Bescherming tegen watersnood: ‘Woningen onteigenen mag geen taboe zijn’
Bij aanhoudende regen komen steevast dezelfde regio’s in de problemen. Pasklare maatregelen zijn niet voorhanden. ‘We hebben niet één oplossing nodig, maar tienduizend kleine oplossingen.’
In de Denderstreek is het ondertussen bijna een automatisme: bij aanhoudende regen blikken de bewoners ongerust naar het rivierpeil. Ook nu worden in allerijl zandzakken aangesleurd om het water buiten te houden.
Dat de Dendervallei zo kwetsbaar is voor overstromingen, is in grote mate een fysisch fenomeen. ‘Door de overvloedige regenval van de voorbije weken is de bodem verzadigd’, zegt Niko Verhoest, professor hydrologie aan de Universiteit Gent. ‘Daardoor trekt de regen momenteel niet in de bodem, maar stroomt het water naar het laagste punt. In regio’s met relatief veel reliëf, zoals de Denderregio rond Geraardsbergen, stroomt al dat water dus tegelijk naar de rivier. Daardoor zwelt die aan, en ontstaat er op bepaalde plaatsen een soort flessenhals, waardoor je overstromingen krijgt.’
Systeemfouten
Het is duidelijk dat de problemen zich niet beperken tot de Denderstreek. Ook rond de Leie, de IJzer en in grote delen van Wallonië dreigen beken en rivieren buiten hun oevers te treden. ‘Eigenlijk is zowat heel Vlaanderen kwetsbaar voor overstromingen’, stelt Patrick Meire, professor waterbeheer aan de Universiteit Antwerpen.
Die kwetsbaarheid is in grote mate een gevolg van de systeemfouten die de voorbije decennia in het Vlaamse waterbeheer zijn geslopen. Beken en rivieren werden rechtgetrokken. Veel akkers en weiden waren voorheen moerasgrond die werd drooggelegd. Door de verharding van de bodem kan er minder water in de bodem sijpelen. ‘De voorbije decennia was het waterbeheer er vooral op gericht om water zo snel mogelijk af te voeren’, zegt Meire. ‘Dat heeft de perceptie gecreëerd dat overstromingen tegen elke prijs kunnen en moeten vermeden worden. Dat is totaal verkeerd. Overstromingen zijn een natuurlijk gegeven. Vroeger vond men het bijvoorbeeld doodnormaal dat de weilanden rond de IJzer in de winter overstroomden. Alleen zijn die weilanden van vroeger vandaag soms woonwijken geworden.’
Mismeesterde rivier
De Dender geldt als een typisch voorbeeld van een ‘mismeesterde’ rivier. In 2010 gaf toenmalig burgemeester van Geraardsbergen Guido De Padt nog de schuld aan de Walen. In Wallonië had men immers het (oude) nationale plan voor de Dender uitgevoerd, en de oude stuwen vervangen. Daardoor stroomde toen extra ‘Waals water’ naar het Vlaamse deel van de Dender, waar de infrastructuur nog niet op punt stond. Vanuit hydrologisch standpunt is dat de wereld op z’n kop: volgens de regels van de kunst moet je aan de monding beginnen en gaandeweg stroomopwaarts vorderen.
Tegelijk leeft de indruk dat de Vlaamse reactie op de overstromingen van november 2010 wel erg lang op zich liet wachten. Pas recent werd ‘Ruimte geven aan water’ opgestart, een strategisch plan dat zowel watersnood als waterschaarste in de Dendervallei moet tegengaan. Na uitgebreide consultaties met stadsbesturen en een uitgebreide campagne in de regio zelf wordt een van de komende maanden een traject voorgelegd aan de Vlaamse regering. ‘Die consultaties zijn noodzakelijk’, beseft Meire. ‘Ik snap dat de overheid wil voorkomen dat er procedures worden opgestart die alles vertragen. Maar het vergt natuurlijk enorm veel tijd.’
Tegelijk is het duidelijk dat de problemen niet verdwijnen met enkele kleinschalige infrastructuurwerken. ‘Zelfs als alle stuwen op de Dender morgen vernieuwd worden, zal dat niet alle problemen oplossen’, benadrukt Meire. ‘Bovendien loop je het risico dat je het probleem verlegt en je verder stroomafwaarts problemen creëert.’
Geen Deltawerken
Onder hydrologen bestaat vandaag een algehele consensus dat hogere dijken, meer baggerwerken of grote infrastructuurprojecten geen zaligmakende oplossing zijn. ‘Het is een compleet foute redenering om te denken dat we dit probleem met wat hogere dijken zullen oplossen’, zegt Meire. ‘Er zullen drastische ingrepen in het landschap nodig zijn. Waterbeheer is in belangrijke mate landbeheer: weilanden en akkers zullen aangepast moeten worden zodat meer water in de bodem kan dringen. Al het water dat in de bodem wordt opgeslagen, hoef je nadien niet meer af te voeren. In plaats van het water verder in te dammen, moet je langs de waterlopen buffercapaciteit creëren om water op te vangen.’
Niko Verhoest wijst op het financiële plaatje van zulke ingrepen. ‘Een snelle oplossing bestaat niet. Het is een illusie om te denken dat we een-twee-drie alle overstromingsrisico’s kunnen doen verdwijnen. We moeten aanvaarden dat we niet alle risico’s kunnen uitschakelen.’
Bij het voorkomen van overstromingen denken we al snel aan de Deltawerken die ongeveer half Nederland moeten vrijwaren van watersnood, met dijken die een superstorm die maar één keer in de vijfhonderd jaar voorkomt moeten kunnen weerstaan. Maar dat is op Vlaanderen niet van toepassing, vindt Verhoest. ‘We moeten ons de vraag durven te stellen waartegen we ons willen beschermen. Voor een stad als Antwerpen heeft het uiteraard zin om infrastructuur aan te leggen die zelfs de meest uitzonderlijke storm kan weerstaan. Maar op veel plaatsen is het duurder om grote infrastructuurwerken aan te leggen die misschien een keer in de honderd jaar gebruikt worden dan om de schade te vergoeden die een overstroming om de zoveel jaar aanricht. Ja, dat betekent dat je boeren zal moeten compenseren als zij schade lijden omdat hun land overstroomt. Dat zal geld kosten, maar het zal waarschijnlijk minder kosten dan wanneer je tegen elke prijs probeert te verhinderen dat er soms eens een akker overstroomt.’
Onteigenen onvermijdelijk
Naast de invloed van klimaatverandering is de huidige watersnood immers een typisch gevolg van de gebrekkige ruimtelijke ordening. Daardoor is de manoeuvreerruimte voor grootschalige ingrepen in het landschap vaak beperkt: woonwijken en industrieterreinen liggen niet zelden op overstromingsgevoelige plekken. Het zorgt ervoor dat bij oplossingen vaak enig kunst-en-vliegwerk nodig is. ‘Er bestaat geen passe-partoutoplossing’, benadrukt Patrick Meire. ‘We hebben niet één oplossing nodig voor dit probleem, maar tienduizend kleine oplossingen die ervoor zorgen dat niet alle water tegelijk naar de rivier stroomt.’
Dat betekent dat er onvermijdelijk onteigend zal moeten worden, zegt Meire. ‘Water heeft ruimte nodig. Als je het water geen ruimte geeft, zal het die ruimte zelf nemen. Als je ziet dat een bepaalde plek veel water kan bergen, mag het geen taboe zijn om pakweg twee à drie woningen te onteigenen. Voor zowat alle infrastructuurwerken moeten er onteigeningen gebeuren. Zeker als je met een ingreep een groot gebied tegen watersnood kan beschermen, zullen we moeten aanvaarden dat er onteigend wordt.’
Bovendien bestaat bij overstromingen het vreemde fenomeen dat met het wegtrekken van het water ook de maatschappelijke aandacht redelijk snel wegebt. ‘De echte sense of urgency ontbreekt’, stelt Meire vast. ‘Het probleem met overstromingen is natuurlijk dat er al bij al weinig mensen door getroffen worden, terwijl bij periodes van droogte iedereen getroffen wordt. Zelfs als je in de buurt van een overstroming woont, heb je er pas echt last van als het water in je woonkamer staat.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier