N-VA en co. de hete adem van een oppositiepartij in de nek voelen en de maatregelen laten varen?
Zeker, de betonstop is niet de meest populaire ingreep. Niet in het minst omdat de publieke opinie het principe soms verwart met een bouwstop. Dat is het uitdrukkelijk niet. Via de zogenaamde ‘planologische ruil’ kunnen plots niet-bebouwbare kavels worden ‘ingeruild’ voor bebouwbare stukken. Bovendien zou er op heel wat plekken hoger gebouwd mogen (en moeten) worden.
De bijnaam ‘betonstop’ helpt natuurlijk niet. Gewezen minister-president Geert Bourgeois (N-VA) nam het woord enkel in de mond wanneer hij echt niet anders kon.
Daarnaast zet het principe de tegenstelling tussen verstedelijkt gebied en platteland weer op scherp, nadat eerder de klimaatspijbelaars en de Mobiscore dat deden. De beoogde verdichting van de woonkernen is vooral een oefening voor op den buiten. Daar hebben Antwerpen en Gent veel minder moeite mee.
Om in de resterende energiebehoefte te voorzien, dient zo efficiënt mogelijk gebruik gemaakt te worden van energiebronnen zoals warmtekrachtkoppeling, warmtepompen of warmtenetten.
Somalië
Toch gaat de vergelijking met het rekeningrijden niet helemaal op. De verwachting is dat men de betonstop minder snel en duidelijk zal voelen in de portemonnee. Die wordt immers uitgerold over een periode van meer dan twintig jaar.
Het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen is niet alleen gespreid over de tijd, maar ook over tal van ingrijpende facetten van het leven. Neem een basisbehoefte als drinkwater. Eerder deze week bleek uit een rapport van ngo World Resources Institute dat België op de 23ste plaats staat op totaal 164 landen qua risico op waterschaarste. Namibië, Soedan en Somalië doen beter.
Een van de oorzaken? De verharding. Door de vele gebetonneerde lappen Vlaanderen sijpelt geen druppel regenwater de grond binnen. Laat die verharding en verrommeling nu net de prioriteiten uitmaken van de betonstop. ‘Minder verharding waardoor water kan doorsijpelen, dat moet prioriteit nummer één zijn’, zegt waterbouwkundige Patrick Willems (KU Leuven) daarover donderdag in Het Nieuwsblad.
Hetzelfde geldt voor energie. Naarmate we minder olie en gas zullen gebruiken, treden alternatieve energievormen op de voorgrond. ‘Om in de resterende energiebehoefte te voorzien, dient zo efficiënt mogelijk gebruik gemaakt te worden van energiebronnen zoals warmtekrachtkoppeling, warmtepompen of warmtenetten’, aldus het BRV. ‘Daarvoor dient ruimte te worden gecreëerd.’ Hoe minder ver woningen van elkaar zijn gelegen, des te efficiënter die energie kan worden verdeeld.
Meteen komt ook het mobiliteitsvraagstuk in beeld. De redenering achter het rekeningrijden verschilde daarbij niet gek veel van de betonstop. Beide zijn bedoeld om mensen twee keer na te laten denken over waar ze wonen, waar ze werken en op welke manier ze zich verplaatsen. Performant openbaar vervoer in een systeem van lintbebouwing is onbegonnen werk. Tegelijk leggen de steeds langer wordende files het land regelmatig plat.
Vanaf de betonstop enkele jaren geleden werd aangekondigd werden er al meer bouwgronden aangeboden in gebieden waar die zou kunnen gelden.
U-bocht
Voorstanders zwaaien dan ook met een studie die toenmalig minister Joke Schauvliege liet bestellen. Het Nederlandse adviesbureau Stec becijferde dat helemaal niet ingrijpen – lees: als Vlaanderen volledig zou worden volgebouwd – een kost zou betekenen van maar liefst 33 miljard euro. Dat prijskaartje vermindert drastisch met een betonstop, zelfs als die maar gedeeltelijk in werking zou treden.
Dat alles doet vermoeden dat een U-bocht bij de politieke onderhandelaars iets minder realistisch is dan bij het fiasco van het rekeningrijden.
Maar zelfs in een scenario waarbij Wilfried Vandaeles nachtmerrie realiteit wordt, zal het werk niet voor niets zijn geweest, denkt Bart Van Opstal, woordvoerder bij notarisfederatie Notaris.be. ‘De mentaliteitswijziging is al ingezet’, zegt hij aan Knack. ‘Het aantal bouwaanvragen voor meergezinswoningen, zeg maar appartementsgebouwen, is gestegen. Tegelijk zien we dat de prijzen van percelen in een stedelijke omgeving die in aanmerking komen voor bebouwing stijgen.’
Dat effect was trouwens al snel zichtbaar, aldus Van Opstal. ‘Vanaf de betonstop enkele jaren geleden werd aangekondigd, zagen we een groeiend aanbod van bouwgronden in gebieden waar die zou kunnen gelden. Door de politieke onduidelijkheid is er nu eerder een afwachtende houding. Maar de tendensen zijn duidelijk.’
Natuurlijk spelen er ook andere elementen, zoals de vergrijzing. Die zorgt voor een opstoot in de vraag naar appartementen in verstedelijkte gebieden. Daarnaast neemt het aantal eenpersoonsgezinnen toe. Die factoren drijven het Vlaams woonbeleid traag maar gestaag in de richting van de beoogde doelen van een betonstop. ‘Die beweging zal alleen maar versterkt worden wanneer de betonstop er daadwerkelijk komt’, aldus Van Opstal.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier