Econoom Paul De Grauwe over coronacrisis: ‘Kosten van massale overheidssteun zijn relatief laag’
Zonder ingrijpen van de overheid had de coronacrisis tot grote politieke omwentelingen kunnen leiden, betoogt Paul De Grauwe in De limieten van de markt.
De coronacrisis treft de wereld bijzonder zwaar, ook op het economische vlak. De eerste zes maanden van 2020 kende de economie een forse krimp. Zo’n dip hadden we niet meer gezien sinds de Grote Depressie van de jaren 1930. In zijn nieuwe boek, De limieten van de markt, vraagt econoom Paul De Grauwe (London School of Economics) zich af hoe we zo’n brute schok kunnen opvangen. Kan de vrijemarkteconomie dat aan, of heeft ze hulp nodig van de overheid? Die vraag is ook belangrijk voor de toekomst, stelt De Grauwe: is het marktsysteem bijvoorbeeld in staat om de opwarming van de aarde zonder al te veel kleerscheuren op te vangen?
Het enige wat telt, is de welvaart van de mensen.
Het boek van De Grauwe is een geactualiseerde versie van de uitgave uit 2014. Daarin beschreef de bekendste en internationaal meest gelauwerde econoom van Vlaanderen hoe het kapitalisme op zijn grenzen botst. De Grauwe betoogde ook toen al dat de vrije markt en een centrale overheid elkaar moeten aanvullen, want ‘het enige wat telt, is de welvaart van de mensen’. De Grauwes boek werd in het Engels uitgegeven door Oxford University Press en bejubeld in Financial Times. ‘Een uitstekende kleine gids bij het nadenken over waar we staan en naartoe zouden kunnen gaan’, schreef de befaamde FT-columnist Martin Wolf toen.
De Grauwe was zijn tijd vooruit. Nu pas, meer dan een halfjaar na de uitbraak van de coronapandemie, geeft ook het Internationaal Monetair Fonds (IMF) toe dat de overheid een essentiële rol speelt in de economie. Aan die rol besteedt De Grauwe veel aandacht in deze nieuwe editie. Hij wijst erop dat de Belgische overheid tijdens de coronacrisis een systeem van tijdelijke werkloosheid invoerde, waardoor mensen een loon bleven ontvangen en bedrijven uitstel van belastingbetalingen kregen. Die ingrepen waren volgens hem ‘van kapitaal belang’, anders zouden talloze ondernemingen zijn verdwenen en veel mensen werkloos zijn geworden. ‘De problemen en de ellende zouden zo groot zijn geweest dat ze tot grote politieke omwentelingen zouden hebben geleid’, aldus De Grauwe. Daarmee verwijst hij naar de jaren 1930, toen de overheden niet ingrepen om de recessie aan te pakken, wat heel veel werkloosheid en armoede veroorzaakte. Dat leidde dan weer tot het nazisme, waarvan de menselijke tol afschuwelijk was.
Lage rente
Natuurlijk kosten die ingrepen de overheden veel geld. De begrotingstekorten nemen schrikbarend toe. Voor België wordt voorspeld dat de schuld met zo’n 20 procent zal oplopen, tot 125 procent van het bbp. Kunnen de overheden dat aan? Bestaat er een limiet voor de overheidsschuld die we kunnen opstapelen?
De Grauwe ziet nog geen noemenswaardig probleem. Ook niet voor België, dat een hoge schuld torst, want de rentevoet waartegen België leent, staat op een historisch laag peil en dat zal nog wel een tijdje zo blijven. Daarnaast kondigde de Europese Centrale Bank (ECB) aan dat ze bereid is tot 1350 miljard euro aan staatsobligaties of overheidsschulden op te kopen. De Grauwe rekent in het boek voor dat we de extra uitgaven om de schulden te financieren wel aankunnen. En als er later besparingen of belastingen moeten volgen, zal dat ook lukken, want we hebben in het verleden al zwaardere saneringsoperaties doorgevoerd.
De coronaschok was zo groot dat het marktsysteem in vele landen dreigde in te storten, maar dat werd vermeden door massale steun van de overheid, concludeert De Grauwe. Was dat niet gebeurd, dan waren we in een negatieve spiraal terechtgekomen met grote gevolgen op economisch en menselijk vlak. Een tweede conclusie luidt dat de kosten van die reddingsoperatie tot nu toe relatief laag zijn gebleven. De extra overheidsschuld is draagbaar, vooral dankzij de lage rente waartegen de overheid kan lenen en omdat de ECB massa’s geld creëert om die overheid te steunen. Kortom, de markt heeft zijn limieten en daarom heeft de overheid een essentiële rol te vervullen. Dat geldt zeker ook bij een ‘existentieel probleem voor de mensheid’, zoals een pandemie of de opwarming van de aarde.
‘DE OVERHEID HEEFT GEEN KEUS’
Collegae-economen Gert Peersman en Hans Bevers onderstrepen de analyse van Paul De Grauwe.
‘Wat Paul De Grauwe doet in De limieten van de markt doet met erg denken aan wat de befaamde econoom John Maynard Keynes deed in de jaren 1930: uitleggen hoe het kapitalisme zichzelf in gevaar brengt en hoe de overheid een cruciale rol speelt om dat te voorkomen’, zegt Hans Bevers, hoofdeconoom bij Bank Degroof Petercam. ‘En De Grauwe doet dat helder en met verve.’
‘De coronacrisis is een goed voorbeeld dat het kapitalisme soms tekortschiet’, meent econoom Gert Peersman (UGent). ‘De Grauwe werkt dat in zijn boek mooi uit: als we de aanpak daarvan alleen aan de markt hadden overgelaten, zou de schade, economisch en menselijk, véél groter geweest zijn. Nee, de overheid moest en moet nog steeds ingrijpen.’ Bevers: ‘Absoluut, de overheid moet de economie blijven ondersteunen, ze mag zich niet terugtrekken voor die volledig is hersteld. En als de tweede coronagolf hard toeslaat, moet ze opnieuw ingrijpen. De overheid had en heeft geen keuze.’
‘Natuurlijk moet een overheid als het economisch goed gaat budgettaire overschotten boeken en buffers aanleggen,’ zegt Peersman, ‘zodat je bij een crisis van op een lager schuldniveau kunt starten. Dat wordt in België vergeten. Maar met die 125 procent is de limiet aan overheidsschuld zeker niet bereikt, omdat er een spaaroverschot is en de rente bijna op nul staat.’
Bevers is het daarmee eens: ‘Natuurlijk zie ik liever een overheidsschuld van 70 procent, zoals in Nederland, maar we kunnen onze hoge overheidsschuld aan, zolang de economische groei hoger ligt dan de rente. De rente daalt al jaren en zal ook nog jaren uiterst laag blijven, maar hoe zal het economisch herstel zijn? Dat is nog onzeker. Maar onze schuld is zeker nog behapbaar.’
Als een groot overheidstekort toch ‘geen noemenswaardig probleem’ is, waarom trekt de overheid dan niet veel meer geld uit om bijvoorbeeld de armoede uit de wereld te helpen? ‘De coronacrisis was een bedreiging voor het economisch systeem, dat helemaal dreigde stil te vallen, met nefaste gevolgen voor alles en iedereen’, zegt Bevers. ‘De overheid moest ingrijpen om een catastrofe te voorkomen, er was geen andere mogelijkheid. Voor vele andere uitdagingen, zoals armoede, zijn er wel nog andere mogelijkheden: er kan een armoedebeleid worden gevoerd, de arbeidsmarkt kan worden hervormd enzoverder. Een overheid kan niet altijd en overal massaal veel geld tegenaan smijten. Ze moet haar middelen efficiënt inzetten, juist om over voldoende geld te beschikken als er echt geen andere keuze meer over is.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier