Is Vlaanderen klaar voor meer overstromingen? ‘Goede intenties, maar pijnlijk marginaal’
Een jaar geleden was er de waterbom in Wallonië, een week geleden de op een na heetste dag in de geschiedenis van het land. De alarmbel wordt geluid, nog maar eens. En wat doen overheid en burgers om water opnieuw meer ruimte te geven? ‘Vlaanderen moet aan de bak.’
Dit artikel werd gepubliceerd in de zomer van 2022. We brengen het opnieuw onder uw aandacht naar aanleiding van de aanhoudende regen en dreigende wateroverlast van de afgelopen dagen.
Acht Vlaamse gemeenten, samen goed voor ruim 100.000 inwoners, hebben nog altijd geen volwaardig hemelwaterplan. In zo’n plan ontwikkelen steden en gemeenten een langetermijnvisie met maatregelen om regenwater vast te houden – denk bijvoorbeeld aan open grachten om regen op te vangen. ‘Maar blijkbaar zijn er een aantal burgemeesters die de sense of urgency nog altijd niet beseffen’, zegt Vlaams Parlementslid Freya Perdaens (N-VA), die de cijfers opvroeg bij minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA). Het gaat onder meer om Denderleeuw, Zele en Affligem.
Dat wil niet zeggen dat alle gemeenten met een hemelwaterplan hun zaakjes wél op orde hebben. ‘Sommige lokale besturen stellen een goedkoop studiebureau aan dat een hemelwaterplan onvoldoende goed uittekent’, zegt hydroloog Patrick Willems (KU Leuven). ‘Bovendien volgen ze hun eigen plannen niet altijd op, want het is meer een leidraad dan een verplichting. Vlaanderen zou die regie beter moeten bewaken.’
Het is tekenend voor de manier waarop Vlaanderen omgaat met de waterproblematiek. Het extreme weer van de laatste weken toont de urgentie van een grondige aanpak nog maar eens aan. In Italië teistert de droogte de Povlakte. De historisch lage waterstand van de Rijn in Duitsland maakt bedrijven die afhankelijk zijn van de binnenvaart erg zenuwachtig. Natuurbranden slaan toe van Athene tot Londen. En terwijl België zich vorige week door de op een na warmste dag uit zijn geschiedenis pufte, werden in meerdere provincies captatieverboden afgekondigd: landbouwers mogen er geen water meer oppompen om hun akkers te besproeien. ‘Op zich is onze waterbalans in evenwicht, er wordt dus evenveel water gebruikt als dat er uit de hemel valt’, zegt de West-Vlaamse provinciegouverneur Carl Decaluwé. ‘Maar te veel water stroomt meteen naar zee.’
En dat is precies de kern van het probleem.
Droogte en overstromingen zijn twee zijden van dezelfde medaille. Ze zijn te herleiden tot één basisprobleem: we kunnen water niet voldoende vasthouden. Bij een overvloed aan regen zijn er geen buffers die de stromen van water en modder afremmen. En door dat tekort aan opslagplaatsen raakt het water ook sneller op bij periodes van droogte. Modellen tonen aan dat periodes van droogte en overstromingen alleen maar zullen toenemen naarmate het klimaat verandert.
‘In tegenstelling tot experts in de energiesector, weten experts waterbeheer heel goed wat er moet gebeuren’, zegt Patrick Willems. ‘Ook de wateroverheidsdiensten weten het. Alleen, er gebeurt te weinig en het gebeurt niet systematisch genoeg. Alles is nog te vrijblijvend, iedereen heeft zijn eigen plannen en prioriteiten.’ Met andere woorden: Vlaanderen is niet voorbereid.
Waterbom
Dat bevestigt het rapport Weerbaar Waterland, dat begin deze maand werd gepubliceerd. Het document werd opgevraagd door de Vlaamse ministers Zuhal Demir (N-VA) en Lydia Peeters (Open VLD) en bevat gerichte oplossingen van een klein leger aan experts, onder leiding van de Nederlandse watergezant Henk Ovink, een wereldautoriteit die door de Amerikaanse oud-president Barack Obama ooit ‘the water guy’ genoemd werd. ‘Het rapport laat zien dat we helemaal nog niet klaar zijn’, zegt hydroloog Marijke Huysmans (VUB), lid van het expertenpanel.
Weerbaar Waterland haalde vooral de media met de roep om een Watercommissaris. Die zou met autoriteit over meerdere regeringsperiodes heen de regie van onze waterpolitiek in handen moeten nemen. Bovendien moet zo’n Watercommissaris kunnen rekenen op een structurele geldstroom, in plaats van de specifieke projectbudgetten vandaag. Maar het rapport is meer dan een pleidooi voor een nieuwe topambtenaar. De experts leggen de Vlaamse regering een confronterende diagnose voor. ‘Goede intenties en initiatieven zijn er al, maar in het licht van de opgave blijven ze pijnlijk marginaal’, klinkt het. ‘Welke waterveiligheid we ook nastreven, een radicale systeemverandering is noodzakelijk. Onze cultuur van omgaan met water moet drastisch veranderen.’
De cijfers spreken voor zich. Minister Peeters liet berekenen wat er zou gebeuren als Vlaanderen een waterbom zou meemaken zoals die in de Waalse Vesdervallei vorig jaar, waarbij massa’s regenwater – zowat 230 millimeter in 48 uur tijd – het land overspoelen. Het antwoord: 86.000 getroffen woningen, en schade ter waarde van 8 miljard euro.
Hoewel de kans op zo’n waterbom relatief laag is, zal het aantal overstromingen hoe dan ook toenemen. Het gemiddelde aantal potentieel getroffen inwoners neemt toe met 60 tot 160 procent – of ruim tweeënhalf keer zoveel. De oorzaak? We hebben het water te veel ruimte ontnomen. In 1976 was tot 5 procent van de oppervlakte in Vlaanderen verhard, in 2020 was dat al 15 procent. Door die verharding verdwenen natuurlijke overstromingsgebieden en zogenaamde wetlands, plekken die als sponzen water kunnen vasthouden. Sinds de jaren 50 is drie vierde van alle wetlands verloren gegaan, zo berekende het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek. Boosdoener is hoofdzakelijk de intensieve landbouw. En als water niet de ruimte krijgt die het nodig heeft, zeggen experts, dan maakt het die ruimte zelf. Dat zagen we vorig jaar in de Vesdervallei.
‘We hebben het probleem lang onderschat en gedacht dat het onze tijd nog wel zou duren’, zegt Henk Ovink. ‘Dat blijkt toch anders te zijn. Er zijn amper landen die klaar zijn, maar de economische schade is groter als het in het Westen misloopt. Het is dus duidelijk: Vlaanderen moet aan de bak.’
Dijken afbreken
De experts geven een voorzet voor de marsrichting die de Vlaamse regering zou moeten volgen. Plannen zoals het decennia oude Sigmaplan, dat gericht is op de Schelde en zijn zijrivieren, en de recente Blue Deal van minister Demir uit 2020 zijn lovenswaardig, maar gaan niet ver genoeg. Professor Willems: ‘Het Sigmaplan houdt bijvoorbeeld geen rekening met de ergere klimaatscenario’s. En de Blue Deal bevat goede initiatieven, maar die zijn veelal lokaal en het zijn er lang niet genoeg.’
Oppositiepartij Groen ergert zich aan de projectmatige aanpak van de Vlaamse regering. ‘De Blue Deal is daar het summum van’, zegt Vlaams Parlementslid Mieke Schauvliege. Bij die Deal, goed voor 343 miljoen euro, horen bijvoorbeeld de ‘groenblauwe transformatie’ van pleinen in Geraardsbergen of de ‘klimaatrobuuste inrichting’ van de Genkse Stiemervallei. ‘Die projecten zijn stuk voor stuk oké, maar het blijven eenmalige acties. Als de volgende regering er de stekker uittrekt, is het gedaan.’
Om een en ander beter te stroomlijnen stellen experts voor om heldere doelen te formuleren én die te verankeren in wetgeving. Die doelen moeten specifiek per gebied worden opgemaakt, zegt Willems. ‘Hoeveel extra hectare waterbuffering hebben we nodig in pakweg het Demerbekken? Daarna moeten alle stakeholders samenzitten: van waterbeheerders en lokale besturen, tot de landbouw- en natuursector. Zij moeten compromissen maken over hoe we die bindende doelen kunnen bereiken. Bijvoorbeeld: welke dijken tussen Diest en Aarschot breken we af om wetlands te herstellen?’
Schauvliege juicht toe dat de regering het expertenrapport bestelde, maar vreest dat de uitvoering dode letter zal blijven. De Groen-politica wijst onder meer naar de Vlaamse aanpak van de drainage door landbouwers. ‘Studies tonen aan dat 30 procent van het regenwater dat naar het grondwater zou moeten doorsijpelen door drainage verloren gaat. Het water dat op de bodem valt, wordt via buizen onmiddellijk naar grachtjes gevoerd. En dat terwijl je eigenlijk maar tijdens twee periodes moet draineren: bij het zaaien en bij de oogst. De regering kan dat morgen verplichten, maar ze willen de landbouwers geen extra regels opleggen.’
Betonnen jas
Groen vindt het nog verontrustender dat de Vlaamse regering de bouwshift maar niet uitvoert. Via de bouwshift, ook wel bekend als de betonstop, mag tegen 2040 geen bijkomende ruimte meer bebouwd worden. Vandaag gaat dagelijks nog 5 hectare open ruimte verloren. En dat terwijl die verharding schade berokkent aan ons waterbehoud. De Vlaamse regering maakte afspraken rond de betonstop, maar over de uitvoering bleef het stil. Bovendien dreigt het plan zelf onbetaalbaar te worden. Volgens de huidige afspraken krijgen eigenaars die hun bouwgrond omzetten in niet-bouwgrond de marktwaarde volledig terugbetaald.
‘Het perverse is dat het regeerakkoord de bouwshift expliciet koppelt aan nieuwe regelgeving rond watergevoelige gebieden’, zegt Schauvliege. Zolang het ene dossier niet finaal is afgeklopt, gebeurt er ook niets in het andere. ‘Het resultaat? In 2020-2021 hebben lokale overheden 507 bouwvergunningen afgeleverd in die gebieden. Minister Demir tekent af en toe wel beroep aan tegen de beslissing, maar nog te weinig.’
Voor de gewezen Vlaamse Bouwmeester Leo Van Broeck duurt het allemaal veel te lang. ‘Water, bodem en lucht vormden honderdduizenden jaren de thermostaat die onze vochtigheid en temperatuur regelde. Nu hebben we het vel van de aarde gestroopt en er een betonnen jas op geplakt. De betonstop is niet genoeg, we moeten naar een betonkrimp, dát is de olifant in de kamer. We smossen met grond. Nu moeten we beton beginnen om te zetten in natuur.’
Van Broecks pleidooi is al jaren hetzelfde: we wonen te verspreid. ‘50 à 60 procent van de mensen woont niet in een stad of een dorp, maar in een verkaveling, wat veel meer landgebruik betekent. Wist u dat 90 procent van de adressen geen 8 haalt op de Mobiscore (die berekent de milieu-impact voor verplaatsingen vanaf uw woning, nvdr)? Dat is dramatisch. Waar je een Mobiscore van minder dan 6 haalt, zou eigenlijk niet meer bijgebouwd mogen worden, maar alleen nog vergroend.’
Op politiek niveau merkt Van Broeck weinig bewustwording. Hij vermoedt dat de verandering vooral van buiten de Wetstraat zal komen. ‘De financiële sector heeft het door. Verzekeraars moesten na de overstromingen in Wallonië zo’n 590 miljoen euro betalen. Als zo’n catastrofe nog enkele keren gebeurt, dan is de sector failliet. Daarom zullen ze hogere risicopremies vragen voor wie nog een nieuwe villa in the middle of nowhere wil bouwen. Dat geldt ook voor banken. Slecht gelegen bouwlocaties zullen hogere hypotheekrentevoeten krijgen. Al was het maar omdat het energieverbruik per gezin in de stad tot zes keer lager ligt.’
Excuusboom
Maar zelfs een strenger wordende financiële sector kan het probleem niet meteen oplossen. De uitdagingen blijven immens. Zo klinkt het mooi om water opnieuw meer ruimte te geven, maar dat betekent onvermijdelijk dat iemand zijn of haar perceel moet opgeven. Professor Willems vermoedt dat huizen afbreken niet nodig zal zijn. Er wordt eerder naar de landbouwers gekeken, want 46 procent van Vlaanderen bestaat uit landbouwgrond. En dat terwijl de stikstofkwestie al tot verhitte en zelfs agressieve debatten leidt tussen landbouw en politiek – Zuhal Demir kan ervan meespreken. Om nieuwe onvrede te vermijden moeten de boeren mee in het bad getrokken worden, de oplossingen mogen niet boven hun hoofden gemaakt worden en de vergoeding moet billijk zijn. Maar op het einde van dag moet iemand terrein prijsgeven aan het water.
Bovendien vragen grote projecten tijd. Veel tijd. De West-Vlaamse gouverneur Carl Decaluwé zucht. Hij weet welke infrastructuurwerken helpen om water te bufferen, maar die botsen vaak op juridische muren. ‘De klimaatverandering gaat sneller dan het tempo waarin we omgevingsvergunningen krijgen’, zegt hij. ‘We moeten beseffen dat we niet elk jaar oppompverboden kunnen blijven afkondigen.’
In elk geval spelen lokale besturen een cruciale rol in de waterproblematiek, nog los van hun hemelwaterplannen. ‘Bij de aanleg van nieuwe pleinen zien we vaak nog saaie betonvlaktes met hier en daar een excuusboom. Daar moeten we echt van af’, zegt professor Huysmans. ‘Lokale besturen moeten ook het goede voorbeeld geven. Ik hoor het verwijt vaak: waarom zouden wij burgers vragen om initiatieven te nemen, terwijl de burgemeesters nog altijd toelaten dat bouwwerven grondwater het riool inpompen?’
Op het vlak van ruimtelijke ordening zijn belangrijke vernieuwingen nochtans relatief makkelijk door te voeren, zegt Luc Eeckhout (KU Leuven), die als architect bezig is met climate design. Al te veel bouwplannen blijven in het verleden hangen, vindt hij. ‘De bouwwereld zit nog in een totaal verkeerde modus, de kennis van het klimaat is maar matig aanwezig. In het straatbeeld moeten lokale besturen vaker kiezen voor dingen als grastegels, die water laten infiltreren. De stad moet een oase worden. Met genoeg bomen kan zelfs een parkeerterrein overdag, wanneer er geen auto’s staan, dienen als locatie voor een buurtfeest of picknick.’
Fikse korting
Ook de gemiddelde Vlaming is nog niet klaar voor wat ons te wachten staat. ‘Men denkt vaak: de overheid moet het maar oplossen’, zegt Willems. ‘Maar ik garandeer u: we hebben de burgers nodig.’
‘Dankzij’ de droogte van de laatste vijf jaar en de verwoestende overstromingen in de Vesdervallei vorig jaar is het bewustzijn rond de waterproblematiek gegroeid. Al leeft er onder de brede bevolking vaak nog desinteresse. Marijke Huysmans: ‘Het is een fascinerend psychologisch fenomeen: wanneer het drie dagen na elkaar regent, denken mensen dat het hier “altijd” regent. Je hoort de omgekeerde redenering nooit wanneer het twee maanden lang droog is.’
Om de burger een duwtje in de rug te geven, zijn creatieve oplossingen nodig. ‘Wij hebben het idee van de infiltratiebonus bij minister Demir op tafel gelegd’, zegt Willems. ‘Geef een fikse korting op de waterfactuur aan iedereen die ervoor zorgt dat regenwater niet naar het riool, maar naar een regenwaterput loopt. Daarmee kun je bijvoorbeeld je toilet spoelen. Als iedereen dat zou doen, halveren we het drinkwaterverbruik in Vlaanderen. Per huishouden vraagt het een paar duizend euro investeringen, maar via de korting op de waterfactuur en het verminderd verbruik is dat in enkele jaren terugverdiend. Want water zal alleen maar duurder worden.’
In de plaats van het vermanende vingertje kunnen we positieve maatregelen nemen, zegt Van Broeck. ‘Geef wie zijn tuin laat verwilderen een korting op de gemeentetaks, of gratis planten. Om Louis Tobback (Vooruit) te citeren: politici moeten niet zeuren dat er geen draagvlak is, ze moeten het draagvlak creëren.’ Voorbeelden tonen ook aan dat ingrijpende maatregelen niet duur hoeven te zijn. ‘Mijn studenten vragen me vaak: waarom doen we dat nog niet?’ zegt Willems. ‘Dat komt omdat niemand naar het bredere plaatje en de lange termijn kijkt.’
Eeckhout pleit voor een groenblauwe bouwcode. ‘Daken moeten niet meer zwart zijn, maar bedekt met groene natuur, waarmee we water bufferen en insecten aantrekken. Dat maakt het huis of appartement eronder vanzelf koeler. De natuur reikt ons veel win-wins aan, maar we zijn verwend door techniek: wanneer het te warm is, zetten we de airco aan. In die nieuwe bouwcode moeten we ook dingen verbieden. Wij storten onze steden nog altijd vol met zwarte asfalt. Daarop stijgt de temperatuur op warme, zonnige dagen al gauw tot 80 graden. Op die manier belanden we binnen enkele decennia in een situatie zoals die van Los Angeles: door de hoge temperaturen schilderen ze het asfalt daar nu wit.’
Zo bespaart u water
✔ Plaats een regenwaterput en gebruik regenwater voor uw toilet of wasmachine. Veel gemeenten bieden een subsidie aan.
✔ Door een kraan stroomt ongeveer 10 à 12 liter water per minuut. Zet de kraan dus uit wanneer u de afwas doet of uw tanden poetst.
✔ Laat de wasmachine pas draaien wanneer ze vol is.
✔ Veeg uw huis wat vaker voordat u met water schoonmaakt. Dat kan ook voor uw oprit en terras.
✔ Was uw auto niet.
✔ Spoel het toilet niet door bij elke kleine boodschap.
✔ Ververs het water in het plonsbadje van uw kinderen niet te vaak. En giet dat water dan niet weg, maar geef het aan de planten.
✔ Laat een stukje van uw tuin verwilderen en doe mee aan Maai Mei Niet. Sproei uw gras niet met drinkwater. Een regenbui maakt een vergeeld gazon weer groen.
✔ Breek (minstens) twee tegels uit in uw voortuin of terras. Hydroloog Marijke Huysmans (VUB): ‘Als elke Vlaming 10 vierkante meter zou ontharden, kan er jaarlijks 15 miljard liter water extra insijpelen.’
✔ Tegels eruit? Klimplant erin! Klimop en wingerd kunnen de temperatuur van een muur tot 15 graden omlaag halen. Net als een plantengevel zijn ze goedvoor de wateropslag en de biodiversiteit.
✔ Een tip voor het beleid van architect Leo Van Broeck: ruil salariswagens in voor salariswoningen. ‘Wie de grond van zijn uitgewoonde villa teruggeeft aan de natuur krijgt van zijn werkgever maandelijks 600 à 700 euro – de kostprijs van een salariswagen – voor de huur of de hypotheek. En je krijgt meeneembare registratierechten en een gratis bouwrecht op een goede locatie.’
De minister reageert:
Zuhal Demir, minister van Omgeving (N-VA): Ik deel die kritiek. Daarom zullen lokale besturen die geen werk maken van hemelwaterplannen bestraft worden met een verlies aan watergerelateerde subsidies. Dat staat in de Blue Deal. Ik stel wel vast dat telkens als lokale besturen hun eigen bevoegdheden niet ernstig nemen en regels niet naleven, de politiek dat wil beantwoorden met bijkomende regels vanuit Brussel. Dat is een pervers systeem. Lokale besturen moeten op hun verantwoordelijkheid gewezen worden. Op die nagel blijf ik kloppen.
Demir: Vóór 2020 werden de adviezen van experts in de wind geslagen. Met de Blue Deal kwam er voor het eerst een wetenschappelijk onderbouwd beleid dat de tanker keert richting meer ruimte voor water. En dat is nog maar een begin. Ik ben vragende partij voor een Blue Deal-decreet. Dat verplicht dan elke regering na deze om een vijfjarig investeringsplan te maken om onze waterweerbaarheid te verhogen.
Demir: De regering moet zich nog over de aanbevelingen buigen. Toch wil ik erop wijzen dat er al wettelijke bindende doelen zijn, denk aan de Kaderrichtlijn Water voor de waterkwaliteit. Verankering in wetgeving is alleen zinvol als je er ook maatregelen en beleid aan koppelt, anders is het windowdressing.
Demir: Bouwen in gebieden met negatieve ‘watertoets’ is al verboden, en elke vergunning moet die toets doorstaan. Nieuwe regels zijn eigenlijk nergens voor nodig. Daarom hebben we de opdracht gegeven aan het departement Omgeving om veel strikter toezicht te houden op bouwvergunningen in watergevoelige gebieden.
Demir: Dat is een gedeelde bevoegdheid met de minister van Landbouw (CD&V’er Jo Brouns, nvdr). De sectorale voorwaarden wijzigen zal wat mij betreft deel moeten uitmaken van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid en Mestactieplan.
Demir: Het gaat om twee decreten: het instrumentendecreet en het decreet woonreservegebieden. Dat decretaal werk is klaar, de timing van de stemming ligt in handen van het parlement. Ik dring aan op een spoedige goedkeuring. Vanuit Brussel willen we 12.000 hectare woonreservegebied, dat vaak watergevoelig is, beschermen. De lokale besturen krijgen de teugels volledig in handen. Je kunt dat te weinig vinden, maar nooit deed een regering meer.